Proyek Kampung Loco

  • Increase font size
  • Default font size
  • Decrease font size
Zomer 2009 familie Geurts

Donderdag 24 september 2009

Het heeft even geduurd, een maand en een dag om precies te zijn.
Maar het reisverslag “Lombok 2009” is af.
Vol goede moed en met een handige kleine laptop ben ik in Lombok begonnen met schrijven. Maar die drukte daar…helaas ben ik na een paar dagen achter geraakt met schrijven. Maar goed, iets later dan gepland is het verslag nu toch af.
Op zich heeft het ook wel wat om van huis uit nog te schrijven. Dan bekijk je sommige dingen toch weer iets anders en neem je wat meer tijd om “achtergronden” te beschrijven.

Inmiddels zijn we dus al weer een maand in Nederland. Maar met onze gedachten zitten we nog steeds heel veel in Indonesië.
Bij Impian Anak, Lombok Dive, al onze vrienden in Kampung Loco.
Zo gaan er ook weinig dagen voorbij dat we geen contact hebben met Lombok. Hoewel dat tijdens de Ramadan iets minder is geweest. Maar Mohni komt geregeld even chatten, Daan stuurt elke week wel een sms.
Opan, die de boekhouding voor Lombok Dive doet, begint op gang te komen. Hij stuurt nu elke week een overzicht van kasboek, debiteuren etcetera. Dat valt nog niet mee, zijn Engels is niet geweldig, mijn Indonesisch ook niet. En boekhouden heeft hij nog nooit gedaan. Maar we komen er wel uit, ooit…
Tijdens de Ramadan is het bij Lombok Dive druk gebleven.
Maar verder heeft Mohni ook niet stil gezeten. Afgelopen maand heeft hij nog een kantoor geopend in Kuta, zuid-Lombok.
Daar zitten nog weinig duikscholen. Met het oog op het nieuwe vliegveld en alle resorts die in zuid-Lombok uit de grond worden gestampt de komende jaren, leek het Mohni een prima investering. Zeker als hij de andere duikscholen voor is.
Ook de nieuwe 2e boot van Lombok Dive is gearriveerd in Lombok. Nu kan de andere boot uit het water voor een grondige schilderbeurt.

Wat Impian Anak betreft gaat het ook prima. De site is de afgelopen weken helemaal bijgewerkt. Er is een nieuwsbrief rondgestuurd, en de kijkcijfers op de website zijn prima. Hopen dat dat zo blijft. Alleen het Engelstalige deel op de site moet nog bijgewerkt worden, maar ik geloof niet dat we al veel Engelstalige lezers hebben. En als dat wel zo is, er komen weer lange wintermaanden aan, dan heb ik wel een keer tijd om rustig te gaan vertalen.
Vanuit Lombok is er niet zo veel te melden. Afgelopen week heb ik nog een keer voorzichtig bij Mohni geïnformeerd hoe het met Khaerul gaat, toch een beetje ons zorgenkindje wat betreft school. Maar volgens Mohni gaat het prima. Hij gaat nog steeds netjes naar school.
Wat de andere kinderen betreft maken we ons niet zoveel zorgen. Die gaan allemaal netjes naar school, en zijn daar heel blij mee.

De andere plan/projecten van Impian Anak vergen nog wat tijd.
Voor de school in aanbouw in Batu Tumpeng willen we graag iets doen, maar we weten nog niet hoe we dat gaan aanpakken, misschien iets in de vorm van een kerstdonatie, in plaats van kerstpakketten voor klanten/relaties van Orbis System Solutions.
Ook wat betreft de problemen met astma komen we niet echt verder. Op internet is natuurlijk heel veel te vinden over deze ziekte, met behandelingen, medicijnen etcetera, maar daar schieten we niet heel veel mee op, er zal toch ter plekke iemand moeten zijn die weet wat de kinderen daar nodig hebben. Als Mohni wat meer tijd heeft, willen we hem vragen of hij dat misschien in Lombok met een arts kan bespreken.

Zoals eerder gezegd, kijken wij terug op een hele mooie tijd in Lombok. Heel anders dan voorgaande jaren; langer, we zijn nu meer bezig geweest met andere dingen, door ons verblijf in Loco hebben we meer meegekregen van het kampungleven.
Zo leer je elke keer meer van Lombok, hoe de mensen leven, hoe de gebruiken zijn.
Wat de taal betreft heb ik nog een lange weg te gaan. Een beetje chatten, mailen en een sms versturen lukt wel in het Indonesisch. Een gesprek voeren nog lang niet. Maar dat komt misschien ooit nog wel. En ik denk dat je dan nog veel meer meekrijgt van Lombok. Toch maar weer flink oefenen de komende maanden!
En volgend jaar, dan gaan we de oefeningen weer in praktijk brengen.

Peter, Tom en Anique verheugen zich al weer op het duiken. Al hoopt Tom dan ook de duiken mooier af te sluiten, niet net als dit jaar, met waterpokken…
De vlekken trekken overigens redelijk weg, als het een beetje meezit, houdt hij er denk ik niets aan over, alleen een “leuke” herinnering aan een eerste kennismaking met de gezondheidszorg in Lombok (die overigens prima is bevallen).
Mijn teen herinnert zich Lombok ook nog wel, met name de onprettige kennismaking met een rotsblok bij de watervallen. Vooral nu ik weer vaker “gewone” schoenen aan heb in plaats van zomerse slippers, voelt de teen toch weer af en toe minder prettig aan.
Maar ja, dat gaat vast wel weer een keer over.

Verder hoop ik dat iedereen heeft genoten van dit verslag. Ik weet het, het is weer een heel erg lang verhaal geworden, maar aan de kijkcijfers op internet te zien, zijn er toch verschillende mensen die vaak ongeduldig kijken of er weer een deel van het verslag is bijgekomen. Alleen jammer dat we niet kunnen zien wie dat allemaal zijn.
Bekenden, Lombok fanaten, mensen met vergelijkbare projecten, andere reizigers?
Misschien komen we er ooit achter wie de onbekende lezers zijn…
Hou de site, na deze laatste bijdrage, nog even in de gaten. Binnenkort gaan we beginnen met het plaatsen van de foto’s bij het verhaal…

En natuurlijk kijken wij al weer uit naar de verhalen van Joep en Marijke, die over een maand in Lombok zitten, en dan maar liefst 4 maanden daar blijven. Dan mogen zij het schrijven weer voortzetten. Ik verheug me er nu al op, kunnen we in de koude wintermaanden af en toe even wegdromen met de bijna live-verslagen uit Lombok.
Dus, Joep en Marijke, elke dag hoeft niet, maar wel veel schrijven hoor!!! Maar vergeet niet om ook heerlijk te genieten van alles wat Lombok te bieden heeft. En dat is heel erg veel, maar dat hoeven we jullie niet te vertellen.

 

Donderdag 20 augustus 2009

De laatste dag in Lombok, morgen zijn we weer in Nederland.
Onvoorstelbaar, maar waar.
Anique is er heel vroeg bij. Ze wil afscheid gaan nemen van Daan, voor ze naar school gaat. Als ze vanmiddag thuis komt, zijn wij waarschijnlijk al weg.
Dus lopen we met z’n allen naar het huis van Daan.
Daar treffen we de moeder van Daan met de kleine Zara op de beruga.
Daan zelf is ziek. En vandaag vrij. In verband met het begin van de vastenmaand, de Ramadan, zijn er nogal wat vrije dagen. Veel kinderen zijn morgen vrij, maar Daan vandaag. Wat dat betreft is Lombok net Nederland. Vrije dagen worden door de verschillende scholen zelden tegelijk gepland, wat vervelend is als je kinderen op verschillende scholen zitten…
Met de ziekte van Daan valt het trouwens wel mee, ze is een beetje verkouden.
Nu we er toch zijn, worden we direct door Sane, de moeder van Daan, getrakteerd op een grote kop thee. Er zullen nog vele koppen volgen vandaag.
Daan komt bij ons zitten. Zara is weer in vorm, van een afstandje lacht ze heel vrolijk, maar als we te dichtbij komen, krijgen we een zielig pruillipje te zien.
Het zusje van Daan maakt zich klaar voor school, evenals Nur Badjeri, één van onze andere sponsorkinderen uit de kampung. Nur is een hele jonge oom van Daan. Hij is een halfbroer van Daan’s vader. De ouders van Nur leven niet meer, en Nur woont nu afwisselend bij zijn oudere broers in de kampung.
We kletsen een beetje, en hoeven nog niet definitief afscheid te nemen, aangezien Daan vandaag in de kampung blijft.
Als we de thee op hebben, moeten we snel naar Lombok Dive. Het personeel wil nog graag afscheid nemen van ons. Rond 8 uur vertrekken de meesten naar de Gili’s, als ze terugkomen zijn wij al weg.
We hebben nog een afscheidscadeautje voor het team gemaakt. Een mooie fotolijst, met een gezinsfoto die in mei gemaakt is in Egypte, met de piramides op de achtergrond. Die foto hebben we ook voor al onze sponsorkinderen afgedrukt. Iedereen in Lombok is heel erg onder de indruk van die foto. Dat ligt waarschijnlijk meer aan Egypte en de piramides dan aan het gezin wat ervoor staat.
In elk geval hebben we de foto mooi ingelijst, en een bedankje en afscheidsgroet voor Lombok Dive erbij geschreven.
Met lood in de schoenen loop ik naar Lombok Dive. Ik wil geen afscheid nemen, het liefste zou ik stilletjes vertrekken, maar dat is natuurlijk ook niet netjes.
We zijn nog erg vroeg, en besluiten dan maar eerst een “luxe” ontbijt te nemen bij de supermarkt naast Berry’s Café. We bestellen allemaal een pannenkoek en wat drinken. Het is pas half 8, dus dat zou moeten lukken. Maar dan moet er wel iemand op het idee krijgen om aan onze bestelling te gaan werken. Niet dus.
Inmiddels druppelt het personeel van Lombok Dive binnen. Maar ons ontbijt is nog niet in zicht. Dan lopen we maar naar Lombok Dive, we kijken straks wel even of ons ontbijt nog komt of niet. Peter, Tom en Anique vullen nog even snel de laatste duiken in in hun logboek. Zo kan alles netjes gestempeld worden, en hebben ze alles weer compleet.
De foto voor het team is inderdaad een groot succes. Iedereen is onder de indruk. Begrijpelijk. De piramides op zich zijn al heel indrukwekkend, maar voor de mensen uit Lombok ook iets onbereikbaars. Iets wat ze alleen ooit in een boekje hebben gezien, of waar ze over hebben gehoord. Daarnaast heeft Egypte ook een redelijke bekendheid hier. Mesir, zo noemen ze het hier, is ook een islamitisch land, en heeft mede daardoor veel overeenkomsten met Indonesië.
De foto wordt midden op het bureau neergezet. Heel onhandig.
Umpuk wordt er even helemaal stil van. Hij blijft naar de foto kijken en zegt op zijn mooie, grappige manier dat hij heel blij is dat hij ons nu elke dag kan zien, ook als we weer in Nederland zijn. “Well bu, you know bu, I can see you every day bu, also when you are in Belanda bu. Me happy bu.”
In elke zin die hij tegen Peter of mij zegt, komt minimaal één keer het woord pak (bapak, meneer) of bu (ibu, mevrouw) voor. Voor mij hoeft dat meneer en mevrouw niet zo, maar hier is het heel gebruikelijk, en uit de mond van Umpuk klinkt het zo leuk, dat ik me er maar bij neergelegd heb dat ik hier een echte mevrouw ben.
Umpuk krijgt de komende weken eindelijk een beetje rust. Hij is sinds enkele jaren een heel trouwe moslim, voorheen was hij wat minder serieus volgens Mohni, en hij wil zich echt aan de Ramadan houden. En de combinatie van duiken en overdag niet eten en drinken is moeilijk vol te houden. Daarom neemt hij tijdens Ramadan 4 weken vrij. Zwaar voor de andere divemasters, die moeten dan toch meer duiken, maar iedereen heeft er wel begrip voor. Wat dat betreft zien de divemasters wel op tegen de Ramadan. Ze willen zich zoveel mogelijk houden aan de godsdienstregels, maar dat is niet helemaal vol te houden, en kan volgens mij ook niet gezond zijn.
Ik vraag me ook af of er geen uitzonderingsregels zijn waarbij je wel iets mag eten of drinken bij bepaalde beroepen, ziektes etc., maar zelfs dan willen de mensen hier niet onderdoen voor degenen die zich wel overal aan houden. Vandaar de keuze van Umpuk om dan maar niet te werken, zo komt hij ook niet in de verleiding om af te wijken van de regels.
Als we onze pannenkoeken, die toch nog op een of andere manier hier zijn gekomen, op hebben, zet ik de foto toch maar even ergens anders neer. Ik vrees dat de lijst met glas op het volle bureau niet lang in leven blijft. En echt handig staat hij daar ook niet. Maar in de grote glazen kast is nog een mooi plekje vrij.
We knippen nog snel een paar foto’s voor op de website van Lombok Dive. Dan kan Tom de nieuwe personeelsleden toevoegen als we weer thuis zijn.
Inmiddels is het 8 uur. De mannen vertrekken naar de haven. Tijd om afscheid te nemen. Ik haat dit, de tranen stromen nu al over mijn wangen, en de dag is nog maar net begonnen. Mohni zien we in elk geval straks ook nog, hij brengt ons vanavond naar het vliegveld.
Stilletjes lopen we terug naar de kampung. Daar wacht ons een aardige klus. Tassen inpakken.
Maar voor we daar aan beginnen gaan we eerst even naar Sareah. Die zou voor mij nog kokosolie maken. Op één of andere manier perst ze kokos uit, zodat er pure olie uitkomt. Die kun je goed gebruiken als huidolie, maar ook voor in de haren. Ik heb geen idee hoeveel Sareah heeft gemaakt, en hoe het verpakt is, dus daar gaan we eerst maar eens naar kijken.
Sareah schrikt een beetje als we er aan komen. Jullie gaan toch nog niet weg? Nee hoor, we komen straks afscheid nemen, als Boung ook thuis is. We leggen uit dat we alleen de kokosolie op komen halen, en we overhandigen wat spullen die we zelf niet meer mee terug nemen naar Nederland, wat bekers, koffie, thee, dat soort dingen.
Sareah haalt 2 plastic frisdrankflessen uit de kast, die heeft ze gevuld met de olie. Nu maar hopen dat ze de reis overleven, het zou vervelend zijn als ze onderweg kapot gaan, een litertje olie heb je liever niet los in de tas zitten.
Ook hebben ze nog een ander afscheidscadeautje, een flinke zak ongebakken kroepoek, speciaal voor onze Mister Kroepoek, Tom.
En van een betaling voor de olie wil Sareah niets weten, ze hebben al zoveel van ons gekregen de afgelopen weken.
Dan lopen we terug naar Bumi. De olie pakken we voor de zekerheid maar in een waterdichte zak die Tom met duiken heeft gebruikt. Als de flesjes gaan lekken, blijft de schade hopelijk beperkt.
We hadden ze ook even in de koeling kunnen zetten, als we die zouden hebben, want de olie verandert na een tijdje in een bonk vet, en dat gaat vast sneller als het koeler is. Als je de fles daarna even in heet water zet, heb je in no-time weer een fles olie. Maar ja, dat wisten we toen nog niet.
Als we in gaan pakken, bekijken we alle spullen even kritisch voor ze de tas in gaan. Even sorteren wat we hier laten.
Dat wordt nog een hele stapel. Knijpkatzaklampjes, kleine leeslampjes, spellen, slippers, handdoeken, kleren, toiletartikelen. Dat ruimt lekker op, en hier zijn ze er dolgelukkig mee.
De 3 duikpakken die we bij ons hadden blijven ook hier. Het pak van Anique gaat naar Mohni, Umpuk krijgt het pak van Peter, beetje groot, maar hij is er toch heel blij mee, het pak van Tom kan Mohni gebruiken voor zijn klanten of voor een andere divemaster, dat mag hij zelf uitzoeken. Zo blijft er heel veel ruimte over in de tassen, maar dat wordt toch redelijk opgevuld met de souvenirs en vele zakken kroepoek.
Anique brengt nog wat kleren naar Nurul, en komt terug met een leuk kralenarmbandje en een zakje ongebakken kroepoek, wat lief! Aan kroepoek hebben we de komende maanden geen gebrek.
Als de meeste spullen in de tassen zitten, lopen we naar Senggigi. Peter en Tom duiken met Mohni het internetcafé in. Problemen met virussen op Mohni’s laptop…vaste prik hier.
Anique en ik gaan op zoek naar Kim, die we nog even persoonlijk willen bedanken voor zijn leuke cadeautjes voor ons.
Meestal is Kim op het strand te vinden. We lopen dus via de nieuwe Pasar Seni, (waar een paar weken na de officiële opening nog steeds helemaal niets is te beleven, zonde!)
naar het strand. Een eindje verderop zien we een groepje verkopers staan, maar Kim
staat er niet bij. Ze kunnen ons wel vertellen dat Kim een tijdje geleden richting Senggigi Beach Hotel is gelopen. Daar wandelen we dan ook maar naar toe. Lekker sprinten door het losse zand. Er staat vandaag weer een stevige wind, maar het blijft heel warm.
Tot nu toe is er nergens een Kim te bekennen.
We lopen om de punt, waar we direct afscheid kunnen nemen van Awal en zijn vrouw, die hier staan met hun koffiekraampje. De koffie en pisang goreng slaan we nu over, we hebben een beetje haast vandaag…
Als we de hoek om zijn, zien we Kim in de verte staan. Gelukkig, hij ziet ons ook en
hij loopt in onze richting. Nog voor we hem kunnen bedanken voor de cadeautjes, begint hij zich te verontschuldigen. Hij had graag zelf iets voor ons willen maken, maar had daar niet genoeg tijd voor. We overtuigen hem ervan dat we heel blij zijn met de spulletjes die we hebben gekregen. Ook geven we hem nog een tasje met wat spullen voor zijn zoontje, een vlieger, wat schriften, een kladblokje en wat schrijfgerei. Hij is dolgelukkig!
Hij vraagt me onze namen op een papiertje te schrijven, zodat hij volgend jaar iets heel persoonlijks voor ons kan maken. Tja, dan moeten we volgend jaar maar weer naar Lombok gaan, er zit niets anders op.
Een andere verkoper, onze grote vriend Wawawa, geen idee hoe hij echt heet, maar de vaste Senggigi gasten kennen hem wel, komt even kijken. Of ik ook een cadeautje voor hem heb. Hij kan niet praten, dus dat vraagt hij niet in woorden, maar zijn gebaren zijn duidelijk genoeg. Eigenlijk heb ik niet speciaal iets voor hem, maar hij is toch heel blij met het schrijfblokje en de balpen die ik in mijn tas heb zitten.
Dan nemen we weer afscheid, ik word er niet vrolijker van, maar ben wel blij dat we Kim nog hebben gevonden.
Dan sprinten we verder naar de hoofdstraat. Daar wil Anique nog even kijken in een souvenirwinkeltje. Er zat nog een beetje ruimte in de tas…
We zoeken nog een paar leuke dingen uit en praten nog even met de Australische eigenaresse van de winkel. Ze woont sinds een paar jaar aan de rand van Senggigi, en dat bevalt haar prima. Daar kan ik me iets bij voorstellen.
Met onze laatste inkopen lopen we naar het internet café. We denken er nog net op tijd aan dat we nog moeten afrekenen voor het gebruik van het draadloos internet van de afgelopen weken. De jongen van internet noemt een heel laag bedrag. Maar waarschijnlijk kan hij ook niet controleren of we gebruik hebben gemaakt van internet, en hoeveel. Peter geeft maar een hele royale fooi, dat was de service ons wel waard.
We gaan nog even de ATM/pin-automaat leegplunderen. We moeten straks het hotel nog afrekenen, en dat kan bij Bumi vast niet met creditcard.
Dan nemen we afscheid van Bu Reni. Ze kijkt heel blij als ze ons ziet, maar we komen nu niet eten. Dani zit zo met de loempia’s op ons te wachten.
We zijn benieuwd of Warung Bu Reni het gaat redden. We hebben er een hard hoofd in. Zeker met de naderende Ramadan. Buiten ons kwamen er voornamelijk lokale mensen, voor een hapje eten of een kopje koffie. Die zullen de komende maand niet komen, en wij ook niet. Of de warung dat overleeft? We hopen het voor Bu, ze doet er erg haar best voor.
Dan nemen we afscheid van Senggigi, en lopen de laatste keer dit jaar terug naar de kampung. Met Tom’s benen gaat het nog niet super. Als er niets aan zijn benen komt, valt het mee, maar elke keer als hij gaat zitten, plakt zijn broek weer vast aan alle open blaren. Dat schiet dus niet op. En lopen voelt ook al niet zo lekker aan.
Als we in de kampung aankomen, zien we in het restaurantje één heel mooi gedekte tafel, met een wit tafelkleed erop. Die is vast voor ons bestemd. We worden er stil van, dit wordt een afscheid in stijl.
Dani komt er al aanrennen, met Bayu achter haar aan. Even vrolijk en verlegen als altijd.
Als we zitten haalt Dani 4 grote glazen vers sinaasappelsap uit de koelkast. En een echt voorgerechtje. Helemaal zelf gemaakt. Ze heeft plakjes tomaat in de zon gedroogd. Op een of andere manier heeft ze de tomaat gezoet. Het resultaat is heel anders dan de Italiaanse zongedroogde tomaatjes met olie, die we in Nederland zo lekker vinden. Dit is zoet, droog, maar heel erg lekker. Beetje snoepachtig, maar toch met een echte tomatensmaak. We zijn benieuwd wat er nog volgt.
Dan komt het hoofdgerecht. Een groot bord vol met echt lekkere loempia’s. Met een lekker pittig sausje erbij. Heerlijk. Als we volgend jaar weer hier komen, mag ze vaker voor ons koken…
Terwijl we zitten te eten, komen Eful en Peter van Duren afscheid nemen. Ze gaan samen op pad, en zijn niet voor de avond terug. We wensen Eful veel succes met al zijn plannen het komende jaar, we zijn benieuwd of hij echt iets gaat doen met het idee om in zijn kantoortje een Kampung Loco winkeltje met lokale souvenirs in te richten.
Bayu doet intussen veel moeite om onze aandacht te trekken. Maar zodra we reageren rent hij verlegen weg. Maar met ballonnetjes krijgen we hem dichterbij. Als we even later onze servetjes mooi in een waaiertje vouwen, is hij helemaal onder de indruk. Dani ook, net als de vrouw die haar vaker helpt in het hotel. Misschien hebben ze wel een baantje voor ons, als servettenvouwers van het hotel, dan kunnen we lekker blijven!
Maar dat zal er wel niet in zitten, dat vindt de eigenaar van Bumi Aditya nooit goed.
Als we het eten op hebben en Dani hebben bedankt voor dit heerlijke afscheidsdiner, lopen we terug naar de kamer. We leggen onze spullen in één kamer, zodat de andere kamer vrij is voor nieuwe gasten.
Dan komt het moeilijkste, afscheid nemen in de kampung.
We besluiten om eerst maar naar Adi en Mariam te lopen, en dan langzaam terug richting hotel, waar Mohni ons om 5 uur op komt halen.
We hebben allemaal zakjes met spullen bij ons, die we onderweg nog uit moeten delen.
Als we langs het winkeltje van Cuk en June komen, stapt June net op de motor. Ze gaat op bezoek bij hun zoon, Judy, die op een soort internaat zit. Hij komt maar af en toe naar huis, en we hebben hem deze vakantie niet gezien. Gelukkig hebben we nog een klein cadeautje voor hem, kan June dat direct meenemen.
Dan lopen we naar Adi en Mariam. Onderweg kijken we nog even bij de openbare badkamer in aanbouw bij de watertank. Het vordert al, er wordt druk gemetseld. Leuk om te zien hoe de mensen hier samen alles aanpakken en opknappen.
We kijken even of Kartini thuis is, misschien heeft ze vandaag vrij. Maar er is niemand, Eful natuurlijk ook niet. Dan zetten we de spullen die we voor hen hebben maar gewoon bij de deur, die vinden ze wel.
Als we bij Adi aankomen, zit hij al op ons te wachten.
We geven wat spulletjes af en worden uitgenodigd in het huis van Joep en Marijke, die op één of andere manier nooit thuis zijn als wij hier komen.
Even later komt Mariam met grote glazen thee. Als we zitten te drinken, kletsen en tegen het afscheid op zitten te kijken, komt Jacqueline binnen, ook zij komt afscheid van ons nemen. Zij blijven nog een paar dagen hier, en gaan dan via Bali terug naar Nederland.
Als we de thee op hebben, en een tweede kop hebben afgeslagen, we moeten echt verder, moeten we toch echt afscheid nemen van Adi en Mariam. En dat valt weer niet mee.
En dan moeten we nog de hele kampung door! Met betraande ogen zwaai ik tot we de hoek om zijn en Adi en Mariam niet meer zien. Een paar tellen later worden we opgevrolijkt door Boung. Die lacht altijd, en gaat direct naar binnen om koffie en thee voor ons te halen. Uiteraard tovert Sareah weer allerlei lekkere dingen voor ons tevoorschijn. En we zitten nog helemaal vol van de lunch.
Ondanks het naderende afscheid wordt het toch nog gezellig op de beruga. Hier loopt iedereen langs en is altijd wat te kletsen.
Als we een zakje ballonnetjes uit de tas halen, wordt het nog leuker. Even later vliegen de vrolijk gekleurde ballonnetjes door de kampung. En heel veel kinderen erachteraan.
Boung, het grootste kind, gaat ook weer helemaal uit zijn dak. Hij doet een recordpoging zoveel mogelijk ballonnetjes tegelijk op te blazen.
Dan wil Boung nog graag met Sareah en hun drie dochters poseren voor een echte familiefoto. Heel serieus. Aangezien we met onze fotocamera ook filmpjes kunnen maken, vragen we hun of ze een boodschap hebben voor Joep en Marijke.
Natuurlijk! Even later kakelen ze met zijn vijven door elkaar. Veel is er niet van te maken, maar dat mag de pret niet drukken.
Herman komt erbij staan en we laten hem voor de camera een demonstratie geven van de nieuw geleerde Nederlandse woordjes. Ik betwijfel of de woordjes nog blijven hangen tot Joep en Marijke over 2 maanden hier zijn.
Maar dat maakt niet uit, beginnen we volgend jaar gewoon opnieuw.
Dan is het half vijf, tijd om op te stappen. We moeten onze spullen bij elkaar pakken, en willen snel even tanden poetsen, omkleden en voeten wassen, die zijn hier altijd binnen 10 minuten vuil en stoffig. Met een lange reis voor de boeg is het wel zo fijn om fris op pad te gaan.
Na een zwaar afscheid worden we weer uitgezwaaid tot we uit het zicht zijn. Daan en Nurul lopen met ons mee naar Bumi, ze willen graag mee naar het vliegveld, maar we weten niet of dat past in de auto. Even afwachten dus.
Bij Bumi aangekomen zit Mohni ons al op te wachten. Heel erg op tijd. Budi, de chauffeur zit erbij, en Dita.
De auto van Lombok Dive is nog niet terug uit de haven, en in de auto van Budi durft Mohni zelf niet te rijden. Dus gaat Budi, de chauffeur, mee.
We gaan naar onze kamers om ons op te frissen en de spullen te pakken, en kijken dan wel met hoeveel personen we in de auto passen, maar ik vrees dat Daan en Nurul echt niet mee kunnen.
Als we onze “prachtige” kamer gedag hebben gezegd (het stuk zeep hebben we laten liggen als afscheidscadeau voor onze muis Tikus), blijkt dat dat inderdaad niet gaat lukken. Zonder de dames is het al proppen om alles en iedereen in de auto te krijgen. Vervelend maar het is niet anders, we zullen hier afscheid moeten nemen van Daan en Nurul.
En dat gaat als gewoonlijk gepaard met veel gesnotter bij alle dames in het gezelschap.
Ik schiet bijna in de lach als ik vanuit mijn ooghoek zie dat de vrouw die wel eens bij Bumi werkt, en die we eigenlijk nauwelijks kennen, ook heel erg staat te huilen.
Och, ze gaan ons allemaal heel erg missen…en dat is geheel wederzijds.
Budi snapt niets van alle ellende, en wacht in de auto. Dan geven we iedereen nog een laatste knuffel en stappen ook in. Als we het pad oprijden, komt June net thuis, kunnen we haar ook nog snel een laatste hand geven.
Dan zit het er echt op, dag vrienden, dag kampung, dag Senggigi, sampai jumpa tahun depan. Ja, volgend jaar komen we weer terug, dat staat wel zo ongeveer vast.
Een beetje op elkaar gepropt rijden we naar het vliegveld. Maar dat is gelukkig niet ver. We zijn trouwens benieuwd of we volgend jaar ook nog op dit vliegveld aan zullen komen. Er is een nieuw internationaal vliegveld in aanbouw, dat zou ergens in 2010 klaar zijn. Och, eigenlijk bevalt Selaparang vliegveld ons prima, lekker dichtbij Senggigi. En teveel toeristen moet Lombok ook niet krijgen vinden wij, zoals het nu is, is het prima.
Bij het vliegveld gaan we direct naar de internationale afdeling. Dita is bij Mohni op schoot in een diepe slaap gevallen. Mohni legt haar voorzichtig terug in de auto als we uitstappen.
Dan nemen we snel afscheid van Budi, en als allerlaatste van Mohni. Wat gaan we hem missen, en waarschijnlijk hij ons ook. We hadden veel meer met hem willen bespreken en plannen, over Impian Anak, maar ook over Lombok Dive. We hebben nog niet eens alle Impian Anak kinderen bezocht, en van de boekhouding van Lombok Dive is nog niet veel terecht gekomen. Dus dat gaan we de komende weken maar via mail en chat proberen. Eigenlijk moeten we de volgende keer maar niet in het hoogseizoen komen, als we Mohni nodig hebben voor andere dingen dan duiken.
Aan de andere kant is het natuurlijk geweldig dat hij het zo druk heeft. Maar af en toe ietsje minder was afgelopen weken wel handig geweest.
We zwaaien de mannen uit en gaan dan met onze spullen naar binnen.
We zijn benieuwd of we nog problemen krijgen met onze tickets en plaatsen. Maar we zien wel. Het zou wel leuk zijn als we niet meekunnen, dan gaan we gewoon lekker terug naar Loco…wat zou daar iedereen opkijken als we vanavond weer de kampung binnenwandelen.
Maar helaas, de grondstewardessen in Frankfurt hebben hun werk goed gedaan. Zonder problemen checken we in. Met onze bagage netjes binnen de 80 kilo.
Als we onze tassen kwijt zijn, gaan we even wat drinken. Veel is er aan deze kant van het vliegveld niet te beleven. Een barretje en een paar hele kleine souvenirwikeltjes.
Al snel wordt onze vlucht omgeroepen. Veel te snel, wel een uur te vroeg. Maar blijkbaar zijn alle passagiers al ingecheckt. Dat komt op zich goed uit, dan hebben we vanavond tijdens de overstap in Singapore iets meer tijd.
Rond half 7 lopen we naar het vliegtuig. De laatste passen op Lombok. Buiten is het al bijna donker. Na het opstijgen nog één laatste blik op dit o zo mooie eiland. Snik.
Dan zijn we weg, einde vakantie.
Nu volgt alleen nog een hele lange reis naar huis. Toch een relatief snelle reis. Rond 7 uur in de avond vertrekken we vanaf Lombok, morgenochtend half 7 landen we in Frankfurt (waar het dan wel 6 uur vroeger is dan in Lombok) . Ruim voor de middag zijn we dan weer terug in Blitterswijck.
Maar ondanks dat heb ik weinig zin in de terugreis. Eerst 2 en een half uur naar Singapore, daar een tussenstop van 2 uur, dan nog een vlucht van bijna 13 uur naar Frankfurt.
Het scheelt dat de eerste vlucht in de avond en de laatste vlucht in de nacht is, kunnen we in elk geval redelijk slapen.
Als we vrijdagochtend mooi op tijd in Frankfurt landen, gaat het snel. Auto ophalen en naar huis. In de regen…jasses.
Het voelt wel heel erg warm buiten, ondanks het miezerige weer.
Op de autoradio horen we hoe dat komt. Het is de afgelopen dagen behoorlijk tropisch geweest in Nederland en Duitsland. Met temperaturen van 36 graden!
Als we Nederland naderen wordt het droog en zonniger.
Zo hebben we in elk geval nog iets wat een beetje op Lombok lijkt.
 

Woensdag 19 augustus 2009

De laatste hele dag in Lombok. Wat vliegt de tijd. Vanaf nu staat onze tijd hier een beetje in het teken van afscheid nemen. Jammer, maar het is niet anders. De honden hebben vannacht geen zin gehad in de rijst van gisteravond. Tikus de muis ook niet, dus maakt Peter de overal rondlopende kippen maar blij met een rijstontbijtje. Peter en Anique vertrekken op tijd naar de Gili’s, voor een laatste dag duiken. Tom ligt nog lekker te slapen, dat zegt ons genoeg. Als hij mee had willen gaan, was hij vast al wakker geweest. En duiken durfde hij toch al niet aan, meegaan voor de gezelligheid heeft ook weinig zin, dan voorkom je toch niet dat je steeds nat wordt met in- en uit de boot stappen. We laten hem dus maar lekker liggen, en ik loop met Peter en Anique mee naar Lombok Dive. We pakken snel een kopje thee en wat banaantjes aan de overkant. Als Peter en Anique vertrekken, loop ik terug naar Loco. Tom is nog in diepe rust, en ik spoel nog even snel wat kleren uit. Dan komt Jacqueline langs. Met een cadeautje voor ons. Gekregen van Kim, de vrolijke houten schalen verkoper van het strand. Hij had beloofd nog iets aan ons te geven, maar zag ons nergens. Aangezien hij familie Van Duren wel tegenkwam en wist dat ze ook in de kampung logeerden, had hij gevraagd of ze dit aan ons wilden geven. Hij was bang dat hij ons zelf niet meer zou zien voor we naar Nederland vliegen. Helemaal tegen de Indonesische gebruiken in, maak ik nieuwsgierig het pakje, dat in krantenpapier is ingepakt, open. Kim heeft inderdaad iets moois voor ons uitgekozen. Een mooie kralenketting met een grote parelmoeren hanger en 2 mooie houten gekko’s. Ik word er even stil van. Nu moeten we in elk geval toch nog zelf op zoek naar Kim, ik wil hem natuurlijk even persoonlijk bedanken. Maar eerst iets anders, Tom is wakker geworden, en ik vind het nu tijd geworden om een dokter op te gaan zoeken. Gelukkig is Tom het daar nu wel mee eens. We besluiten maar naar Senggigi Beach Hotel te lopen, daar is een soort kliniekje. Maar we hebben geen idee of je daar zo terecht kunt, of eerst een afspraak moet maken. Maar dat horen we vanzelf als we er zijn. Onderweg komen we Eful tegen, en die weet ons te vertellen dat je gewoon de hele dag door naar binnen kunt lopen, een afspraak maken is niet nodig. Dat is dus wel handig. Bij het hotel is het even zoeken waar we naar toe moeten. De portier wijst een vage richting, ergens bij de personeelsgebouwen, huishoudelijke dienst enzo. Als we het daar nog een keer hebben gevraagd, komen we inderdaad bij een gebouwtje met een kruis erboven uit. De deur staat open, en we komen in een soort wachtkamertje. Maar we zien niemand. Dan wachten we hier maar even. Heel snel gaat er een deur open, en komt de dokter zelf ons ophalen. Maaf, sorry, zijn assistente is even weg. De dokter is een jonge Indonesische man, die netjes Engels spreekt. We worden meegenomen naar de spreekkamer. Daar komen we direct ter zake. Na een snelle blik op Tom zijn benen, weet de dokter genoeg. Diagnose: Het is niets ernstigs, komt best wel veel voor, het is heel erg besmettelijk. Het duurt ongeveer een week. Voor jongens is het helemaal niet ernstig, voor meisjes eigenlijk wel. Als oudere mensen het krijgen dan kan het wel heel nare gevolgen hebben. Zijn vader heeft het op oudere leeftijd gekregen en is daardoor gedeeltelijk verlamd. Maar we hoeven ons echt geen zorgen te maken, het komt allemaal goed. Ja, daar worden we vrolijk van… Maar wat is het eigenlijk??? De Engelse naam zegt mij niet zoveel, maar ik versta iets met pox. Ik loop in mijn hoofd de aanwijzingen nog even door. Het lijkt wel een puzzel. Dan gok ik op waterpokken. Ik heb gelukkig een klein woordenboekje Nederlands – Indonesisch in mijn tas en zoek waterpokken op; cacar air. Aarzelend lees ik het op, en ja hoor, dat is het, cacar air! Maar, zeg ik dan, dat heeft Tom al gehad toen hij 4 jaar was. Volgens mij krijg je dat maar één keer. Maar in Azië zijn blijkbaar verschillende soorten waterpokken, dan is dit een andere variant. Het heeft helemaal niets met zeewater of zo te maken, dus Tom mag best duiken. Mensen die op vakantie zijn moeten daar van genieten, is het advies van de dokter. Ja, mooi, maar met deze benen duikt Tom vast niet zo lekker, en na vandaag mag hij sowieso al niet meer duiken, omdat we morgenavond vliegen. Dan krijgen we nog even, als toegift op het consult, de buik van de dokter te zien. Niet omdat hij zo’n mooie buik heeft, maar zodat we kunnen zien dat hij zelf ook cacar air heeft gehad, kijk maar, daar zit nog een litteken! En dat is ook de reden waarom cacar air voor meisjes veel ernstiger is, die vinden het niet fijn als ze een litteken overhouden, jongens hebben daar niet zo’n problemen mee… Dus eigenlijk is er niet zoveel aan de hand, gewoon goed eten en drinken, en genieten van de vakantie, dan gaat het vanzelf over. Ik vraag nog even of er iets is wat we kunnen doen tegen de jeuk, zeker omdat we morgenavond een hele lange reis voor de boeg hebben. Ja, natuurlijk! Dan gaat de medicijnenkast open. Het lijkt wel uitverkoop. We krijgen Ibuprofen, een grote bus talkpoeder, Hydrocortisone zalf, Amoxilline tabletten (volgens mij antibiotica tabletten) en Dexamethasone tabletten, geen idee waar dat voor is… Dan vraagt de dokter ook nog of Tom moeite heeft met slapen. We ontkennen dat maar snel, voordat hij ook nog slaaptabletten uit de kast haalt. Alle tabletten worden in zakjes gestopt. Op elk zakje wordt “3x per dag 1 tablet” (en dat in het Indonesisch) geschreven. Bijsluiters krijgen we niet. Dat vind ik vervelend. Het gaat volgens de dokter vanzelf over, maar we krijgen nu massa’s medicijnen waarvan we niet echt weten wat het is, alleen dat hij van alle tabletten er 3 per dag moet innemen. De antibiotica kan ik me wel iets bij voorstellen, met zulke open plekken op de benen. De Ibuprofen zijn volgens mij gewoon pijnstillers, die heeft Tom niet nodig. Talkpoeder zal geen kwaad kunnen, de rest van de medicijnen laten we maar lekker in de zakjes zitten. Wij als eigenwijze westerlingen willen toch weten wat we slikken, en waarom, zeker als het voor iets is wat vanzelf ook over gaat. Inmiddels is de assistente ook weer teruggekomen. Die mag de rekening schrijven. Het is een redelijk westers tarief, we moeten 410.000 roepia betalen, ruim 28 Euro. Al met al zijn we blij dat we naar de dokter zijn gegaan. Nu weten we in elk geval wat Tom mankeert, en dat het allemaal weer helemaal goed komt, misschien op een littekentje na. Maar ja, dat beschouwen we dan maar als een souvenir van Lombok. De eerste kennismaking met de medische wereld in Lombok is ook niet tegengevallen. Nette dokter, net kliniekje, goede snelle service. Alleen al die medicijnen waarvan je niet weet wat het allemaal is, daar hou ik niet zo van. Een bijsluiter zou handiger zijn. Maar dat zal hier wel gebruikelijk zijn. Ik vraag me af hoe groot de verschillen zijn met de gewone lokale dokters, waar de Lombokkers zelf naar toe gaan, deze kliniek is natuurlijk helemaal gericht op toeristen. Wij gaan in elk geval gerustgesteld weer naar buiten. Als we buiten staan, bedenken we ons dat we de dokter eigenlijk wel even advies hadden kunnen vragen omtrent de astma-problemen in Lombok. We willen toch gaan kijken of we hier met Impian Anak iets kunnen doen voor de vele kinderen (en volwassenen) met astma. Maar dan hebben we wel iemand nodig die ons op medisch gebied kan helpen, daar ontbreekt ons de kennis. Maar ja, we kunnen hem natuurlijk niet overal mee lastigvallen. Tom heeft nog niet ontbeten, dus ik stel voor maar even lekker luxe in een restaurant op de hoofdstraat te ontbijten. Maar nee, dat vindt Tom zonde, als we even doorlopen, zijn we net op tijd terug voor het ontbijt bij Bumi Aditya. Dan doen we dat maar. En als we een minuutje te laat zijn, maakt Dani daar vast geen probleem van. En inderdaad, Dani is blij ons te zien. Alleen begrijpt ze niet helemaal hoe het zit. Tom, de fanatieke duiker is hier, en Peter en Anique zijn duiken… Ja, we zijn een familie vol verrassingen. Als ze hoort van Tom’s waterpokken, is ze vol medeleven. We krijgen direct allebei een groot glas vers sinaasappelsap. En de rest van het ontbijt gaat ook snel, dat scheelt als je zo laat gaat ontbijten. Als we na het ontbijt willen vertrekken, heeft Dani nog een verzoek. Of ze vanavond voor ons mag koken, als afscheidsdiner. Ze heeft al vlees gekocht en wil graag loempia’s maken. De schat! Maar we moeten haar teleurstellen, Mohni heeft ons ook al uitgenodigd voor een afscheidsdiner vanavond. En Sofie kennende staan er dan heel veel lekkere gerechten op ons te wachten. Ook nog loempia’s eten wordt dan een beetje te veel. Als ik Dani’s teleurgestelde gezicht zie, doe ik maar een ander voorstel. Misschien kan ze morgenmiddag voor ons koken. Ja, dat vindt ze ook prima. Dat is dus afgesproken! Dan lopen we terug naar onze kamers. Ik schrijf nog wat, Tom leest een boek. Zo vliegt de ochtend voorbij. Rond de middag lopen we naar Senggigi. Natuurlijk moeten we onderweg overal uitleggen hoe het bij de dokter is gegaan. Nieuws gaat hier snel rond… We eten een hapje bij Bu Reni, waarschijnlijk de laatste keer dit jaar. Vanavond eten we bij Mohni, morgenmiddag dus bij Bumi. Maar we lopen er morgen nog wel een keer binnen om afscheid te nemen. Hè, bah, ik haat afscheid nemen…maar dat hoeft morgen pas, nu nog even niet aan denken. Ik wil na het eten nog even een stukje lopen, maar Tom ziet dat niet zo zitten, die wil lekker liggen, op zijn buik, zodat de achterkant van zijn benen een beetje lucht krijgt. Dus loopt Tom terug naar Bumi. Ik ga nog even shoppen. Het wordt nu tijd voor de laatste souvenirs. De afgelopen weken heb ik overal wel leuke spullen gezien, maar ik weet niet meer waar ik wat heb gezien. Dus begin ik gewoon helemaal achteraan. Ik loop naar Art Market. Nu ik alleen door Senggigi loop, wordt me nog vaker transport aangeboden dan normaal, en wil iedereen weten waar de rest van de familie is, met wie, waarom, hoe lang. Ik heb tijd zat, dus klets gezellig mee, maar dat transport hoeft niet, met jalan-jalan kom ik er ook wel, en het is nog gezonder ook. Bij Art Market kan ik niet echt slagen. Op één of andere manier lukt me dat nooit. Ik heb ook een hekel aan dat afdingen, aan het feit dat je nergens gewoon ziet wat iets moet kosten. Dus loop ik een stukje terug. Daar zit een nieuw winkeltje met leuke spullen. Met prijskaartjes, dus je weet waar je aan toe bent. Uiteraard blijft hier weer wat aan mijn vingers hangen. Daarna nog even kijken bij Asmara, ook één van mijn favoriete winkeltjes. Leuke spullen, vaak net iets anders dan de standaard souvenirs, en ook weer met prijskaartjes. Ik krijg mijn aankopen mee in een linnen tasje, “al dat plastic is zo slecht voor Lombok”. Ik ben het helemaal met de verkoper eens. Dat zouden meer winkels moeten doen, maar het is natuurlijk wel een flinke investering voor de winkeliers. Daar hebben de kleine winkeltjes en kraampjes helemaal geen geld voor. Maar daar krijg je vaak een plastic tasje wat al vele malen eerder is gebruikt. Gerecycled plastic tasjes, eigenlijk ook niet zo slecht voor het milieu. Na Asmara loop ik nog even binnen bij de hele grote souvenirwinkel aan de hoofdstraat. Daarna heb ik mijn handen vol, dat is een nadeel van alleen winkelen. Niemand die de tassen voor je kan dragen. Bij de supermarkt koop ik toch nog snel een koude fles drinken uit de koelkast. Daar heeft Tom zo vast wel zin in, en anders ik wel. Want het is vanmiddag weer ontzettend heet. Het is dit jaar warmer dan voorgaande jaren, of ik kan er slechter tegen, dat kan natuurlijk ook. Als ik bij het hotel kom, ligt Tom lekker te lezen. Zo zijn de boeken in elk geval niet voor niets meegekomen naar Lombok. Ik zoek even mijn boeken uit. Heel veel heb ik deze vakantie niet gelezen. Veel te druk met andere dingen. En een paar boeken konden me ook niet echt boeien. Wat ik uit heb, en waar ik niet doorheen kom, blijft hier. Dat mag naar de verzameling boeken in het huis van Marijke en Joep. Over een paar jaar kunnen ze een bibliotheek beginnen. De boeken die dan nog overblijven, gaan mee terug naar Nederland, maar dat zijn er niet zo veel. Gelukkig, want de souvenirs moeten ook nog mee… Als Peter en Anique terug komen, frissen ze even op, en het is bijna standaard, net voor we de deur uit willen gaan, valt de elektriciteit weer eens uit. Tidak apa apa, endek kembe kembe, de zaklampjes liggen nog steeds binnen handbereik. Dus lopen we maar weer met een beetje licht naar de andere kant van de kampung, waar Mohni woont. Onderweg komen we Dani tegen. Die begint zich direct te verontschuldigen voor heel veel dingen. Dat de kamers niet zo netjes zijn, dat het ontbijt vaak zo lang op zich liet wachten, dat we maar één keer een beetje warm water hebben gehad etc. We proberen haar ervan te overtuigen dat we nergens problemen mee hebben gehad, en dat we het hier enorm naar onze zin hebben gehad, en een muisje meer of minder, dat maakt ons niet uit. Maar Dani heeft het er moeilijk mee. Begrijpelijk, ze werkt ontzettend hard en moet vrijwel alles in haar eentje doen, met zeer beperkte financiële middelen. We horen in de kampung steeds dat haar man niets uitvoert. Die indruk hadden we zelf ook al gekregen. En nu begint Dani zelf er ook over. Ze vraagt hem vaak om op zijn minst de technische klusjes op zich te nemen. Opknapwerk aan de huisjes, de watervoorziening. Maar zelfs dat doet hij niet. Nee, dat klopt. Elke ochtend loopt hij een beetje met een kapmes door de tuin te zwaaien, af en toe een takje snoeiend. Dan gaat hij vuurtje stoken, en wat rommel verbranden. Rond een uur of 8 in de ochtend zit zijn dagtaak erop, en de rest van de dag zien we hem niets inspannends meer doen. Dani vertelt dat ze elke ochtend om 4 uur opstaat. Voor het ontbijt moeten alle waterpompen op gang gebracht (die staan ’s nachts uit, omdat alles nogal lekt), dan moeten er boodschappen gedaan, ontbijt verzorgd, wassen, poetsen etc. Daarbij heeft ze ook nog de zorg voor haar zoontje. ’s Avonds is ze vaak nog laat bezig als er nieuwe klanten komen. Elke week komt de eigenaar van Bumi het geld ophalen wat ze met het hotel verdient. Dat is met de huidige drukte best veel. Maar er moeten nu ook steeds spullen gekocht die ze te weinig hebben. Handdoeken, lakens, serviesgoed, en er moet geld uitgegeven worden om de huisjes, die jaren leeg hebben gestaan, enigszins bewoonbaar te maken. Maar daar krijgt ze veel te weinig geld voor. Arme vrouw, ze doet zo haar best, maar het zit haar niet mee. En nu hebben wij ook geen tijd meer om haar klaagzang verder aan te horen, Sofie wacht met het eten. In het donker lopen we verder. Bij het bruggetje goed oppassend voor overstekende slangen. Als we in het donker de weg naar Mohni’s huisje hebben gevonden, wacht ons weer een heel uitgebreid candlelight diner. Sofie heeft zich weer helemaal uitgeleefd. Van Sofie horen we dat aan deze kant van de kampung al de hele dag geen elektriciteit is. Maar daar kijkt eigenlijk niemand meer van op, dat komt hier zo vaak voor. Veel vaker dan aan de andere kant van de kampung. We kletsen nog wat, bespreken wat dingen voor Impian Anak en Lombok Dive. Maar bij mij begint het naderende afscheid te knagen. Bah, morgen rond deze tijd zitten we in het vliegtuig. Overmorgen zijn we weer in Nederland. En we hebben hier nog zoveel te doen, hebben het nog zo naar onze zin. Maar ja, aan alles komt een einde. Als we na het eten afscheid nemen van Sofie, krijgen we nog een afscheidscadeau. Heel veel zakken van die lekkere kerupuk ceker ayam; kippenpotenkroepoek. Het zijn eigenlijk gefrituurde vellen van de kippenpoten, niet waar het vlees zit, maar het dunne stukje poot met de teentjes. Op internet heb ik ooit het recept in het Indonesisch gevonden. Het was een hele tekst, te lang om in de Indonesische les met Marijke te vertalen, dus heb ik dat Google Translate maar laten doen. Voor de liefhebbers, dit is het recept (excuses voor de vreemde vertaling, zelf hadden we het natuurlijk veel beter gekund). Kip klauw kraakinstallaties Materiaal: 1. Been / voet Kip Knippen / Vleeskuikenplanning 1 Kg 2. Keuken 1 eetlepel zout 3. Bawang Putih Lokaal 10 kruidnagels 4. Zure azijn 1 theelepel 5. Bumbu Penyedap Etnische secukupnya Tools: Pan, bekken, lepels, kokosolie, kachel, Filter How to Make: • Footwashing kip stuks / Vleeskuikenplanning kraakinstallaties grondstoffen te maken schoon en knip de nagels, of gekookt met water voor diseduh ± 10 minuten (water seduhan / stamppot moet veel voeten totdat kip float), en tiriskan. • Na een beetje koud, buiten de huid verwijderd, is uitgevoerd met een chirurgisch mes, nemen sisihkan huid en spier / vlees en beenderen zijn verwijderd. • Huid-kip benen met geselecteerde vlees / spier, gegeven het bedrag van veel kruiden en zout secukupnya. • Huid dat is een lade met gedroogde kruiden, droge plaats in de zon, evenals spier vóór, na gedroogde specerijen geleden (kip voeten huid drogen duurt slechts 24 uur terwijl de pees de tijd om 2 uur, totdat de voet ayarn en pezen ruwe en droog. • Koekenpannen in hete olie totdat de kleur ivoor (geelachtig) en til tiriskan. • Nog steeds in de hete gebied lekkage, kan ditaburkan burnbu penyedap zin royco / Masako en anderen. • Voor 1 kg kip benen zal kraakinstallaties kip voeten ± 1 - 1.5 oz. • Als u het gevoel dat afdol moeten kip voeten / ditaburkan smaak wanneer de huid is nog nat (voor gedroogde). Maar wij hebben geluk, we hoeven niet met dit vrolijke recept aan de slag. Sofie is voor ons naar de markt gegaan en heeft 6 grote zakken kant en klare kroepoek gekocht. En die mogen we morgen allemaal in onze tas proppen. We hebben nog geen idee hoe we dat voor elkaar gaan krijgen. Maar we kunnen moeilijk zeggen dat we ze niet meenemen. We zien wel. Als we de kroepoek in de tas hebben, hopen we maar dat we geen controle krijgen bij de douane. Kleine kans dat we dit mogen invoeren in Nederland (of Duitsland, waar we landen). Maar voorgaande jaren is het altijd goed gegaan, en het is wel lekker om in Nederland nog even te genieten van de Lombokse kippenpootjes. En in de toko in Nederland hebben we ze nooit zien liggen. Dan nemen we echt afscheid van Sofie. Mohni zien we morgen vast nog heel vaak. Hij zal ons in ieder geval naar het vliegveld brengen. We lopen terug naar Bumi. Tom en Anique gaan naar bed. Peter en ik vinden het nog een beetje vroeg. Dus lopen we nog even naar Senggigi. We gaan bij Mario’s zitten, zodat we bij ons drankje nog even de mail kunnen checken. Daar zit de bar vol met mannen, ik vermoed Europeanen en Australiërs, die in Indonesië wonen. Allemaal behoorlijk aangeschoten/dronken en vreselijk vervelend en luidruchtig. Onze stemming was al niet opperbest, de laatste avond in Lombok, en dit gezelschap maakt het er niet beter op. Dan gaan we ook maar terug naar het hotel, en duiken we het bed in. Nog één dag te gaan in Lombok, en daar zie ik als een berg tegenop. Afscheid nemen is nooit mijn sterkste kant. En morgen zullen we het grootste deel van de dag bezig zijn met afscheid nemen. Het begint al voor 8 uur in de ochtend, als de bemanning van Lombok Dive ons graag een goede reis willen wensen, en zal doorgaan tot we op het vliegveld zijn. En dan vergeet ik nog iets, vannacht zullen we de laatste keer samenzijn met onze Tikus, de muis. Misschien moeten we Dani maar vragen op ze het half opgeknabbelde stuk zeep op de wastafel laat liggen als wij weg zijn. Dan heeft Tikus in elk geval nog een aandenken aan ons!
 

Dinsdag 18 augustus 2009

Vandaag kunnen we weer uitslapen, we hebben niet zo veel plannen. Maar uitslapen hier lukt niet, en is ook zonde, in de ochtend is het hier zo lekker. Niet te warm, lekker rustig. Als we allemaal wakker zijn, gaan we in het hotel ontbijten. Het is niet te geloven, maar dat gaat heel snel vandaag. Als we even later weer bij onze huisjes zitten, komt Adi langs. Hij zou nog een horloge aan ons meegeven voor Nick en Elise. Een garantiegeval of zo. Wij blijven nog wel even in Lombok, maar Adi is bang dat hij het anders vergeet. Och, en dan bedenkt Tom dat hij ook nog wel een mooi horloge wil. En ik kan er nog een gebruiken, Anique dan ook maar, dan hebben we allemaal weer een nieuw Lomboks horloge, en kunnen we er weer een jaar tegen. Wij blij, Adi superblij. Hij is de kampung nog niet uit en heeft al 3 horloges verkocht, waarvan voor Tom zo’n mooi automatisch horloge. Adi kijkt nóg gelukkiger als hij van Peter het automatische horloge krijgt wat we in januari 2007 bij hem hebben gekocht. Ja, echt, 2 en een half jaar geleden gekocht, echt nep, en hij doet het nog steeds prima. Alleen toe aan een nieuw bandje en wat krasjes op het glas. Peter heeft vorige week een nieuwe gekocht, de oude is nu voor Adi. We zijn wel benieuwd of hij het horloge ook echt zelf gaat dragen. Opgewekt gaat Adi naar Senggigi, kijken of er nog meer valt te verdienen vandaag. Als we later ook naar Senggigi lopen, komen we Adi weer tegen voor de supermarkt. Hij loopt wat rond met zijn DVD’s, maar er zijn in de verste verte geen toeristen te zien. Vreemd, alle hotels zitten elke nacht vol, maar overdag blijft het heel rustig overal. Het nieuwe horloge heeft Adi nog niet om; er moet eerst een ander bandje om, zegt hij. We vragen of hij zin heeft om mee te gaan ergens wat drinken. Ja, een kopje koffie lust hij wel, dus gaan we bij Warung Bu Reni zitten. Even later komt Mohni er ook aan, en zo hebben we een gezellig clubje bij elkaar. Adi en Mohni kunnen het wel vinden samen, allebei heel rustig, vriendelijk, zorgzaam. Uit Nederland krijgen we via de mail een minder leuk bericht. Mijn zus is afgelopen weekend opgenomen in het ziekenhuis, blindedarmontsteking. Mijn eerste ingeving is om even snel te bellen hoe het nu gaat, maar gezien het tijdsverschil met Nederland kan ik nu beter niet bellen. Straks dan maar. Als Mohni weer verder gaat, blijven wij met Adi zitten, en kunnen weer eens uitgebreid bijpraten. Dat komt er vaak niet van, ondanks het feit dat we elkaar elke dag wel een paar keer tegenkomen. Nu we hier toch nog bij bu Reni zitten, kunnen we net zo goed wat eten bestellen. Adi hoeft niet, dat vindt hij niet leuk voor Mariam, die zit zo met eten op hem te wachten. Maar een glas drinken gaat er nog wel in. Al pratend over eten en drinken, komen we op de Ramadan, de vastenmaand, die over een paar dagen begint. Dat is altijd een zware maand. Van zonsopkomst tot zonsondergang niet eten, drinken en misschien nog wel erger, niet roken. En dan zodra de zon onder is, heel veel eten. Adi vertelt dat hij elk jaar tijdens de Ramadan een keer met Mariam naar Mataram gaat. Om dan ’s avonds in het grote luxe winkelcentrum Mataram Mall bij Mc Donalds te eten. Eigenlijk veel te duur, maar Mariam is verzot op de hamburgers. En één keer per jaar kan dat wel. Zelf hebben we wel eens in Mataram Mall bij Kentucky Fried Chicken gegeten. Ook lekker, maar voor Lombok begrippen inderdaad schandalig duur. Alles wat westers is, moet je dik betalen. Dit jaar laten we de hamburgers en kipnuggets voor wat het is, en eten we lekker Indonesisch. Adi vertelt nog dat hij later in de middag naar de kapper moet. Vorig jaar is Peter een keer met hem meegeweest naar de kapper. En Peter’s haren zijn nu weer vreselijk lang, ze hangen steeds in zijn ogen (grapje), dus hij besluit vanmiddag gezellig met Adi mee te gaan. Ik twijfel nog even of we daar wel genoeg geld voor hebben, vorig jaar was hij maar liefst € 0,42 (ja echt, 42 eurocent) kwijt voor een knipbeurt. En misschien is het nu nog wel duurder geworden. Maar ja, het moet maar… Dan krijgen we nog een idee. Als Peter en Adi na de knipbeurt eens doorrijden naar Mataram, kunnen ze bij Mc Donalds een paar afhaalmenuutjes halen, voor ons, Adi en Mariam, en dat eten we dan tegen de avond gezellig samen op. Adi ziet het plan wel zitten, dat zal Mariam geweldig vinden (en hij zelf vast ook wel). Dan gaat Adi naar huis, bij Mariam een hapje eten. Wij hebben net gehad, en lopen nog even naar de supermarkt. Heel langzaam komt toch het einde van de vakantie in zicht, en ik wil nog een voorraadje Sunsilk haarconditioner meenemen. Vorig jaar hadden we 2 flesjes meegenomen, super spul. Anique en ik zijn er heel zuinig mee omgegaan, maar ze zijn nu al een paar maanden op. Nu dus maar iets meer meenemen. We kopen de hele voorraad van 4 flesjes en zien dan nog iets voor Boung en Sareah. Een hele grote zak met zakjes Indo-cappuccino. Die vindt Boung zo lekker, Peter ook. Dus hebben we een week geleden een kleinere verpakking aan hem gegeven. Nu krijgt Peter van Boung steeds die cappuccino, maar voor zichzelf vindt hij dat zonde, hij drinkt gewone Lombok koffie. Met zo’n grote voorraad en Peter die over 2 dagen vertrekt, blijft er genoeg over, en kan Boung zelf de komende maanden ook eens lekker genieten van de cappuccino. Dan lopen we terug naar Bumi. Anique moet nog studeren. Ja, in de vakantie. Ze heeft inmiddels alle oefeningen gedaan voor het PADI-duikbrevet, maar moet het theorie-examen nog doen. En daar moet voor geleerd worden, dus duikt ze nu maar niet in zee maar in het dikke PADI-instructieboek. Peter gaat met Adi naar de kapper. Ik ga een stukje schrijven, Tom gaat balen omdat zijn benen maar niet op willen knappen, en er nu ook al plekjes op zijn buik en in zijn hals komen. Als het in Nederland ochtend is, bel ik mijn moeder op om te vragen hoe het met Agnes gaat. Tja, niet zo goed, ze ligt na een operatie nog steeds in het ziekenhuis, en ligt nu min of meer af te wachten of er nog complicaties optreden. Vervelend, op zo’n moment kun je van hieruit niet even een kopje thee gaan drinken en het hele verhaal aan horen. In Nederland en hier kunnen we niets anders doen dan afwachten en maar hopen dat alles goed gaat. Als Peter een tijdje later belt om te zeggen dat ze op de terugweg zijn, over een half uurtje zijn ze in de kampung, ruimen we op en lopen dan naar het huis van Adi en Mariam. Als we langs de watertank komen, wordt daar heel druk gewerkt. Niet aan de tank, die doet het nog steeds prima. Maar ernaast. Daar worden 2 hokjes gebouwd, één voor een douche, het andere voor een toilet. Familie Van Duren heeft dit gesponsord. Geweldig! Vooral de mensen die tegen de berg aan wonen, zullen hier heel gelukkig mee zijn, maar door de mensen die in de kampung zelf wonen, zal er vast ook gebruik van worden gemaakt. Het is mooi te zien hoe de mensen hier heel snel beslissingen kunnen nemen. Een paar dagen geleden bedacht, nu wordt er door de mensen uit de kampung al druk gewerkt. Over een paar dagen wordt alles vast in gebruik genomen. Maar of wij dan nog hier zijn? Ik denk het niet. Als we bij Mariam aankomen, weten we eigenlijk niet of ze weet dat er een lekkere maaltijd aankomt, of dat Adi haar wil verrassen. Lastig. Ze kijkt in elk geval een beetje vreemd op dat wij eraan komen, we weten dat Adi er niet is. Ze heeft in elk geval niets meer van de heren gehoord, en neemt aan dat ze zo terug zullen zijn. Wij ook. Even later zitten we allemaal achter een groot glas thee. En er komt maar geen eten… We proberen het gesprek een beetje op gang te houden, maar dat is lastig in het Indonesisch. Ik begin me een beetje zorgen te maken, ze blijven nu wel erg lang, dus bel ik Peter. Ze komen er nu echt zo aan, ze hadden wat oponthoud onderweg. En inderdaad, een paar minuutjes later horen we het motortje aankomen. Met Peter en Adi, en een zak eten van Mc Donalds. We nemen plaats op de grond, en onder het genot van de hamburgers en inmiddels koude frietjes, horen we waarom ze zo lang over de terugweg hebben gedaan. Dat zit zo. Gisteren was Hari Merdeka, daarom was er vandaag feest. Voor het kantoor van het districtsgebouw was een optocht van marcherende kinderen. En daar kom je niet zomaar langs. Hebben we gisteren de hele dag gehoopt een marcherende Khaerul te zien, gebeurt het vandaag…en zien we hem niet! Toen ze in de file stonden, kreeg Peter wel een telefoontje, van Mohni. Die stond dus een stuk voor Peter en Adi stil, en kreeg ineens een klap op zijn schouder en hoorde iemand Hey Boss zeggen. Dat was dus Khaerul, die inderdaad moest marcheren. Mohni heeft gelachen, Khaerul in traditionele kleding, met traditionele hoofdbedekking, en daaroverheen (ja, dat kun je alleen van Khaerul verwachten) een grote blitse zonnebril. Helaas heeft Peter hem niet meer gezien. Nu weten we in elk geval waarvoor de kinderen zo driftig hebben geoefend met marcheren, voor de dag ná Hari Merdeka. Even later ligt er op de vloer alleen nog een klein zakje frietjes en een paar kipnuggets. We hebben allemaal genoeg gegeten. Eerlijk gezegd kan ik een bord nasi goreng toch meer waarderen. Maar Adi en Mariam vonden het heerlijk. De frietjes en nuggets die over zijn worden bewaard, voor vanavond. Voor ons is het weer tijd om op te stappen. Anique moet examen gaan doen bij Mohni. Peter loopt mee om te kijken hoe het met de boekhouding gaat. Tom en ik lopen even terug naar Bumi, waar we Tom zijn benen nog maar een keer voorzichtig schoonmaken. Inmiddels zijn de plekken naar elkaar toegegroeid, waardoor de hele achterkant van zijn benen één grote open plek begint te worden. Met weer wat nieuwe plekjes op zijn buik, in zijn hals en gezicht, en met het oog op een lange terugreis komende donderdag, lijkt het mij een heel goed idee om morgen toch maar eens naar een dokter te gaan. Tom is er nog niet van overtuigd, maar ja, veel keuze heeft hij denk ik niet… Als wij een uurtje later ook naar Lombok Dive lopen, is Anique bijna klaar met het examen. Nog een paar vragen. Inmiddels is Mohni alvast begonnen met het invullen van de formulieren van Peter en Tom die naar Australië moeten gestuurd. Zij hebben deze vakantie alle onderdelen van het vervolg duikbrevet, Padi Advanced, met succes afgelegd, en krijgen een nieuw brevet. Als Anique klaar is, volgen een paar spannende minuutjes, Mohni moet haar examen nakijken. Maar de spanning is niet nodig, ze heeft het prima gedaan. Een paar foutjes, die ze nog even met Mohni doorspreekt. Dan worden haar formulieren ook ingevuld, en krijgt ze alvast een voorlopig duikbrevet. Het echte brevet komt over een paar weken per post uit Australië. Dat is een feestje waard, maar we hebben eigenlijk geen zin in een dineetje. Na de hamburger en frietjes zitten we even helemaal vol. Dan wandelen we maar een stukje. Eerst even kijken of we Dianne nu wel treffen in haar winkeltje. En nu hebben we geluk. Ze is, samen met haar man, bij Anna’s Gift Shop. We zoeken een paar leuke souvenirs voor onszelf en nog wat cadeautjes uit. Een hele mooie schaal van aardewerk in de vorm van een vis. We twijfelen, hij is redelijk zwaar, en natuurlijk erg breekbaar. Maar we kunnen hem niet laten liggen. Een leuk cadeau voor opa en oma, die er de afgelopen weken voor hebben gezorgd dat ons gazonnetje netjes werd bijgehouden. Natuurlijk vinden we ook weer een mooie gekko, voor op Toms kamer, waar de gekko-verzameling inmiddels over alle muren kruipt. Dat is het leuke van Lombok, elk jaar vinden we wel weer een ander soort gekko. Hij heeft inmiddels gekko’s van hout, stof, aardewerk, bot, metaal, kraaltjes, en in alle kleuren en maten. Als we voor een jaartje afscheid hebben genomen van Dianne en haar man (volgend jaar komen we terug, dat staat vast) lopen we nog even naar Papaya voor een drankje. Op de weg voor Papaya is een meertje ontstaan. Regen hebben we volgens mij niet gezien vandaag, er zal dus wel iets mis zijn gegaan met de waterleiding of zo. Maar het heeft wel wat, zo’n grote waterplas op straat. Als we het drinken op hebben, gaan we terug naar Bumi. Nog even lekker zitten, zonder herrie. Hoewel, daar is ook een feestje aan de gang. Toen we vanmiddag terugkwamen, was de man van Dani met iets bezig. Stukken bamboestok werden gevuld met rijst en een vloeistof. Even later werd er voor ons huisje, naast het vijvertje, een sleuf gegraven. Daarboven werd met stokken een soort rekje gebouwd. De sleuf werd gevuld met kokosschalen. Nu hangen de bamboestokjes boven/in een vuurtje. En het is echt gezellig. Er staat een tv en een radio buiten, er liggen een paar jongens/mannen in het donker om het vuurtje, af en toe wordt er op een gitaar getokkeld, en ze hebben veel plezier. De elektriciteit voor de apparatuur halen ze van de tuinlantarentjes. Nu zien we het voordeel van lantarentjes zonder glas. Via de fitting loopt een draad naar het (leegstaande) vijvertje. Inventief zijn ze hier wel! Ondertussen wordt er door de heren driftig getelefoneerd, alsof ze meedoen aan belspelletjes op radio en tv. Tom en Anique vinden het mooi geweest en duiken in bed. Peter en ik gaan nog even met een boek op het terrasje zitten. Even later komt Eful kijken bij het kleine feestje. Dan komt Eful met Nur, onze sponsorzoon, ons ook iets lekkers brengen. Leuk, ontdekken we ook het raadsel van de bamboestengel. Er zit een bananenblad in, opgerold tot een koker. Als daaraan trekt, komt de hele koker eruit, die is gevuld met rijst, die in het vuurtje is gaargestoomd. Peter proeft de bovenste hap van de rol rijst. Heel zanderig, maar waarschijnlijk is er wat zand van de sleuf in terecht gekomen. De rest van de rijst is een beetje plakkerig, de smaak kan ik niet thuisbrengen. Geen kokos, niet zoet, niet zout, eigenlijk niet echt veel smaak, maar ook geen gewone rijst die in water is gekookt. Misschien iets met bamboe extract of zo. Na een paar hapjes vinden we het wel genoeg. Het is ook bedtijd geworden. We laten de rol rijst maar op het tafeltje liggen, voor de honden of onze muis, we wensen ze selamat makan. Als wij naar binnen gaan, is het feestje ook abrupt afgelopen. Het zou me niet verbazen als ze de instructie hebben gekregen te stoppen als wij naar bed gaan.
 

Maandag 17 augustus 2009

Selamat Hari Merdeka! Hè hè, vandaag is het Hari Merdeka, de dag van de vrijheid. We zijn benieuwd wat ons te wachten staat. De hele vakantie zien we al van alles, voorbereidingen op scholen, versieringen, auto’s, taxi’s en zelfs de boot van Lombok Dive zijn versierd met Indonesische vlaggen. Andere jaren zijn we nooit op 17 augustus in Indonesië geweest. Nu wel! Spannend! We hebben dus niets gepland voor vandaag, we zien wel wat er gaat gebeuren. In de ontbijtzaal is het erg druk…alle 2 de tafeltjes zijn bezet. Dus laten we lekker luxe het ontbijt naar ons terrasje brengen. Net zo handig! Bij Bumi is het nog steeds vol. In de kamer naast ons hebben zelfs 6 jongeren geslapen. Zal lekker druk zijn geweest! Toen de mensen weg waren, lagen er in de kamer allerlei papieren met Nederlandse teksten. Eful vraagt Peter of hij weet wat het is. Ja, blijkbaar was het een bijbelstudie-reis of zo, want de papieren staan vol met vragen over bepaalde bijbelteksten. Een gezelschap moderne missionarissen of zo. De kamer daarnaast werd bewoond door een man die gisteravond heel veel foto’s van de lucht maakte. Volgens Eful was dat een man die in de wolken heel veel dingen kan zien. Iets met geesten en andere onverklaarbare zaken. Tja, dan zijn wij maar gewone saaie mensen. Hoewel, misschien valt er ook wel iets te zien in de vlekken op Tom zijn benen. In elk geval zie ik dat het er niet beter uit ziet dan gisteren. Slechter zelfs. Maar hij vindt het niet nodig om naar een dokter te gaan. Nog een dag niet in zee, dan knapt het vast wel op. We hopen het. In afwachting van de feestelijkheden, gaan we maar eens rustig op visite bij Sareah. Terwijl we op de beruga aan een kop thee (en Peter aan een kop Indo-cappuccino) zitten, en Sareah druk bezig is in de keuken (ze kan het niet laten steeds iets lekkers te maken als we hier zitten), zien we Adam naar Bumi Aditya lopen. Ja, Adam, dat waren we bijna vergeten. Hij zou vandaag de bestelling van reclame-materiaal voor Impian Anak klaar hebben. We halen hem naar de beruga van Sareah en hij showt alles wat hij heeft gemaakt. Het ziet er prima uit. Mooie kleuren, netjes afgewerkt. En stipt op tijd. Keurig. We krijgen zelfs 2 extra pennen met Lombok opschrift cadeau (dat heb je als je niet te veel afdingt). We bedanken hem uitbundig en vragen zijn telefoonnummer op te schrijven, zodat we nog altijd bij kunnen bestellen als we iets nodig hebben. We gaan de spullen cadeau doen aan de sponsors van Impian Anak, en hopen dus heel snel door de voorraad heen te zijn… Als Adam weer weg is, komt Sareah uit de keuken, met een schaal tempeh goreng en een schaal oté-oté en kroepoek. Mjammie. Mohni belt of we zin hebben om naar Kuta te gaan, hij moet er nu naar toe, we kunnen wel meerijden. We vinden het heel aardig aangeboden, maar vandaag liever niet. Het is toch een eind rijden, Kuta is heel mooi, maar hebben we al vaker gezien, en Tom zoekt het niet om een hele tijd in de auto te zitten, zijn benen jeuken zo. Nurul, die inmiddels bij ons is komen zitten, babbelt er vrolijk op los. Ze is heel erg veranderd afgelopen jaar. Ze doet heel veel moeite om Engels te praten en is veel minder verlegen. Samen met Sareah is het een ideale combinatie voor ons. Sareah spreekt Indonesisch, en wat we niet verstaan probeert Nurul in het Engels te vertalen. Zo leren we er allemaal wat van, en hebben we uiteraard ook veel lol. Vooral als Sareah iets wil vertellen wat ik niet begrijp. Haar oplossing is om het dan steeds harder te herhalen. Maar met mijn oren is niets mis, met mijn Indonesisch helaas nog wel het een en ander. Maar langzaamaan wordt het beter, heeeeeel langzaamaan. Als we iets echt niet begrijpen, worden er andere manieren verzonnen om het duidelijk te maken. Op een gegeven moment loopt Nurul naar haar huis en haalt iets op. Het gesprek ging over sarongs en speciale traditionele kleding, dat heb je op Hari Merdeka. Dan komt ze terug met een stapeltje foto’s die we haar ooit hebben gegeven (en allemaal heel zorgvuldig worden bewaard). Even zoeken, dan heeft ze de juiste, de foto van de eerste keer dat we in Lombok waren, toen Anique met de kinderen heeft gedanst. In de traditionele kleding. Dat bedoelde ze, zo’n bloesje als ze op de foto aan hebben. Dat herinnert Anique er weer aan dat ze nog wat kleren heeft liggen, die haar de volgende zomer vast niet meer passen. En die dus voor Nurul zijn. Samen halen ze de kleren op bij Bumi. Nurul straalt weer, en de komende jaren zullen we de kleren vast nog heel vaak door de kampung zien lopen…eerst bij Nurul, en daarna nog bij heel veel andere kinderen. Een paar dagen geleden is trouwens ook het raadsel van Peters verdwenen T-shirts opgelost. Aan het begin van de zomer hebben we het hele huis op zijn kop gezet. Peter was 3 T-shirts kwijt. Ik wist zeker dat ze na de vorige zomervakantie mee terug waren gekomen uit Lombok. Het waren shirts passend bij overhemden, die waren ook terug en hingen thuis netjes in de kast. En Peter was ervan overtuigd dat hij de shirtjes ook niet in november, toen hij een paar dagen alleen naar Lombok is geweest, heeft achtergelaten. Maar ja, thuis waren ze niet. Daarna hebben we er ook maar niet meer naar gezocht, en niet meer aan gedacht. Tot we op een gegeven moment Adi zagen, met een bekend groen T-shirt. Eén van de drie missende shirtjes. Ja, die had hij van Peter gekregen, toen die alleen in de kampung was. En nog een blauwe, en een gestreepte, maar die was hij kwijtgeraakt met vissen. Mooi, dan waren de shirts toch goed terecht gekomen, en weten wij weer dat het thuis in Blitterswijck niet spookt (en dat Peter soms een beetje vergeetachtig kan zijn). Rond de middag lopen we naar Senggigi. Een beetje in afwachting van de feestelijkheden die komen gaan. Maar er is nog niets aan de gang, en het ziet er ook niet naar uit dat er nog iets gaat gebeuren. Alles gaat zijn normale gangetje. Vreemd! Dan maar wat eten, maar dankzij Sareahs goede zorgen hebben we eigenlijk helemaal geen honger. Dorst wel, daar zorgt de hoge temperatuur wel voor. Dus drinken we wat bij Mario’s. Daarna lopen we naar Anna’s shop, maar we treffen het niet, Dianne is er weer niet. Tidak apa apa, komen we gewoon nog een keer terug. We lopen nog even naar het postkantoor en duiken de supermarkt in op zoek naar een paar ingrediënten voor de tempé goreng. Misschien is het bij de toko in Nederland ook wel te krijgen, maar hier moeten ze het zeker hebben, dan heb ik in elk geval de verpakking, dat zoekt wat gemakkelijker in Nederland. Anique ziet nog een paar zwembandjes, die zijn wel handig voor Nurul. Ze wil graag leren zwemmen, maar dat valt niet mee. Misschien dat het met de bandjes iets beter gaat. Het is het proberen waard. Met al de inkopen lopen we terug naar Bumi. Peter loopt nog even naar Lombok Dive. Hij wil Opan op weg helpen met de boekhouding. Kartini komt voor Anique nog een paar mooie haakwerkjes brengen. Met de lessen schiet het niet op, dus heeft ze zelf maar snel iets voor Anique gehaakt. Een paar schattige roze en groene telefoontasjes, een haarspeld en een grote bloem. Wat lief! Als de meiden uit de kampung even later komen, gaat Anique mee naar het strand om te zwemmen. Tom en ik doen even pelan-pelan, beetje lezen, beetje schrijven. Rond 5 uur lopen we ook naar het strand. Vandaag is er weer een belangrijke voetbalwedstrijd op het strand. Er is een heel toernooi aan de gang, met wel elke dag een wedstrijd. En er doen verschillende teams uit Loco mee. Die moeten we toch even zien. We halen Peter op en lopen samen naar het strand. Daar is het heel erg druk, maar dat heeft meer met de voetbalwedstrijd te maken dan met Hari Merdeka. Als ik het goed begrijp speelt er een team uit Loco, met oranje shirts, tegen team BeachBoys, zonder shirts. Het spel is best moeilijk te volgen. Het veld/strand loopt steil af, lijnen zijn er niet. De doelen bestaan uit een paar bamboe palen. Het publiek hangt-zit-ligt lekker op het strand. Maar het voetbal is hier een uiterst serieuze aangelegenheid. Er is zelfs een echte omroeper; Odjong. Hij staat op het muurtje bij Pasar Seni 2, vanwaar hij een goed zicht heeft over het spel. Naast hem staat de grote geluidsinstallatie, die Orbis een paar jaar geleden heeft gesponsord. Die wordt dus nog steeds goed gebruikt. We kunnen Odjong’s commentaar niet helemaal verstaan, maar het klinkt heel spannend. Anique en het groepje kinderen uit de kampung zijn inmiddels een heel eind verderop in de zee aan het spelen. De verkopers die overdag op het strand rondlopen, pakken allemaal hun spullen bij elkaar om naar huis te gaan. Dan komt Kim eraan. De vrolijk houten schalen-verkoper. Hij is heel blij ons te zien, hij heeft ons al een paar dagen gemist. Dat kan kloppen, we zijn de laatste tijd inderdaad niet zo veel hier op het strand geweest. Ja, we hadden hem beloofd nog iets te kopen. Dat waren we niet vergeten, dat weet hij natuurlijk ook. Maar nu we hem toch zien, kunnen we dat net zo goed nu regelen. Dus gaat hij zijn hele koopwaar uit de kranten pakken. We nemen Kim even mee naar het koffiestalletje onder de bomen, kunnen we even rustig zitten, iets drinken en dan mooie dingen uitkiezen. Dat vindt Kim een prima idee. Pas als hij echt alles heeft uitgepakt, mogen we gaan kiezen. Moeilijk hoor, ik vind het eigenlijk allemaal wel mooi. Maar er zitten best wel grote spullen bij, lastig mee te nemen. Maar ach, we hebben best wel grote tassen, en we laten heel veel spullen hier achter. Dus kiezen we maar een stuk of 4 schalen uit en 2 maskers. Kim wordt er helemaal gelukkig van. Na een klein beetje onderhandelen, voor de vorm, rekenen we af. Dan belooft hij ons nog een cadeautje te brengen, voor we weer naar Nederland gaan. Hij vraagt wel 5 keer na wanneer we nu precies vertrekken. Ik baal dat ik niets leuks meer in mijn tas heb zitten. In het hotel hebben we nog een paar nylon vliegertjes liggen, waarvan ik er één aan Kim wilde geven voor zijn zoontje, maar daar heb ik nu niets aan. Maar misschien zien we hem nog… Inmiddels is de voetbalwedstrijd ook afgelopen, dat komt goed uit, want het wordt hier snel donker. Volgens mij heeft team BeachBoys gewonnen, wat zal het zo stil zijn in Loco… Als we teruglopen, kijken we nog snel even in het kantoor van Lombok Dive. Opan (die eigenlijk Krisna Efendi heet) zit geconcentreerd achter de computer te werken. Dat komt wel goed met de boekhouding. Vanavond gaan we wat later eten, en we schuiven weer eens aan bij Warung Bu Reni. Weer zijn we de enige klanten. Als wij straks in Nederland zijn, vrees ik dat het niet goed gaat met de warung. Als we het eten op hebben, komt Mohni eraan. We kletsen even wat en willen nog wat drinken, maar dat doen we maar ergens anders. Volgens mij willen ze hier heel graag de tent sluiten. Alle tafeltjes en krukjes om ons heen hebben ze al binnen gezet. Dus lopen we met Mohni naar de overkant en drinken wat bij Terrazzo. Morgen doen we nog een dagje rustig aan, Tom ziet het duiken nog niet zitten. Misschien overmorgen nog, de laatste kans van deze vakantie. Bah, de tijd vliegt. En we willen nog helemaal niet naar huis! Als we even later teruglopen naar Loco, beseffen we dat we vandaag dus helemaal niets hebben gemerkt van Hari Merdeka. Zo’n grote feestdag is het blijkbaar toch niet. In elk geval niet in Senggigi.
 

Zondag 16 augustus 2009

Vandaag gaan we met de hele familie naar de Gili’s. En als het goed is, gaat Khaerul ook mee, maar dat weet je natuurlijk nooit zeker.
De dag begint niet geweldig, vooral voor Tom niet. De hele achterkant van zijn bovenbenen zit onder de rood-paarse vlekken, en dat jeukt vreselijk.
Waar komt dat nou weer vandaan? We vermoeden een reactie op het zeewater of zo.
Het zit boven de knieën, op de hoogte waar de (lange) zwembroek zit, en waar dus geen zon bijkomt, zonneallergie zal het dus niet zijn.
Maar met bijna elke dag duiken, de hele dag met een natte zwembroek aan op de boot, zoutwater, zand, zal allemaal niet zo goed zijn voor de huid.
Dus smeren we het maar in met wat calendula zalf, en hopen er verder het beste van.
Als we naar het kantoortje van Lombok Dive lopen, kijken we al of we Khaerul nergens zien. Nee, in geen velden of wegen te bekennen.
Mohni heeft ook niets meer van hem gehoord, maar het is nog lang geen 8 uur, dus heeft hij nog even.
Wij halen weer een snel ontbijtje met thee en pisang goreng aan de overkant.
De hele Lombok Dive bemanning eet lekker mee, en ze hebben het verdiend. Het kantoor ziet er nog heel netjes uit. Maar er wordt ook weer driftig geveegd, binnen en buiten.
De altijd lachende Wakdi geeft het busje een grote poetsbeurt. Om het dak goed schoon te boenen, moet hij bijna boven op het busje klimmen. Wakdi is dan ook niet zo heel groot. Ik maak wat foto’s, want we willen op de site van Lombok Dive een soort fotodagboekje zetten van een dag duiken, van ochtend tot avond.
Intussen is het bijna acht uur, en nog steeds geen Khaerul te bekennen. Nu gaat de tijd toch dringen. Mohni rijdt snel naar het huis van Khaerul, maar zijn moeder weet alleen dat Khaerul vanochtend vroeg is vertrokken, waar naar toe weet ze niet.
Dan wordt het moeilijk zoeken, jammer! Misschien is hij het vergeten, of hoopt hij op zijn vrije dag nog iets te kunnen verdienen met verkopen van armbandjes.
Mohni vraagt of Peter met de, nu blinkende, auto van Lombok Dive wil rijden, en een Frans gezin mee wil nemen. Het wordt weer een hele drukke dag vandaag.
Anique en ik passen er ook nog bij. Tom kan bij Mohni achterop de motor. Even zoeken naar een passende helm, maar dat komt allemaal goed.
Als we vertrekken, zegt Budi, de chauffeur die vandaag een andere auto rijdt, lachend dat hij de Franse mensen voor Peter heeft gewaarschuwd, dat hij de weg niet zo goed weet, niet kan rijden of zoiets.
Het zal wel. Maar als we even later wegrijden, vraagt de Franse moeder heel bezorgd of Peter wel weet waar de haven is, of hij hier al vaker heeft gereden… Ja, mevrouw, komt allemaal goed.
Als we door Senggigi rijden, rijdt Peter heel langzaam , zodat we kunnen kijken of we Khaerul nog ergens zien, maar helaas. Tja, dan heeft hij pech gehad.
Ruim een half uur later leveren we onze Franse medereizigers veilig af in de haven van Teluk Nare.
Tom is inmiddels ook gearriveerd, en alle mensen worden voorzien van de benodigde apparatuur en kleding. Elke keer weer een heel gezoek en gedoe voor iedereen alles compleet heeft. Wakdi houdt netjes een boekje bij, waarin hij van alle klanten de maten opschrijft, zodat ze, als ze nog een keer terug komen, alles snel gevonden hebben.
Als alle spullen en alle mensen in de boot zitten, varen we weg. Ik ga lekker op het “dakterras”zitten, onderin is het veel te druk met mensen en apparatuur.
Als we bij Gili Trawangan aankomen, gaat er een groep mensen van boord, die gaan snorkelen vanaf het strand. Mahpud en Budi gaan mee om de mensen te begeleiden.
Nu maar hopen voor Mohni dat Budi zich netjes gedraagt…
Intussen wachten we op een paar mensen die op Trawangan hebben geslapen.
We zien een heel grote groep toeristen aankomen, waarschijnlijk Koreanen of Japanners. Allemaal oudere mensen, met een grote hoed en veel foto- en filmcamera’s. Die komen toch niet allemaal bij ons aan boord? Nee, gelukkig, ze gaan naar de buurboot. Een boot met glazen bodem, zodat je onder water kunt kijken zonder nat te worden. Misschien ook iets voor mij?!
Met een toch nog redelijk volle boot varen we een stukje verder, waar Peter en Mohni met een groep beginners het water in gaan. Dicht bij het strand, zodat ze straks gewoon naar de kant kunnen gaan, zonder boot.
De ervaren duikers, waar Anique inmiddels ook bij hoort, gaan naar Manta Point.
Als iedereen in het water is, blijf ik met Wakdi en Mustiadi, de leerling kapitein, aan boord. De groep duikers waar Tom en Anique bij zitten, blijft lang onder water.
Ik vind het toch steeds weer spannend. Maar als ze weer boven komen, zegt Umpuk dat dat helemaal niet nodig is. Over Tom is hij altijd tevreden, maar ook Anique is volgens hem een geweldige duikster. Rustig, kalm, en blijft netjes bij de groep. Daar kunnen veel heel ervaren duikers nog wat van leren. Een hele geruststelling voor mij, maar ik blijf het een eng idee vinden, zo diep onder water.
Als we terug varen naar het strand bij Trawangan is Peter al terug. Met een groep beginners duurt de duik meestal niet zo lang.
We wandelen naar ons vertrouwde adresje, waar het omaatje al weer druk mandjes vol staat te scheppen met allerlei lekkere dingen.
Tom kent ze inmiddels al, die wil alleen rijst, rendang en saté.
Ik wil wel van alles proberen, het ziet er vandaag weer zo lekker uit. Het leuke is dat er elke keer weer andere dingen worden klaargemaakt. We laten het ons weer prima smaken, en wandelen dan terug naar het strand.
Met Tom zijn benen gaat het niet geweldig. Hij heeft besloten vanmiddag maar niet te gaan duiken in de hoop dat de jeuk dan minder wordt, en dat wil wat zeggen voor Tom, een duik overslaan. Sneu, maar het is niet anders.
Peter, Tom en Anique lopen nog even verder, naar een stukje grond op Trawangan kijken, wat Mohni jaren geleden heeft gekocht. Toen kostte het niet veel, nu is hem al veel geld geboden voor het lapje grond, maar hij wil proberen er zelf ooit een paar huisjes op te zetten.
Altijd handig als er klanten zijn die ook nog een slaapplaats zoeken op Trawangan.
Maar zover is het nog niet, eerst sparen. Nu wordt er een muurtje om het terrein gezet. Vreemd, maar dat is hier blijkbaar de enige manier om te voorkomen dat de buren de grond (of stukjes ervan) inpikken.
Intussen neem ik een frisse duik in zee, en ga dan de bemanning van Lombok Dive gezelschap houden op het strand. Als iedereen weer verzameld is, gaan we aan boord voor de laatste duik van vandaag.
Als we aan het eind van de middag weer in de haven van Teluk Nare aankomen, staat het Impian Anak sponsorkind Hera te wachten. We hadden de vorige keer niets bij ons voor haar. Nu hebben we de standaard cadeautjes meegebracht. Een foto van Agnes en Peter, haar sponsors uit Nederland, een pakje schriftjes, wat schrijfspullen en een armbandje.
Maar de arme Hera is weer heel erg verlegen.
Als we alles hebben gegeven blijft ze heel ongemakkelijk staan. We willen haar zeggen dat ze wel weer naar huis mag gaan, maar ze begrijpt het niet. Kan natuurlijk aan ons Indonesisch liggen. Dan Mohni er maar weer even bij halen. Hera kijkt heel opgelucht als ze even later wegloopt.
Intussen is de bemanning van Lombok Dive al weer druk aan het opruimen. Vandaag krijgt de hele omgeving van het gebouw een grote beurt. Overal wordt troep verzameld en daarna opgestookt. Het veroorzaakt grote rookwolken. Ook niet ideaal, maar dan oogt het in elk geval weer een stuk netter.
Als alles opgeruimd is, gaan we met Budi, Wakdi en Umpuk terug naar Senggigi.
Bij Bumi Aditya aangekomen neemt Tom eerst maar eens een frisse douche. Even al het zoute water wegspoelen. Zijn benen zien er een stuk slechter uit dan vanochtend. Tussen de paarse vlekken door komen blaren, en het verspreidt zich over zijn hele benen.
Ook bij plekken op zijn voeten, waar muggebeten zaten, komen blaren.
We ontsmetten maar alles goed met mineraalwater en een beetje Dettol en proberen alles zo schoon en droog mogelijk te houden, maar dat is best lastig als het zo heet is.
In de Kampung is het een drukte van jewelste.
Er wordt van alles voorbereid. Allerlei kinderspelletjes. Vast voor morgen, de grote feestdag.
Tom ziet het niet zitten om vanavond nog ver te lopen, dus besluiten we maar te gaan eten bij Graha. Dat is ook wel weer eens lekker. Ze hebben een heel uitgebreide keuken.
En leuke bediening vanavond. Het altijd vrolijke Hindoe-meneertje uit Kampung Loco.
Geen idee hoe hij heet, maar de ingewijden weten vast wie ik bedoel.
Na het eten lopen Tom en Anique terug naar de kampung, Tom heeft last van zijn benen, en ze zijn moe en willen op tijd naar bed.
Peter en ik lopen nog even naar het internet café. Nog even wat mail bekijken en versturen. Bij het internet café liggen ook al stapeltjes met folders van Impian Anak.
Ja, Mohni is goed bezig met reclame maken.
We hebben nog een hele leuke mail gekregen. Van de buren, met een mooie foto van onze Beppie. Ach, ze mist ons heel erg, en wil nu elke dag met Jacqueline knuffelen.
Ja, we missen haar ook, het stikt hier van de katten, maar geen één is zo leuk, mooi, lief en eigenwijs als onze eigen Beppie!
Als we later weer in Kampung Loco komen, ziet het eruit alsof er een bom is ontploft.
Wat een troep. Overal plastic, bekertjes, papiertjes.
Cuk en June zijn druk bezig met vegen.
Het blijkt dat het kinderfeest vanavond al is geweest. De dag vóór de grote feestdag dus.
We snappen er niets meer van.
Niet wanneer het feest nou echt is, maar eigenlijk ook niet van alle rommel.
Waarom niet alles op laten ruimen door degenen die de rommel maken?
Maar ja, dat is waarschijnlijk iets wat tijd nodig heeft om te veranderen. En voor er überhaupt iets kan veranderen, zullen de mensen eerst moeten inzien dat het anders kan.
Pelan-pelan dus, hier ligt niemand er wakker van, dus moeten wij ons er ook maar niet druk over maken.
 

Zaterdag 15 augustus 2009

Voor de afwisseling gaan we vandaag weer eens gewoon bij Bumi Aditya ontbijten, we hoeven vandaag toch niet vroeg weg. We kunnen vandaag de auto van Lombok Dive pakken, en willen graag naar Mataram gaan, naar Cakra markt. Niet om iets te kopen, maar gewoon omdat het daar zo leuk is om rond te kijken. Als we aan het ontbijt zitten (duurt even, maar tidak apa apa) zien we dat Bumi Aditya leeg loopt. Een beetje leger tenminste. Familie van Duren gaat toch verhuizen. Ze hebben een mooier en vooral schoner plaatsje in de kampung gevonden. Ook een Nederlands echtpaar wat op wereldreis is, en een tijdje bij Bumi heeft gelogeerd, gaat weer verder. Maar wij blijven gezellig hier. Ook al krijgen we spontaan de nieuwe kamer van Cuk voor de kinderen en het huisje van Joep en Marijke voor Peter en mij aangeboden. Geen idee of jullie daar nog iets aan hadden in te brengen Joep en Marijke, maar volgens Eful zou dat echt geen probleem zijn. Maar we vinden dat we prima zitten in ons hotelletje. En we kunnen ook nog geen afscheid nemen van onze huismuis. Na het ontbijt wandelen we naar Lombok Dive. Daar zou de auto rond 10 uur klaar staan. Hij staat er inderdaad, maar Budi, een chauffeur die geregeld voor Lombok Dive rijdt, kijkt heel moeilijk als we zeggen dat we de auto komen halen. Hij zou er vandaag mee naar de garage gaan. Ja, eigenlijk gisteren al, maar toen was hij een beetje te moe. Dan kan hij het natuurlijk nog wel een dagje uitstellen, maar als blijkt dat hij naar een garage in Mataram gaat, is het wat ons betreft geen probleem. Als hij ons in de buurt van de markt dropt, kan hij rustig naar de garage gaan, en ons later weer oppikken. Dat is dus afgesproken, en samen rijden we naar Mataram. Eerst maar even een beetje uitleg over Budi. Hij is een jaar of 18, heel klein, maar ook heel hip, modern. Hij kijkt graag naar mooie meisjes, zeker als hij zo af en toe een keer snorkelgroepen begeleidt. Tot wanhoop van Mohni zegt hij dan ook gewoon tegen de meisjes dat hij ze heel leuk vindt, zelfs waar hun ouders bij staan. Dat zou Mohni dus nooit doen, daarvoor is hij veel te netjes, en hij vindt ook dat zijn medewerkers dat ook niet moeten doen. Budi spreekt een aardig woordje Nederlands, omdat hij al heel lang door een Nederlandse man wordt gesponsord. Verder is Budi een tijdje in Nederland geweest. Dat vond hij mooi, maar toch wel erg koud. Lombok is beter! De verhalen gaan dat hij, mede dankzij zijn sponsor, op zijn 14e al een eigen auto had. In tegenstelling tot wat zijn uiterlijk en uitstraling doet vermoeden, rijdt hij heel netjes en rustig. De eerste keer dat we bij hem in de auto zaten, zette ik me al schrap, voorbereid op een hele snelle en ruige rijstijl, maar dat viel dus reuze mee. Verder is hij in niets rustig. Een geval ADHD in het kwadraat… En nu het leukste aan Budi. Hij houdt van Nederlandse muziek. Dus voor we Senggigi goed en wel hadden verlaten, schalde Frans Bauer uit de luidsprekers! En niet één liedje, nee, een hele CD vol, en thuis had hij er nog veel meer. Frans zal een hele aardige knaap zijn, maar zijn muziek vind ik niet echt geweldig, en al helemaal niet in Lombok! Maar, eerlijk is eerlijk, we hebben wel heel veel plezier gehad onderweg. Jammer dat Budi de enige was die de teksten goed genoeg kende om mee te zingen. Na heel veel vrolijke deuntjes, stopte Budi de auto. “We zijn bij de markt!” Ja, dat kan wel, maar toch niet de markt die wij in gedachten hadden. Dus moesten we hem uitleggen waar Cakra markt in Mataram is. Toen we er aankwamen en bleek dat hij er nog nooit was geweest, besloot hij maar met ons mee te gaan en een kijkje te nemen op de markt. En de markt was nog steeds geweldig om te zien. Al de kleuren, al de geuren (lekkere trassi), al de mensen. Ik kan niet beslissen welke afdeling ik het leukste vind. Ik twijfel tussen groente, fruit, kruiden en de technische afdelingen. Heel veel motoronderdelen, kraampjes vol met uitlaten, schroefjes, spatborden, banden, noem maar op. Hier is volgens mij alles te krijgen wat je kunt bedenken. Hoewel, niet alles, wel alles wat een gewone Lombokker nodig heeft. Qua aankopen komen we niet verder dan een paar stapels schriften. Altijd handig om een voorraadje van te hebben hier. Budi koopt ook nog iets. Een CD. Helaas hebben ze hier niet de nieuwste Frans Bauer, ook niet de oudere Frans Bauers. En als ik het CD-hoesje van de nieuwe CD van Budi bekijk vind ik dat jammer. Dit ziet er uit als heel veel herrie voor jonge vlotte moderne mensen, en dat waarschijnlijk in het Indonesisch. De CD’s hier zijn trouwens allemaal kopieën. Moet kunnen, kost dan ook niet zo veel. Aangezien de auto nu nog naar de garage moet, en wij in Mataram niet echt meer iets hoeven te zien, besluiten we maar gewoon mee te gaan naar de garage. Zelfs naar 2 garages. Bij bengkel nummer 1 gaan we op zoek naar nieuwe banden, bij bengkel nummer 2 moet de olie ververst worden. Alles wordt gedaan op de plek waar ze de beste prijs hebben. Dus naar nummer 1. Wij moeten even weggedoken in de auto blijven zitten tot er over de prijs is onderhandeld, blanke mensen in de auto is niet bevorderlijk voor een goede prijs. Je zit dan al gauw vast aan de toeristenprijs. Als een goede prijs is afgesproken, mogen we uit de auto komen, en wachten tot de nieuwe banden eronder zitten. En dat gaat, op de Lombokse manier, eigenlijk best wel snel. Ook wel leuk om te zien. Het is inmiddels bijna 20 jaar geleden dat ik zelf bij een garage werkte, maar hier gaat alles toch op een andere manier. Iets eenvoudiger, al is het denk ik een redelijk moderne garage voor Lombok-begrippen. Met twee nieuwe banden onder de auto, de twee andere banden waren nog prima, rijden we naar bengkel 2. Dat is leuker. Er is een koffiestalletje in de buurt, dus we kunnen wat drinken tijdens het wachten. Naast de garage is een zaak met “pimp je auto” onderdelen. Blitse lampjes, fleurige stickers, toeters en veel bellen, audio-apparatuur. Alles wat Budi leuk vindt. Terwijl de Lombok Dive auto nieuwe olie krijgt, hangen we maar een beetje rond bij het koffiestalletje, de auto-pimp shop en een winkel met aggregaten, pompen en dat soort interessante zaken. Ondertussen worden we nauwlettend bekeken en in de gaten gehouden door het personeel van de winkels en garage. Toeristen komen hier vast nooit. Vrouwen waarschijnlijk ook niet. Budi ziet al aan mijn gezicht dat ik chagrijnig ben omdat we zo lang bij de garage zijn en ik daardoor niet kan winkelen… Wat een mensenkennis heeft hij?! Als mijn gezicht al iets vertoont, is het vermoeidheid, een ochtend met Budi optrekken is niet bepaald rustgevend. Verder valt het wel mee met mij. En winkelen! Nee, dat is echt niet mijn favoriete hobby, al helemaal niet op Lombok (tenzij het leuke souvenirwinkels of zo zijn, maar daarvoor is Mataram niet de aangewezen plek). Als de auto klaar is, rijden we terug naar het kantoor van Lombok Dive in Senggigi, uiteraard onder het genot van de nieuwe CD, die nog erger is dan het hoesje deed vermoeden. Als we Mohni’s kantoor binnen lopen, schrikken we. Wat een puinhoop is het. Overal troep, lege borden, lege flessen. In de doos met Impian Anak drukwerk is door één of andere idioot, die dacht dat het een doos vuilnis was, een hoop troep gekiept. Tja, Lombok en rommel hoort een beetje bij elkaar. Soms wen je eraan, nu valt het bij ons helemaal verkeerd. Hier kun je toch geen klanten in ontvangen! We laten de boel de boel en besluiten straks wel tegen Mohni te zeggen dat het geen zin heeft om een nieuw kantoor te nemen, als er niet wordt opgeruimd. Beter een oud opgeruimd kantoor, dan een nieuw met rommel. Als we bij Angel gaan lunchen, worden we daar ook niet vrolijker van. We bestellen geen gekke dingen, maar zitten ongelogen een uur later nog op het eten te wachten. En Anique had met Kartini vanmiddag de eerste haakles afgesproken. Als na vaak vragen het eten eindelijk op tafel komt, schrokken we het dus naar binnen. Voor het eten hadden we al gevraagd of ze misschien alvast de rekening zouden kunnen maken, omdat we een afspraak hebben, en dus haast hebben. Voor die rekening hebben we ook nog 2 keer moeten vragen. Och, soms zit het mee, soms zit het tegen. De fooi laten we vandaag maar zitten. We rennen zo ongeveer terug naar Loco. Onderweg komen we Adam tegen, hij was al een tijdje naar ons op zoek. Hij heeft wat spulletjes voor Impian Anak klaar, een pen en een boekenlegger. Voor hij verdergaat met de rest van de bestelling, wil hij weten of we het zo goed vinden. Een soort proefdruk dus. We kunnen hem geruststellen, het ziet er heel mooi uit. We zijn tevreden, Adam dus ook. Hij belooft begin volgende week alles af te hebben. Dat is prima, we zijn toch nog tot en met donderdag hier. Peter loopt even naar Lombok Dive, en heeft een gesprekje met Mohni. Ze gaan direct opruimen, er waren net een paar bussen met toeristen aangekomen rond de middag. De chauffeurs hadden in het kantoor gegeten, en alles was blijven staan. Dat is inderdaad lastig als je het kantoor van de duikschool moet delen met een travel agent. Maar toch, het moet gewoon opgeruimd worden. Maar daar gaan ze nu dus hard aan werken. Buiten ziet het er trouwens wel altijd netjes uit. ’s Ochtends voor ze gaan duiken vegen de broers Umpuk en Wakdi altijd de oprit en het stoepje, maken het busje van Lombok Dive schoon, ruimen de rommel op, geven de bloemen water enzo. Maar om de binnenkant bekommert niemand zich. Intussen ben ik met Anique, een paar minuten te laat, aangekomen bij Bumi. Kartini zit gezellig te kletsen bij Dani. We verontschuldigen ons dat we te laat zijn, maar Kartini zit er niet mee, tidak apa apa. Lombok time, een minuutje eerder of later maakt niet uit. Dan begint de eerste les: Haken voor beginners. Kartini heeft speciaal voor Anique wol gekocht in 2 tinten roze. Zodat ze hele mooie dingen kan maken. Ik laat ze lekker hun gang gaan, en ruim even een beetje op. Peter komt even later terug en vertelt dat we met Mohni rond 5 uur naar Batu Tumpeng kunnen gaan, waar we 2 sponsorkinderen van Impian Anak kunnen bezoeken. Dat is mooi, alleen had Anique rond 5 uur afgesproken met de meiden van de kampung om naar het strand te gaan. Hoe gaan we dat oplossen? Anique wil toch liever naar het strand gaan, daarna gaat ze wel even mee naar Boung en Sareah of zo, tot wij weer terug zijn. Als wij bij Mohni aankomen, is daar een complete metamorfose aan de gang. (Bijna) alles is opgeruimd. Er wordt driftig geveegd, tafels en bureaus worden afgedaan. De opmerking van Peter heeft wel wat los gemaakt. Er staan hele mooie houten vitrinekasten in het kantoor. Vol met van alles en nog wat. Boeken, gereedschap, kantoormateriaal, stapels onduidelijke papieren. Oude spullen. We proberen alle oude spullen achter de dichte deurtjes te stoppen, wat mooie boeken achter de glazen deuren. Dan plakken we nog wat foldertjes van Impian Anak en van Lombok Dive op de deurtjes op ooghoogte. Zetten wat andere foldertjes netjes in folderhoudertjes, die we in de kast hebben gevonden. Ach, en dan oogt het ineens een stuk beter. We zijn benieuwd hoe lang het zo blijft. Als Mohni ons vertelt dat we straks ook nog even bij Hamdi langs kunnen gaan en nog even bij de ouders van Sofie, waar Dita is, bedenken we ons dat het wel erg laat wordt voor we dan weer terug zijn. En Anique zal het vast ook leuk vinden om Hamdi te ontmoeten. Vorige vakantie zat hij bij Mohni op kantoor, waar hij van alles en nog wat regelde. Inmiddels is hij afgestudeerd als leraar basisonderwijs en werkt hij bij 2 verschillende scholen. Daarnaast heeft Mohni ons verteld dat hij druk bezig is met het opzetten/bouwen van een nieuwe school in Batu Tumpeng. Dat is de plaats waar Mohni en Hamdi vandaan komen. Sinds een half jaar helpt Hamdi ook nog mee met project Impian Anak. Met dit alles heeft hij het zo druk, dat we hem nog niet ontmoet hebben, en dit zal de enige kans zijn omhem deze vakantie nog te ontmoeten. Dus haalt Peter Anique toch maar op, het zwemmen met de meiden kan een andere dag ook nog wel. Dan vertrekken we, met Mohni, richting Batu Tumpeng. Dat is een plaatsje ten zuid-westen van Mataram. Hoe verder je van Mataram afgaat, hoe eenvoudiger alles wordt. Ook mooier om te zien, vinden we. Minder modern, minder druk. Als we bij Batu Tumpeng aankomen, gaan we eerst naar een bouwterrein. Het kost een beetje moeite om bij het terrein te komen. Met de auto moeten we over een paadje dat zo ongeveer 2 centimeter breder is dan de auto. Aan één kant van het pad staat een muur, aan de andere kant is een kanaaltje. Als er dan ook nog een paar karbouwen met hun baasje terugkomen van een dag hard werken op de rijstvelden, wordt het toch dringen geblazen. Maar Peter stuurt er netjes doorheen, en zonder schade bereiken we het terrein. Daar worden we blijkbaar al opgewacht. Voor we uit het busje zijn gestapt, zien we de altijd lachende Hamdi al aankomen. Met achter zich een hele delegatie uit het dorp, naar later blijkt de stichting die hier het schooltje gaat opzetten, en heel veel belangstellenden/nieuwsgierigen. Een groot deel joelende kinderen, maar ook veel kinderen die een beetje angstig aan moeders rokken blijven hangen. Want wij zijn wel heel erg grote en heel erg witte mensen. Als we door iedereen verwelkomd zijn, worden we uitgenodigd op een beruga, waar direct voor ons allemaal een groot glas kopi Lombok, Lombok koffie, wordt neergezet. Wat een welkom. Ik ben al niet echt een koffiedrinker, en de Lombok koffie moet je leren drinken. Het is een glas halfvol koffiedrab, daarboven drijft de koffie. En niet te vergeten gezoet met minstens 10 scheppen suiker, ja, ze houden hier van manis. Je moet dus eerst wachten tot alle drab gezakt is, dan voorzichtig drinken, zodat je alleen de vloeistof binnenkrijgt. En op tijd stoppen, de drab is niet zo lekker, vind ik tenminste. Tom en Anique hebben ook geluk vandaag, ze krijgen ook een groot glas lekkere koffie. Dan worden er nog een paar zakjes kroepoek en nootjes voor ons neergelegd, die we maar laten liggen, ik weet het dat is onbeleefd. Maar hier lekker gaan zitten smullen terwijl 50 kinderen ons aanstaren en niets hebben, kan ik ook niet over mijn hart verkrijgen. Terwijl we zo zitten, wordt nog even in alle rust uitgelegd wie er tegenover ons zitten. De woordvoerder is het oud-schoolhoofd van Mohni. Hij heeft een hele tijd als schoolhoofd gewerkt, maar heeft nu een baan bij een overheidsinstantie. Dan nog een paar mensen die met het onderwijs hebben te maken. En natuurlijk Hamdi, maar die kenden we al. Al moeten we zeggen dat hij veranderd is. Serieuzer, volwassener. En zijn Engels is met sprongen vooruit gegaan. Maar zijn grote vrolijke lach is gelukkig niet veranderd. Terwijl we pogingen doen het glas koffie leeg te krijgen, wordt ons in het kort uitgelegd wat de situatie van de school in aanbouw is. In Batu Tumpeng is een basisschool. Geen middelbare school. Daarvoor moeten de kinderen een eindje reizen. De reiskosten, samen met de schoolkosten (o.a. boeken en kleding) zijn voor de meeste mensen hier niet te betalen. Om toch iets van onderwijs te gaan bieden, zijn een paar (oud)leraren begonnen met lessen te gaan geven aan groepjes geïnteresseerde kinderen. Gewoon in het woonhuis van de leraren. Op een gegeven moment werd het aantal leerlingen zo groot, dat er een andere oplossing moest worden gezocht. Er is toen een stichting opgezet die gaat proberen een middelbare school te bouwen in Batu Tumpeng. Er zijn grootse plannen gemaakt, voor een school met 10 lokalen. Maar om te beginnen willen ze eerst 4 lokalen bouwen. Dat kost uiteraard veel geld, zeker omdat ze echte degelijke lokalen willen bouwen, die lange tijd mee moeten gaan. Voor de 4 lokalen verwachten ze ongeveer € 22.000 nodig te hebben. Dat zijn voornamelijk de materiaalkosten. Het werk wordt zoveel mogelijk door de inwoners uit Batu Tumpeng gedaan. Die zijn allemaal heel blij dat er voor hun kinderen een nieuwe school komt, en willen er graag aan meehelpen. Inmiddels is de ruwbouw van één lokaal klaar. Nu moet er weer verder gespaard worden voor de rest van de bouw. Voor alles zijn ze afhankelijk van donaties. Ze vertellen al heel gelukkig dat Mohni namens Lombok Dive een stapel shirtjes heeft gedoneerd, die ze kunnen gebruiken bij feestelijke activiteiten, zoals het marcheren komende maandag tijdens Hari Merdeka. Ik besluit dat dit een hele goede plek is om de pennen, die we jaarlijks van de huisartsenpraktijk krijgen om mee te nemen naar Lombok, achter te laten. Die kunnen ze hier vast goed gebruiken. We zijn alle vier erg onder de indruk van het verhaal en van het enthousiasme van de mannen die dit toch maar allemaal in hun vrije tijd regelen. Helaas krijgen we niet de kans om even rustig te praten, want alle kinderen verdringen zich om de beruga om een glimp van ons op te vangen, en een enkeling probeert zelfs een gesprekje in het Engels met ons te voeren. Uiteraard weten onze gesprekspartners dat we via Impian Anak proberen mensen en met name kinderen in Lombok te helpen, en waarschijnlijk verwachten ze iets van ons. Maar dit komt zo onverwachts, en het gesprek is door al het publiek zo chaotisch, dat we niet meer kunnen dan toezeggen dat we het heel goed vinden wat ze doen en dat we mee zullen denken op wat voor manier ze geld bij elkaar kunnen krijgen. Voor we weer vertrekken, krijgen we nog een Proposal in de handen gedrukt, de aanvraag die ze hebben ingediend bij de regering voor financiële steun voor de school. Daarop hebben ze nog geen antwoord gekregen, maar ze verwachten er voorlopig niet veel van. In dit soort gevallen houdt de regering zich meestal een hele tijd afzijdig. Blijkt het dat de school over een paar jaar goed draait, dan komt er vaak geld vrij van overheidswege voor onderhoud van het gebouw, salaris voor leraren etcetera. Het klinkt cru, en is cru, maar de meeste kosten en het meeste werk zijn dan al gedaan. Daarna loopt de overheid weinig risico en is het eenvoudig om een school draaiende te houden. Nog vol van de indrukken en uitgezwaaid door iedereen, stappen we weer in de auto en rijden naar het huis van de ouders van Sofie en Santi, de schoonouders van Mohni. Daar komt Santi met Dita naar buiten lopen. Dita is een paar dagen bij opa en oma en krijgt een traditionele massage die verlichting moet geven bij astmaklachten. Het begint donker te worden en snel gaan we op pad om de 2 sponsorkinderen van Impian Anak te bezoeken. We moeten een beetje opschieten, want de koranles voor de kinderen begint over een kwartiertje, dan zijn de kinderen niet meer thuis. Jammer, want ik had graag dit plaatsje wat rustiger bekeken. Al zal dat altijd moeilijk zijn, met hordes kinderen die nieuwsgierig om je heen rennen. Het is een heel ander dorp dan Kampung Loco. Veel kleine huisjes, dicht op elkaar gebouwd, met hele smalle steegjes ertussen. Het dorp ligt wordt opgesplitst door een redelijk grote weg. Naast de weg loop een kanaaltje. Een soort combinatie van afvoer, wasplaats, drinkplaats voor dieren. We willen eigenlijk rustig foto’s maken, maar moeten snel doorlopen, anders raken we de rest kwijt in deze steegjes. Dan komen we bij het huis van Muliani aan. Het is een laag huisje, deels van steen, deels van bamboe en riet. Er zit een pannendakje op, en we moeten bijna op onze knieën om door de deuropening (een deur is er niet) naar binnen te gaan. Daar is het vrijwel donker en worden snel matjes voor ons neergelegd, om op te zitten. Als iedereen zit, zit het hele kamertje vol. Achter dit kamertje is nog een ruimte. Waarschijnlijk zitten we nu in de keuken/kinderslaapkamer, en is in de andere ruimte ook nog een slaapkamer. Santi is een echte schooljuf, en ontfermt zich over Muliani. Ze legt uit wie we zijn, en geeft Muliani de opdracht ons allemaal een hand te geven. Een beetje schoorvoetend krijgen we een officiële begroeting. Een hand geven en met haar voorhoofd onze hand aanraken. Dan gaat ze weer heel snel bijna achter Santi zitten. Muliani is 11 jaar en woont bij haar oom en tante. Haar ouders zijn gestorven. In het huisje wonen nog 2 kinderen, een nieuwsgierig meisje van een jaar of 6 en een verlegen jochie van een jaar of 3. Muliani wordt weer door Santi naar voren geschoven en antwoordt dat ze nu in de 4e klas van de basisschool zit. We halen de cadeautjes voor Muliani uit onze tas, een pakje schriften en wat schrijfspullen in een leuk doosje. Als we die hebben overhandigd, moeten we weer verder. Er wacht nog een kind op ons. We klauteren weer door het deurtje naar buiten, en gevolgd door heel veel mensen lopen we naar het huis van Yatim. Daar aangekomen is er even chaos. Waar is Yatim? Op een stoepje voor een grote stapel met zakken rijst worden we op matjes neergezet, terwijl iemand gaat kijken of Yatim al naar de koranles is. Even later merk ik dat er een jongetje achter me zit. En ja hoor, dat is Yatim. Na instructie van Santi krijgen we allemaal een officiële begroeting. Dan vertelt Mohni waar hij Yatim van kent. Toen hij nog in Batu Tumpeng woonde kwam hij vaak bij de vader van Yatim die een goede masseur was. Helaas is de vader gestorven. Yatim woont nu bij zijn moeder of tante, dat is ons niet geheel duidelijk. In elk geval wonen er nog 4 andere kinderen in het gezin. Yatim ziet er ondeugend uit, maar is erg verlegen. We vragen hoe oud hij is, maar daar kan hij zelf geen antwoord op geven. Iemand anders vertelt dat hij nu 10 jaar is. Hij zit in de derde klas van de basisschool. Als we hem een foto van Agnes en Peter, zijn sponsors uit Nederland geven, wordt die direct door alle aanwezigen (een stuk of 50) bekeken. De andere cadeautjes, schriftjes, pennetjes en een leuke sleutelhanger, worden snel aan de kant gelegd. Cadeaus worden hier niet uitgepakt, en als ze niet zijn ingepakt worden ze direct aan de kant gelegd, zonder ze te bekijken. Het blijft een vreemd gebruik voor ons, maar het heeft wel een goede reden. Stel dat je van iemand iets krijgt. Je bekijkt het en het valt eigenlijk een beetje tegen. Dan verraadt je gezicht dat misschien. En kom je ondankbaar over tegenover de gever die het goed heeft bedoeld. Dus kun je beter het pakje zonder te bekijken aan de kant leggen. Dan blijven we ook maar niet meer te lang zitten, want we weten ook wel dat kinderen toch razend nieuwsgierig zijn naar de pakjes. Om dan nog een half uur te blijven zitten, vinden we ook niet leuk. En waarschijnlijk moet Yatim zo toch ook nog naar de koranles. We maken nog snel een paar foto’s van Yatim, terwijl moeder/tante gierend van het lachen wegduikt, ze wil echt niet op de foto! We nemen afscheid en lopen, door een inmiddels helemaal donker dorpje, terug naar de grotere weg. Aan de overkant wonen de ouders van Sofie en Santi, waar we worden uitgenodigd voor een drankje. En nog wel een heel luxe drankje, een glas echte cola, en een doosje koekjes, met de verontschuldigingen dat ze geen echte maaltijd voor ons hebben. De gastvrijheid hier blijft je verbazen. Intussen hebben we kennisgemaakt met een broer van Mohni, die hier blijkbaar ook veel over de vloer komt. Ook Hamdi komt nog even langs en vraagt Tom of hij mee wil kijken naar de koranles. Tom heeft al vaker rondleidingen van Hamdi gehad, onder andere vorig jaar op de middelbare school waar Hamdi zelf heeft gezeten. Dus lopen Tom en Anique, die niet werd gevraagd, maar ook wel wil, met hem mee. Dita, die na een dag bij opa en oma wel moe is geworden, valt bij Mohni op schoot in slaap. Mohni wil haar eigenlijk weer meenemen naar Kampung Loco, opa en oma willen haar nog wel een dagje in Batu Tumpeng houden. Dan blijkt dat papa’s hier niet alles te vertellen hebben, want Dita, die zelf niets kan zeggen omdat ze heerlijk ligt te slapen, blijft gewoon hier. Als de kinderen en Hamdi weer terug zijn, drinken we ons drinken op en stappen weer in de auto. Zonder Dita. We hebben nog een ritje te gaan naar Loco. Mohni vraagt of we onderweg iets willen eten. Ja, waarom niet. Hij weet vast wel een goed restaurantje. Dus rijden we Mataram in en stoppen in een straat met allemaal lokale restaurantjes. Mohni gaat voor restaurant Java III. Java II is van dezelfde eigenaar en ligt aan de overkant Java III is nieuw, dus dat wil Mohni wel eens proberen. Het is een typisch Aziatisch restaurant. Netjes, witte tegels op de vloer en tegen de muur, beetje slagerij uitstraling. Felle tl-verlichting. Formica tafeltjes en plastic krukjes. Niet de gezelligste tent van Lombok, maar wel prima eten. Beetje pittig, dat wel. Maar met een groot glas drinken erbij is dat niet zo’n probleem. We zijn wel een grote bezienswaardigheid hier. Alle Indonesische gezinnetjes kijken met grote belangstelling hoe wij onze nasi goreng naar binnen werken. Als we later weer Mataram uitrijden, komen we door een straat met redelijk mooie huisjes, en heel veel feestlampjes, type kerstverlichting. Dat blijken huisjes oor militairen te zijn. En de kerstverlichting heeft weer te maken met de naderende Hari Merdeka. We zijn benieuwd naar dat feestmaandag, als er nu al zoveel voorbereidingen zijn overal, moet het toch heel wat worden. Als we later bij Bumi aankomen, zijn we moe. Het was een lange dag, met veel nieuwe indrukken. Dus kruipen we snel in bed. Morgen weer een nieuwe dag.
 

Vrijdag 14 augustus 2009

Het was weer een ouderwets gezellige Bumi Aditya nacht. De muis heeft weer tanden gepoetst, daarna de kamer even geïnspecteerd. De airco heeft het nu definitief begeven en uiteraard kregen we tegen vijf uur in de ochtend onze gratis wekservice vanaf de moskee. Dan weet je dat je weer tuis bent! Maar toch genieten we hiervan. En al zouden we willen, een andere kamer is er niet eenvoudig te vinden. Vannacht hebben er zelfs toeristen bij Cuk en June in de nieuwe kamer geslapen. Laat in de avond liepen er nog toeristen rond op zoek naar een kamer. Dat is elke avond vaste prik. En voor lokale mensen met een kamer vrij is het vast een goede bijverdienste. En in elk geval is de kamer van Cuk nu gegarandeerd veilig. Een paar avonden geleden zat de hele kamer vol met biddende mannen. Het bleek de officiële inzegening van de kamer te zijn, voor heel veel geluk en gezondheid. En dan te bedenken dat wij in die kamer een paar dagen vóór de inzegening al hadden gegeten. En dat zonder dat we er ziek van zijn geworden! Tom gaat vandaag weer duiken, ik begin de dag met een beetje opruimen en een klein wasje. Daarna lopen we naar Senggigi. Daar komen we Adam weer tegen, de jongen waarvan Anique en ik een paar dagen geleden de gevlochten sleutelhangertjes hebben gekocht. We lopen al een tijdje met het idee rond voor de sponsors van Impian Anak een soort bedankje uit Lombok mee te brengen. We dachten aan boekenleggers en sleutelhangers met de naam Impian Anak erop. Die kunnen op bestelling worden gemaakt. Aangezien we Adam een aardige nette en betrouwbare verkoper vinden, vertrouwen we hem wel een bestelling toe. We leggen hem uit wat de bedoeling is, en hij heeft uiteraard interesse. Hij kent Khaerul goed, en weet van ons project. We nodigen hem uit voor een glaasje drinken bij Mario’s. Dan kunnen we hem de website van Impian Anak laten zien, zodat hij weet welke kleuren in het logo zitten, dan kan hij de ontwerpen maken in de Impian Anak kleuren. Even later zitten we achter een lekker glas drinken en moeten we natuurlijk eerst even onderhandelen over de prijs. Of onderhandelen, hij noemt een hele redelijke prijs, vinden wij, en belooft dat alles maandag klaar is. Hij stelt ook voor nog pennen erbij te maken, die hadden we nog niet gezien, maar zijn ook heel mooi. Simpele pennen, die ze bij de supermarkt kunnen kopen, worden ook helemaal omhuld met garen, ook met zelfgekozen kleuren en tekst-opdruk. Prima, die willen we er ook nog wel bij kopen. Dan komen al zijn klosjes garen op tafel. In heel veel verschillende, maar net niet de goede kleuren. Dus vraagt hij of ik misschien even mee wil lopen naar de supermarkt, waar hij de klosjes altijd koopt. Prima, dat is de spuermarkt bij het internetcafé aan de overkant. Daar hebben we een ruime keuze aan kleuren, en vinden we snel de goede combinatie. Ik reken af en we lopen terug naar Mario’s. Daar vraagt hij heel voorzichtig om een voorschot, want hij moet wel de pennen al kopen. Natuurlijk is dat geen probleem. Wat ik heel netjes vind, is dat hij er nog even op wijst dat we met het restant bedrag er rekening mee moeten houden dat ik zelf de klosjes garen heb betaald, die mogen we dan weer van het restant bedrag aftrekken. Echt een nette verkoper! Hij vraagt ons alle berekeningen te controleren, want wat rekenen betreft heeft hij nogal problemen, dat is niet zijn sterkste kant, zegt hij. Op school was hij beter in talen en andere dingen, met name godsdienstonderwijs. Dat is iets waar hier op scholen heel veel tijd in wordt gestoken. Adam vertelt dat hij uit Oost Lombok komt. Hij is 28 jaar en een paar jaar geleden getrouwd, maar heeft helaas nog geen kinderen. Dat heeft iets te maken met zijn maag?! Hij heeft de basisschool afgemaakt, daarna was er geen geld voor vervolgonderwijs. Toen heeft hij een paar jaar gewerkt als souvenirverkoper en heel zuinig geleefd. Vervolgens heeft hij met het verdiende geld de Junior Highschool (de eerste 3 jaar van de middelbare school) afgemaakt. Daarna was het geld weer op en is hij voorgoed naar Senggigi verhuisd, waar hij sindsdien als verkoper werkt. Ik zeg hem dat hij, als hij goed spaart, misschien nog wel een keer naar school kan gaan, maar daarvoor vindt hij zichzelf nu echt te oud. Hij is tevreden met zijn leven als verkoper, maar was eigenlijk toch liever iets in het onderwijs gaan doen. Zo heeft elke verkoper hier zijn eigen verhaal, iets waar je vaak niet bij stilstaat. En iets waar het merendeel van de toeristen ook geen boodschap aan heeft. Natuurlijk, er zijn momenten dat je de verkopers liever ziet gaan dan komen, en er zijn ook verkopers die ronduit vervelend en lastig zijn. Toch zijn het mensen die gewoon keihard werken en proberen de kost te verdienen voor zichzelf, maar vaak ook voor een heel gezin met kinderen, in de hoop dat hun kinderen wel gewoon een opleiding kunnen afmaken. Ik vind het jammer dat het gros van de toeristen niet eens de moeite neemt om eens een gesprek aan te gaan met een verkoper, te horen hoe ze leven, hoe ze op straat terecht zijn gekomen als verkoper. Maar, zoals veel verkopers zelf zeggen, de meeste toeristen negeren ons gewoon, geven niet eens antwoord als we ze iets vragen. Adam stelt voor dat hij eerst een proefexemplaar van de bestelde artikelen gaat maken, dat laat hij ons zien, dan maakt hij daarna de rest van de spullen. Een echte zakenman! Hij verwacht morgen wel iets klaar te hebben. En hij weet ons wel te vinden. Hij gaat nu naar de moskee, daarna gaat hij hard aan het werk. Ja, het is weer bijna vrijdagmiddag, gebedstijd. De straat loopt leeg. Wij willen Agnes en Peter, onze eerste Impian Anak sponsors, de foto’s van hun eerste kind, Hera, mailen. Dat duurt even, foto’s versturen van hieruit duurt eeuwen. Dus pakken we onze pc maar op en steken over naar Warung Bu Reni, aan de overkant van de straat. Daar bestellen we een nasi goreng, en laten intussen de laptop verder rammelen. Als de nasi op is en de foto’s in Maasbree zijn aanbeland, lopen we weer verder. We gaan even naar Anna’s Gift Shop, waar we een stapeltje folders af willen geven. Dianne is er zelf niet, maar haar collega neemt de folders in ontvangst en zal doorgeven dat we er zijn geweest. Dan lopen we door naar het strand en drinken voor we teruglopenm naar Loco een kopje cappucino bij de warung op de punt bij Senggigi Beach Hotel. ’s Middags gaan we op visite bij Boung en Sareah. Als Sareah ons ziet, verdwijnt ze direct in de keuken. Vandaag staat tempeh goreng op het menu…lekker! Tempeh in een deegsausje, gefrituurd en geserveerd met een pittig chilisausje. Dat wil ik ook leren, en met een aantekenboekje duik ik ook de keuken in. Me weer verbazend hoe ze in deze keuken zo’n heerlijke dingen kan maken. Van keuken is eigenlijk helemaal geen sprake. Het is een ruimte met een oliebrandertje in de hoek. Geen aanrecht, geen tafel. Alles wat ze aan kookgerei heeft, is dat oliebrandertje, een grote wok, een tjobek met oelek-oelek of oelekan (grote platte stenen vijzel met stamper), een groot mes en een paar kommetjes, spatels en lepels. Het beslag is al klaar, maar dat maakt niet uit, ik krijg nu, in rap Indonesisch, te horen hoe ik alles moet maken. Voor zover ik het kan volgen moet je in de tjobek wat rode ui, knoflook, een lombokje, peper, zout, iets als bouillonpoeder uit een zakje en één of ander zakje met wit spul fijn malen en mengen, dan eventueel een beetje water erbij doen. Als ik dit alles heb opgeschreven, vraag ik hoe je dan het beslag moet maken. “Nee, dat is het beslag”… En het sausje dan? “Dat komt gewoon uit een flesje, dat je kant en klaar kunt kopen”. Ja, ik begin het te snappen. De plakjes tempeh haal je door het beslag en frituur je een paar minuutjes in de hete olie. Een kind kan de was doen. Over het beslag ben ik nog niet helemaal zeker, op mijn vraag hoeveel van alles er in moet, krijg ik alleen antwoorden als “een beetje, niet te veel, best wel veel” enzo. Ja, dat schiet op. Dat wordt thuis dus veel proberen. (Dat heb ik na afloop van de vakantie inderdaad geprobeerd, van alles een beetje gemengd voor het beslag, ik miste alleen nog een redelijk belangrijk ingrediënt, meel of zo. Na toevoeging van een beetje rijstmeel begon het inderdaad op een beslag te lijken. Van de zakjes met bouillon en het witte spul (een soort smaakversterker) heb ik in Lombok een voorraadje gekocht. De smaakversterker is trouwens in Nederland ook gewoon te koop in de toko, het bouillonpoeder zal vergelijkbaar zijn met Nederlands bouillonpoeder, waarschijnlijk iets pittiger gekruid. Het resultaat, de tempeh goreng, was niet hetzelfde als in Lombok, maar het komt redelijk in de buurt. Nog een beetje oefenen dus…) Als ik nog even verder wil kijken wat Sareah allemaal doe in de keuken, word ik zonder pardon naar buiten gestuurd, de tempeh is gebakken, dus moet ik op de beruga gaan zitten om te eten. Intussen snijdt Sareah een flinke winterpeen in reepjes, gewoon op de handen, met dat enge grote mes, zonder snijplankje of iets. De wortel mengt ze met wat schijfjes ui en taugé, haalt ze in kleine porties door hetzelfde beslag en wordt ook gebakken, zo krijg je de volgende lekkernij; oté-oté of zoiets. Terwijl we zitten te smullen, zeggen we tegen Boung dat we thuis ook wel een beruga willen hebben. Dat is helemaal geen probleem, vindt Boung. Waarom rijden we niet een keer mee naar Gunungsari, daar komt hij oorspronkelijk vandaan en woont nog een deel van zijn familie, inclusief een neef die beruga’s maakt, en ook beruga’s verkoopt aan mensen in verre landen. Tja, waarom niet, we vinden het altijd leuk om te zien hoe hier dingen worden gemaakt. Dus denken we even na wanneer we het beste kunnen gaan, rekening houdende met de werktijden van Boung en de dingen die we zelf de komende dagen nog willen doen. Als meest geschikte dag komt vandaag uit de bus. Dus even nadenken hoe we gaan. De Kampung Loco bemo ligt voor de hand, er zijn vast een paar kinderen die meewillen, dan hebben we plek genoeg. Dus gaat Boung op zoek naar de bemo-chauffeur. Helaas, die is niet te bereiken, ligt te slapen of zo. Cuk, die ook chauffeur is, is er niet. Dat wordt lastig. Tot Boung bedenkt dat Peter ook kan rijden. Klopt, maar mag hij ook in de bemo rijden??? Dat weet eigenlijk niemand. Via via wordt Eful gebeld, en die heeft het verlossende antwoord. Geen probleem, Peter mag in de bemo rijden. Daar gaan we dan. Een komisch gezelschap. Boung, Anna, Ani, Nurul, Daan, Anique, ik en Peter als chauffeur. En dat rijden in de bemo valt helemaal niet mee volgens de chauffeur. Allereerst is Peter natuurlijk iets groter dan de gemiddelde Indonesiër. Als hij rechtop zit, zit zijn hoofd tegen het dak van de cabine. En op de voorruit van de bemo is een grote donkerkleurige band geplakt, met www.proyekkampungloco.com erop. Hoog op de voorruit, maar voor Peter dus precies op ooghoogte. Om dus nog iets van de weg te kunnen zien onder het rijden, moet hij zich in een vreemde bocht wringen. Dan is er nog een royale speling in de stuurinrichting. De bemo reageert vrij laat op stuurbewegingen. Daarnaast doet de richtingaanwijzer naar rechts heel vreemd. Gelukkig hoeven we de eerste kilometers alleen maar linksaf of rechtdoor. Tegen dat we rechtsaf moeten, heeft Peter bedacht om maar gewoon zijn arm uit het rechterraampje te steken. Dat is in Lombok ook een duidelijke aanduiding dat een auto rechtsaf wil slaan. Maar eerst moeten er nog wat hindernissen worden genomen voor we op de grote weg in Senggigi aankomen. Het beruchte zandpad! Altijd al veel te smal, heerlijk gelegen naast het riviertje, waar weliswaar geen water in zit, maar waar je toch een heel stuk omlaag kunt vallen. En momenteel in onderhoud. De bergen puin die er gisteren op waren gegooid, liggen er nog steeds, maar zijn een klein beetje verspreid. Net genoeg om er, heel voorzichtig en heel langzaam en heel scheef, met een bemo overheen te kunnen. Wat haat ik dit pad als je er met een ander vervoermiddel dan je eigen benenwagen overheen moet. Boung zit naast Peter op de bijrijdersstoel, zodat hij de weg kan wijzen. Ik zit met de kinderen achterin. Door het kleine raampje tussen de cabine en achterbak kan ik meekijken door de voorruit (als ik tenminste ook in een vreemde bocht ga zitten). Het is leuk om te zien hoe de tegenliggers kijken. Een bemo, met een blanke chauffeur. Dat is vreemd! Ook de mensen die inhalen kijken vreemd op. Allereerst als ze achter ons rijden en Anique en mij achterin de bemo zien zitten. Daar komen al nooit veel toeristen. Als ze ons dan inhalen en nog een toerist achter het stuur zien zitten, blijven ze vervolgens heel vaak en lang achterom kijken, wat de veiligheid op straat niet ten goede komt. Intussen geniet ik van de tocht naar Gunungsari. Hier komen weinig toeristen, heb je het echte Lombokse dorpsleven, met heel veel timmerwerkplaatsen, rietvlechterijen en rotan-meubelfabriekjes. Gecombineerd met het drukke lokale verkeer van en naar de grote markt in Gunungsari, hebben we weer heel wat te zien. Als we bij de familie van Boung aankomen, worden we direct naar de werkplaats geleid. Daar maken ze beruga’s in alle soorten en maten, van allerlei materialen en houtkwaliteiten. We zouden er zo eentje kunnen uitkiezen, waarschijnlijk ook nog voor een hele schappelijke prijs, maar hoe neem je zo’n ding mee naar Nederland. Zeker als je met Singapore Air reist, en de beperking hebt van 20 kilo bagage per persoon. Dat redden we nooit, nog afgezien van de afmeting van het hele gevaarte. Dus proberen we uit te leggen dat we een beruga heel mooi vinden, maar toch iets te lastig mee te nemen. Daarvoor hebben ze wel een oplossing, opsturen naar Nederland. Alleen kan niemand vertellen hoeveel dat kost. Zelfs niet bij benadering. Boung heeft een oplossing. Probeer in Nederland heel veel mensen te vinden die een beruga willen hebben, Joep en Marijke, Nick en Elise, Jeffrey en er zijn vast meer mensen die er een willen. Als die allemaal samen worden verstuurd, is het vast veel goedkoper. Daar zit wat in, dus gaan we in Nederland maar eens kijken wie er allemaal geïnteresseerd zijn in een beruga. Zien we dan wel weer verder. Intussen is Anique al ontvoerd door een groep kinderen. Kinderen zijn hier genoeg, en allemaal vinden ze het interessant om ons te bekijken. Zo’n witte mensen! Als Anique dan ook nog een zakje ballonnetjes tevoorschijn tovert, loopt het hele dorp uit. Wat een plezier! We hoeven dus alleen maar op het gejoel af te gaan, om Anique terug te vinden. Die zit al aan een grote kop thee bij een huisje aan de andere kant van de weg. Als we hier zo rondkijken, zitten hier waarschijnlijk ook heel veel kinderen die in aanmerking zouden komen voor een beetje hulp met naar school gaan. We vragen Boung of hij een idee heeft of hier veel kinderen niet naar school gaan. Het valt wel mee, denkt hij. De meeste kinderen gaan wel naar de basisschool, maar vaak wel met versleten uniformen of zonder schoenen. Daarvoor is vaak te weinig geld. En de middelbare school is natuurlijk nog een ander verhaal, dan houdt het voor veel kinderen op. Dat is veel duurder dan de basisschool. Weer beseffen we hoeveel geluk de kinderen in Kampung Loco hebben met het Proyek Kampung Loco. Daar kan iedereen, dankzij de inzet van Joep en Marijke en heel veel sponsors, inmiddels verder studeren. En we hopen met Impian Anak over een paar jaar (of natuurlijk zo snel mogelijk) ook veel kinderen de kans te geven een goede opleiding te volgen. Als we even later weer in de bemo zitten, rijden we een bruiloftsoptocht voorbij. Peter parkeert de bemo een stukje verderop in de berm, en we wachten tot de optocht weer langskomt. Het blijft heel leuk om te zien. Eerst wat kinderen in traditionele kleding, daarachter bruidsmeisjes en onder een parasolletje een heel erg mooi opgetut bruidje, daarachter de bruidegom, onder een andere parasolletje, met zijn vrienden om zich heen, dan een groep uitbundig dansende jongens in traditionele sarong en met zwarte schreeuwerige T-shirts, daarachter een groep heel veel lawaai makende muzikanten, nog versterkt door joekels van geluidsboxen. Daarvoor, achter en naast heel veel andere mensen. Als de stoet voorbij is, wachten we even tot de ergste drukte voorbij is en rijden weer verder. Als we even later weer bij Bumi Aditya zitten bij te komen van alle indrukken, komt Kartini even buurten. Ze wil Anique graag iets leren, iets typisch Lomboks, een soort handwerk. Dat klinkt leuk. Ze opent haar tas en er komt een typisch Lomboks handwerk uit…een bol wol en een haaknaald. Volgens mij is de techniek van het haken ook al doorgedrongen tot Nederland, maar we wachten af wat Kartini ervan gaat maken. Bloemetjes, sjaaltjes, telefoontasjes, haarspelden en dat soort Lombokse folklore. Kartini legt uit dat het wel even duurt voor ze het Anique uitgelegd heeft, maar de komende dagen heeft ze meer tijd, en kan ze Anique les geven. Als we dan naar huis gaan, kan ze wel iets eenvoudigs maken. Arme Anique, maar Kartini is zo enthousiast dat ze moeilijk kan weigeren. Dus spreken ze voor morgenmiddag de eerste les af. Tom komt net terug van een dagje duiken en is heel blij dat jongens in Lombok vast geen haakles krijgen. Dan valt de stroom weer eens uit, en in het donker frissen we ons op voor de avond. We gaan met Mohni en Sofie eten in Senggigi. Dita, die een paar dagen vrij is, is vandaag naar het geboortedorp van Mohni gegaan, waar ze een soort massagebehandeling krijgt tegen astma. Hun jongste dochter, Monita, gaat vast mee eten. We lopen over het bruggetje naar de andere kant van Loco waar Mohni woont. Onderweg zien we weer iets kronkelen naast het pad. Weer een slang, zeggen Peter en Tom. Ik denk dat het een grapje is, maar als ik met de zaklamp schijn, zie ik inderdaad weer zo’n enge slang liggen. Gezellig! Snel lopen we door en halen Mohni, Sofie en Monita op. Samen lopen we naar Senggigi, en gaan bij Warung Bu Reni zitten. Het wordt weer een romantisch candlelight dineetje, want ook in Senggigi is geen elektriciteit. Tot wanhoop van de mensen die geld willen pinnen. De ATM is gesloten, standaard bij stroomstoringen, blijkbaar heeft de pinautomaat geen aggregaat. Monita ligt heerlijk te slapen. Halverwege het eten wordt ze wakker, en graait vrolijk in het bord eten van papa. Ze amuseert zich prima met het afknabbelen van een kippenpootje. Dan komt er nog een bekend gezicht aanlopen; Khaerul. Die hebben we al weer een paar dagen niet gezien. We kletsen even bij. Hij biecht ons op dat hij een paar dagen geleden, toen we zijn school hebben bezocht, te laat op school was. Daarom hebben we hem toen niet gezien. We begrijpen er niets van. We hebben hem toen toch gewoon gezien, hij was op tijd en we hebben zelfs met hem staan praten. Dan begint ons iets te dagen. Anique is daarna nog een keer met Maud en familie naar de basisschool in Senggigi geweest. Blijkbaar hebben klasgenoten toen tegen hem gezegd dat wij er zijn geweest. Hij was er dus niet, verslapen of zo. Stiekem moeten we lachen, maar we drukken hem serieus op het hart dat hij wel moet zorgen dat hij in het vervolg netjes op tijd in school is. Intussen hopen we dat het inderdaad een keertje per ongeluk verslapen was… Nu we hem toch zien, vraagt Mohni Khaerul direct of hij misschien zondag zin heeft om mee te gaan naar de Gili’s. Ja, dat heeft hij, en één dag op en neer mag vast wel van zijn ouders. Dus spreken we af dat hij dan zondag om 8 uur bij het kantoortje van Lombok Dive moet zijn. We zijn benieuwd. Mohni moet nu nog even naar kantoor, werk werk werk. Ook onder het eten heeft zijn telefoon weer niet stilgestaan, af en toe tot wanhoop van Sofie. Een gesprek voeren met iemand die continu wordt gestoord door de telefoon is niet ideaal. Ik kan me goed voorstellen dat ze er af en toe het heen en weer van krijgt, zeker als hij alleen maar tijdens het avondeten en ’s nachts thuis is. Aan de andere kant is het natuurlijk fijn dat hij zo druk is, een teken dat Lombok Dive goed loopt. Maar af en toe ietsje minder zou gezelliger zijn, zeker voor het thuisfront. Wij lopen ook nog even mee naar het kantoor, we willen nog een stapeltje folders van Impian Anak ophalen, altijd handig om links en rechts uit te delen. Als we daarna terug willen lopen naar Loco, blijven we toch weer even hangen bij Pos Ronda, de bemo-bushalte beruga aan de grote weg. Daar is ’s avonds altijd wel wat te kletsen. Nu staat er een hele delegatie uit Kampung Loco. Er wordt van alles voorbereid voor de 17e augustus, Hari Merdeka. Bij het begin van het pad naar de kampung komen door Odjong geschilderde borden te hangen, met een verwijzing naar de datum waarop Indonesië officieel onafhankelijk werd, 17 augustus 1945. 64 jaar geleden. Volgend jaar zal er vast een heel groot feest zijn. Odjong staat er zelf bij te glunderen, hij heeft heel mooi schilderwerk geleverd. Natuurlijk wil iedereen weten wat voor foldertjes we bij ons hebben, dus beginnen we maar direct met uitdelen. Nu komt het goed uit dat we een Nederlandse en een Engelse versie hebben. Odjong biedt direct aan een stapeltje bij Graha Hotel, waar hij werkt, neer te leggen. Dat is aardig! Adi leest de folder aandachtig door, en is onder de indruk. Hij heeft al een beetje laten doorschemeren dat hij op zoek is naar een sponsor voor een paar kinderen uit zijn familie, in Masbagik. Natuurlijk willen we hem graag helpen, helaas hebben we nog maar weinig sponsors. Daarnaast beginnen we ons ook een beetje af te vragen of heel Lombok niet een erg groot werkgebied is voor het project. Voor Mohni, Santi en Hamdi is het lastig de kinderen te begeleiden en controleren als ze verspreid zitten over heel Lombok. Misschien is het verstandiger het gebied te beperken tot een paar plaatsen of een kleiner gebied. Daar willen we het met team Lombok toch nog even over hebben, zeker nu we ervaren hoe druk Mohni al is met zijn gewone werk. Ook Hamdi is ontzettend druk. Zo druk dat we hem nog niet hebben ontmoet deze vakantie. Hij werkt sinds een paar maanden als deeltijd-onderwijzer op een basisschool in Sekotong. Dan geeft hij nog les op een andere school in de buurt van Mataram. In de tijd die nog overblijft is hij druk met een stichting in Batu Tumpeng, het geboortedorp van Mohni, Hamdi en Santi, waar ze bezig zijn met het bouwen van een nieuwe middelbare school. Dus heeft Hamdi weinig tijd meer om bij Lombok Dive langs te komen, waar hij vorig jaar al zijn vrije tijd doorbracht. Toch hopen we hem de komende week nog te ontmoeten. Maar, om terug te komen op het werkgebied van Impian Anak, we denken niet dat het verstandig is om kinderen uit hele andere streken op te nemen in ons project. We gunnen het natuurlijk iedereen, en vooral Adi en zijn familie, maar we willen het project voor de medewerkers in Lombok wel overzichtelijk en controleerbaar houden. Dat is toch een belangrijke voorwaarde voor een succesvol project. Nu is het nog net te controleren, met sponsorkind Hera in Teluk Nare, waar Mohni dagelijks komt. Khaerul in Senggigi, waar Mohni uiteraard ook dagelijks is. Fitria in Mataram, waar Santi geregeld contact mee heeft, Yatim en Muliani in Batu Tumpeng, waar heel team-Lombok vandaan komt en geregeld verblijft. En dan nog Apandi, een weeskind uit Lembar. Daar komen ze niet zo vaak, maar Mohni spreekt vrijwel dagelijks de oom van Apandi, die de jongen opvoedt. We denken dat we het niet nog lastiger moeten maken met kinderen uit Oost-Lombok erbij. Misschien moeten we de nieuwe kinderen vooral gaan zoeken in de arme omgeving van Teluk Nare en Batu Tumpeng. Maar daar gaan we de komende dagen nog eens diep over nadenken. Ik leg Adi uit dat we eerst op zoek moeten gaan naar nieuwe sponsors in Nederland, en dat we daarnaast ook moeten bekijken in hoeverre we het project uit willen breiden naar Oost-Lombok. Ik weet dat we Adi voor 100% kunnen vertrouwen als het gaat om de besteding van het geld, dat het geld echt besteed zal worden aan het onderwijs van de kinderen. Aan de andere kant willen we ons ook houden aan de regels die we zelf hebben opgesteld. De kinderen moeten gecontroleerd worden, de schoolspullen moeten door Mohni, Hamdi en /of Santi gekocht worden, en aan de kinderen/ouders worden gegeven. Alleen in uiterste noodgevallen moeten de ouders zelf geld krijgen. Dat wordt moeilijk als de kinderen zo ver weg wonen. Lastig lastig lastig, zo’n project. Je kunt niet iedereen helpen die je zou willen helpen. Hoe graag je soms ook van de regeltjes af zou willen wijken. Maar we willen consequent blijven. Misschien in de toekomst, als we heel veel sponsors hebben, en het project groter wordt… Als ik Adi even later vraag of hij de nieuwe bemo chauffeur al heeft ontmoet, kijkt hij me verbaasd aan. Ja, hij heeft vanmiddag de bemo gezien, zag dat er een andere chauffeur in zat, maar kon niet zien wie dat was. Als ik uitleg dat dat Peter was, begint hij hartelijk te lachen. Hij kwam de bemo tegen toen hij met de motor naar huis reed. Uit gewoonte knipperde hij met zijn licht, maar toen de bemo dichterbij was zag hij dat er een vreemde chauffeur in zat. Dan krijgt iedereen, voor zover ze het nog niet hadden gehoord, nog een keer het hele verhaal te horen over de eerste rit van de nieuwe bemo-chauffeur. Als we ooit willen emigreren, kan Peter in elk geval zo aan de slag hier. En dan ineens, na weer heel veel duistere uren, springt het licht in Senggigi en omgeving weer aan. We vinden het een prima moment om nu echt terug te lopen naar de kampung en ons bed op te zoeken. Morgen weer een dag!
 

Donderdag 13 augustus 2009

Na een nacht heerlijk slapen ben ik toch weer op tijd wakker. Maar dat maakt niet uit, hier is het zo vroeg op de ochtend heerlijk. Alles komt rustig op gang, de temperatuur is heel aangenaam.
Dus pak ik mijn laptop en klim naar onze dakberuga.
Daar zit Tom al helemaal geïnstalleerd. Met statief en fotocamera, te wachten op de zon die boven de Rinjani uitkomt.
Eén nadeel, van hieruit zie je de Rinjani niet. Maar ach, maakt niet uit. De zon die boven de palmbomen uitkomt is ook heel mooi.
Ik ga weer een beetje schrijven, ik begin steeds meer achter te lopen. Na een uurtje is het weer mooi geweest, we gaan eens kijken wat voor ontbijt we hier krijgen. Misschien wel lekkere Franse croissantjes.
In het restaurantje is het niet zo druk. Eén tafeltje is bezet. We krijgen snel een menukaart en gaan kiezen. Helaas, geen croissantjes. Maar toast vind ik ook prima. De rest bestelt een pannenkoek. Vers sapje erbij, voor de vitamientjes, en omdat dat hier zo lekker is.
Dan zien we waarom het zo rustig is in het restaurant. Iedereen laat het eten naar de huisjes brengen. En dat is volgens mij best ingewikkeld, want de dames van het restaurant blijven met borden heen en weer lopen, van huisje naar huisje.
Als ze eindelijk de bestelling op de goede plek hebben afgeleverd, is het eten vast al koud.
Mijn toast komt al heel snel. Twee borden toast zelfs, maar ik heb er echt maar één besteld. Dus gaat de tweede terug naar de keuken. Even later blijkt dat de twee porties toast eigenlijk voor een andere kamer waren. Tja, die krijgen nu vast één koude en één nieuwe toast. Niet alleen bij Bumi Aditya gaat wel eens iets mis…
Als we het ontbijt op hebben, is het al bijna half 10. We maken zo onze kamer vrij, en zetten dan de spullen bij de receptie. Dan kunnen we nog even een stukje wandelen over Gili Air. Als we weglopen, komt de eigenaar ons nog het geld brengen wat we teveel hadden betaald, omdat we nu een andere, goedkopere kamer hebben. Netjes hoor, wij hadden er al niet meer aan gedacht.
Als we de huisjes nog eens goed bekijken, moeten we toch lachen. Op het oog is echt alles super afgewerkt. Mooie inbouwstopcontacten, degelijk hang- en sluitwerk op de ramen en deuren. Luxe sanitair. Maar als je dan de achterkant van de huisjes ziet, is het net zo Lomboks als alles hier. De stroomkabels letterlijk aan elkaar geknoopt, heel veel leidingen, vreemde koppelingen. Maar daar hebben de toeristen natuurlijk ook niets te zoeken.
We wandelen richting strand, en gaan een stukje naar het noorden. Onderweg komen we nog een hele mooie gekko of zoiets tegen. Hij blijft mooi stil zitten voor de foto.
Het is hier trouwens bloedheet. Veel te warm om ver te gaan lopen, en mijn teen ziet dat ook nog niet zo zitten, hoewel de kleur weer iets normaler begint te worden.
We belanden snel bij een restaurantje op een beruga, zo’n lekkere met rugleuning, dikke kussens en uitzicht op zee. Met een heerlijk vers sapje erbij, bedenken we dat we hier toch maar weer lekker zitten. En dat we Gili Air maar door moeten geven aan Joep en Marijke. Als die hier straks 4 maanden zitten, en een keer een dag of 2 weg willen uit de kampung, is Gili Air, en vooral Sejuk Cottages, een prima plek om even bij te komen, en om je weer even in een heel andere wereld te wanen.
Als we weer teruglopen naar Sejuk Cottages om onze spullen op te halen, maken we een foto van het uithangbord, met naam, telefoonnummer en mailadres erop. Altijd handig!
Dan wandelen we weer rustig naar de haven, waar Lombok Dive ons rond de middag op zal komen pikken. Anique en ik plonsen nog even lekker in zee, heerlijk hier, het water is kraakhelder, en bijna warm. Maar omdat de luchttemperatuur ronduit heet is, koel je toch lekker af.
Als ik het water uitkom, staat er een mevrouw te wachten. De moeder van Eful, de vriend van Mohni en eigenaar van restaurant Panorama, ze had ons gisteren aan zien komen met vis, en wil weten of de vis lekker was. Natuurlijk was die lekker.
Och, en of we nog iets van haar willen kopen. Ze heeft van alles in de aanbieding. Van vers fruit tot sieraden. Ja, zeg dan maar eens nee.
Dus kiezen we maar 2 gevlochten armbandjes met kralen uit, één voor Nurul, één voor Daan.
Even later zien we in de verte onze boot aankomen. Met Wakdi en de leerling kapitein.
Nu mag de leerling sturen, Wakdi zorgt voor het anker, de touwen etc.
Ja, over een paar weken, als de tweede boot voor Lombok Dive komt, zal de jongen het ook zelf moeten doen. Maar tegen die tijd zal Wakdi hem wel volledig opgeleid hebben.
Dan varen we naar Trawangan, onderweg vertellend hoe heerlijk de vis was die Wakdi had gekocht. En hoe jammer het was dat hij zelf niet een stukje heeft kunnen mee-eten.
Op Trawangan aangekomen blijven we lekker op de boot zitten. We hebben nog wat fruit en koekjes, maar niet veel honger.
Tom en Anique willen bij de boot even zwemmen en snorkelen, maar zijn zo het water uit als er kleine prikkelende kwalletjes zitten. Dan straks maar weer duiken, met het pak aan, dan voel je niets.
Ik maak wat foto’s, het is hier zo mooi, en er is altijd veel te zien. Allerlei bootjes leggen aan, van duikschoolboten, tot boten die bouwmaterialen komen brengen. Dat zijn allemaal vrij kleine bootjes, die hier op het strand aanleggen. Vervolgens moeten de boten met de hand leeg geladen worden. Nu ligt er een boot vol met zakken zand of cement. Een hele groep mensen loopt steeds op en neer, van de boot naar de weg, waar alle zakken weer opgestapeld worden. Steeds een stukje door zee, dan over het hete losse zand, met de zware zakken op het hoofd. Als je dan kijkt naar de personen die de zakken dragen, veelal tengere oudere vrouwen, komt het woord slavenarbeid toch wel erg in de buurt.
Mohni vertelt dat hij bericht heeft gekregen van de verhuurder van het kantoorpand/woonhuis waar we een paar dagen geleden naar hebben gekeken. Bij nader inzien wilde de man het toch niet verhuren. Alleen maar verkopen. Zo gaat het hier altijd. Je kunt nergens op vertrouwen. Tja, dan maar weer wachten op een andere kans. De mannen van Lombok Dive verwachten dat het pand over een tijd, als de ergste hoogseizoen-drukte voorbij is, wel te huur zal komen te staan. Op drukke momenten is het moeilijk zakendoen. Dan stijgen de prijzen elke dag. Als het toerisme weer wat afneemt, verwachten ze dat de markt wel weer normaal wordt. We zullen zien.
Langzaam loopt onze boot weer vol met toeristen. Als iedereen er is, varen we naar Bounty Wreck. Daar is het spitsuur. Er liggen veel boten van duikscholen. Ook wordt er veel gesnorkeld. Hier over het algemeen onder begeleiding. Wat ook heel verstandig is. De afgelopen weken zijn er rond de Gili’s al verschillende mensen in de problemen geraakt tijdens het snorkelen. De stroming tussen de eilanden kan heel gevaarlijk zijn.
En dat zie je niet aan de zee, het water is overal even glad.
Vorige week heeft Mohni nog een reddingsactie uitgevoerd, op een dag dat Tom erbij was.
Een echtpaar was vanuit het strand gaan snorkelen bij Trawangan. Op een gegeven moment dreven ze af en kwamen ze in de sterke stroming tussen de eilanden terecht.
De man kon op eigen kracht aan het strand komen, de vrouw probeerde tegen de stroming in te zwemmen, maar was daardoor totaal uitgeput. Mohni is in het water gesprongen, heeft haar eruit gehaald en vervolgens hebben ze haar met de boot weer op het strand afgezet. Ook nu stuurt Wakdi weer een vrouw naar de kant, die veel te ver op zee is
geraakt met snorkelen.
Als alle duikers onder water zijn, vragen we ons af hoe het eruit ziet daar. Aan de wachtende boten te zien, moet het er net zo druk zijn als op de Kalverstraat op zaterdagmiddag. Volgens Wakdi zou het een goed idee zijn als ze onder water verkeersborden plaatsen. Hoewel ze die hier zelfs op de drukste kruispunten boven water ook niet nodig hebben. Of in elk geval niet hebben. Soms zou het wel nodig/handig zijn!
Ik vind het ook knap dat alle duikers na afloop weer op de goede boot terecht komen. Als ergens een groep boven water komt, zie ik niet of ze bij ons horen of niet. Wakdi wel, maar waarschijnlijk weet hij wel ongeveer hoe laat en waar onze mensen boven moeten komen.
Als we een uurtje later iedereen weer veilig aan boord hebben, varen we naar Trawangan voor de mensen die daar blijven. Dan terug naar Teluk Nare.
Daar aangekomen rijden wij direct met de bus van Lombok Dive en een groep klanten naar Senggigi.
De bemanning komt later met een andere auto.
Als we weer richting Kampung Loco lopen, zijn we blij dat we de auto bij het kantoor van Lombok Dive hebben afgeleverd.
Er wordt al weken aan het pad langs de rivier gewerkt. Eerst is de rivier gedeeltelijk uitgediept. Daarna is het muurtje langs de rivier hoger gemaakt. Nu wordt het pad zelf opgeknapt. Hoewel, opgeknapt?
Er is een wagen puin en brokstukken op het pad gekiept. Nu kan er geen auto meer de kampung in. Waarschijnlijk wordt het puin gebruikt om de gaten in het pad te dichten, maar zo schiet dat niet op.
Bij Bumi Aditya zitten alle kamers weer vol vanavond.
Wij hebben weer honger gekregen en gaan een hapje eten bij Warung Bu Reni. Tom en Anique zijn moe, en lopen na het eten direct naar huis.
Peter en ik drinken nog wat bij Berry Café. Berry heeft ons een paar dagen geleden zijn pand te koop aangeboden. Hij had gehoord dat we het pand waar Mohni nu in zit gingen kopen. Knap die roddels in Senggigi, want dat wisten we zelf nog niet.
Maar dan vond hij het veel verstandiger om het pand van hem te kopen, dat is veel groter en mooier. Klopt, maar ook heel veel duurder, en we willen hier helemaal niets kopen…
Al lijkt iedereen hier te denken van wel.
Na ons sapje vinden we het weer mooi geweest, tijd om ook het bed op te zoeken.
Weer lekker in ons vertrouwde huis, en vannacht worden we vast weer hartstikke gek van onze muis. Maar ja, het kan niet elke nacht Gili Air zijn.
 

woensdag 12 augustus 2009

Mede dankzij onze vrolijke zeepetende tikus, de muis, ben ik vroeg wakker. Maar dat maakt niet uit, we moeten snel onze spullen pakken die we nodig hebben als we naar Gili Air gaan.
We nemen voor één nachtje afscheid van Bumi, slaan het aangeboden ontbijtje af, dat zouden we nooit redden in een half uur, en lopen naar Lombok Dive.
Mijn teen is afgelopen nacht paars-blauw geworden, en voelt niet echt lekker aan. Ik ga even naar de supermarkt om een nieuw paar plastic slippers te kopen. Ik had een reserve paar bij me, maar van stof, en dat is zo lastig aan zee. Mijn bescheiden maat 41 hebben ze nog net in het rek liggen. Vast bedoeld voor Lombok mannenvoeten, maar dat maakt niet uit. Damesslippers hebben meestal fleurigere kleurtjes hier, maar dat hoeft voor mij niet. Zwart is prima!
In de tussentijd bestelt Peter bij het kraampje aan de overkant een ontbijtje van pisang goreng met een kopje thee. Dat gaan we in Nederland missen…
Wakdi, de schipper van de boot, komt met een flinke doos aanlopen.
Gisteren hadden we het over visbarbecue op het strand, over feestjes enzo. Dat het leuk zou zijn om met de hele club van Lombok Dive een gezellige avond te hebben.
Wakdi stelde direct voor verse vis te kopen, bij de vissers in Ampenan. “Dan heb je verse vis, op de Gili’s moet je maar afwachten wat je krijgt.” Hij zou het wel regelen. Prima, dus hebben we hem geld gegeven, en natuurlijk iedereen uitgenodigd voor de barbecue op Gili Air, waar we komende nacht een hotelletje hebben geboekt. Nu komt hij er dus aan, met maar liefst 10 kilo verse vis.
Helemaal met ijs verpakt. Maar de doos waarin de zakken met vis zitten, wordt toch een beetje nat.
Er wordt nog wat ijs bijgedaan, een andere zak eromheen gebonden, dan gaat de vis mee naar de haven. Het duurt weer een eeuwigheid voor alle klanten in een auto zitten. Eén stel moest nog ontbijten toen de auto van Lombok Dive bij het hotel kwam om hen op te halen. Een ander stel was onvindbaar. Maar na een tijd zijn alle auto’s met klanten, personeel en niet te vergeten verse vis op weg naar de haven.
Wij delen de auto met een paar enorm grote Russen met zo mogelijk nog grotere onderwatercamera’s met heel veel lampen, toeters en bellen. Ze hebben al flink op Umpuk gemopperd dat ze te lang moesten wachten. Tja, gelijk hebben ze, maar zeur dan tegen de andere gasten, die nog moesten ontbijten, spullen moeten pakken en ik weet niet wat nog meer. Maar Umpuk blijft netjes, zegt heel vaak “Sorry” en blijft lachen…zolang de gasten zijn gezicht zien.
Onderweg worden we allemaal getrakteerd op een mooi schouwspel. Komende maandag is het 17 augustus, Hari Merdeka, Dag van de Vrijheid in Indonesië.
En daarvoor zien we al jaren tijdens onze vakantie schoolkinderen in lange rijen marcheren. Een mooi, maar ook grappig gezicht.
Nu lopen er wel 20 groepen kinderen van verschillende scholen te oefenen op de weg naar Teluk Nare. Een bochtige bergachtige weg, met af en toe een klein dorpje. Ze lopen tot aan een rij tafels langs de weg waar een echte jury zit die de kinderen moet beoordelen. Daarna keren ze om en marcheren ze weer terug.
Later horen we van Mohni dat dit een voorronde is, de beste groepen mogen maandag bij het districtskantoor marcheren.
Als iedereen bij de haven is aangekomen, en de Russische meneren het gezicht weer op vriendelijk hebben staan, is de bemanning al druk bezig met inladen van de boot. Het is allemaal krap aan. Topdrukte, bij Lombok Dive, maar ook bij alle andere duikscholen. Alle materialen zijn in gebruik, even snel iets lenen bij een collega-bedrijf lukt nu meestal niet. Dit zijn dagen dat er niets mis moet gaan, niets kapot moet gaan.
Ook de divemasters zijn allemaal drukbezet. Een dag vrij zit er niet aan. Ik vind het bewonderenswaardig, 7 dagen per week keihard werken, van ’s ochtends vroeg tot laat in de avond. En daarbij de verantwoordelijkheid voor de klanten. En vooral altijd vriendelijk blijven.
Maar als we op de boot komen zien we toch een minpuntje…de flesjes water en watermeloen die altijd meegaan voor de klanten staan niet in de koelbox. Dat wordt dus geen koel hapje en drankje na de duik. Maar daar zeuren we niet over, zeker niet als we zien wat er nu in de koelbox ligt; 10 kilo verse vis.
Eerst varen we naar Trawangan, waar nog een paar mensen worden opgehaald. Daar wordt toch ook nog wat materiaal uitgewisseld met een andere duikschool. We hebben vandaag wat mensen aan boord die veel gewichten nodig hebben tijdens het duiken. Mohni is helemaal door de gewichten heen. Heeft een bestelling uitstaan voor nieuwe gewichten, maar die worden maar niet uitgeleverd. Maar vandaag komt het dus weer goed.
Vanochtend wordt er bij Shark Point gedoken. Het is weer heerlijk rustig aan boord als iedereen in het water ligt. Even snel alles opruimen, dan rustig wachten tot de eerste groep weer boven komt. Als iedereen weer aan boord is, varen we naar Trawangan, waar we gaan eten bij het omaatje in warung Kiki Nova. We krijgen weer een bordje (of eigenlijk mandje) vol lekkere dingen. Flesje Teh Botol erbij en genieten.
Daarna slenteren we terug naar het strand, nemen een lekkere koele duik in het water, en gaan dan weer aan boord. Peter begeleidt vanmiddag een groepje beginners. Mohni is de officiële leraar, Peter helpt mee om de groep bij elkaar te houden. Tom heeft dit ook al eens gedaan, maar nu geeft Mohni de voorkeur aan Peter. Tom kan het heel goed hoor, legt hij uit, maar als Tom iets moois ziet onder water, wil hij dat graag beter bekijken, en het de andere mensen ook laten zien. En dat is niet de bedoeling van deze lessen, de mensen moeten eerst het duiken zelf onder de knie krijgen, sightseeing komt daarna wel een keer.
Na de duik bij Meno Wall varen we via Trawangan naar Gili Air. Daar worden wij afgeleverd. Met vis. Bij restaurant Panorama van een goede vriend van Mohni. Die kan vanavond de vis voor ons bereiden. We hopen wel dat we nog hulp krijgen met opeten, maar we betwijfelen het. Voor iedereen terug is in Teluk Nare is het al laat, dan moet alles schoongemaakt en weer voorbereid voor morgen. Of ze daarna nog zin hebben om terug te varen naar Gili Air?? Maar we horen het wel.
Wij gaan met een chidomo, het moest er toch een keer van komen in Lombok, zo’n ritje met het traditionele paardenkoetsje, naar ons hotel. Arm paardje, maar ze zijn hier wel gewend aan volle wagentjes. Als we een paar minuten later af moeten rekenen, vinden we het paardje niet meer zo zielig. Voor dat bedrag ga ik ook wel rondjes rennen over een tropisch eilandje. Het klopt toch, wat ze altijd zeggen. De chidomo rijders op de Gili’s zijn afzetters. Veel te duur, maar andere vervoermiddelen heb je hier niet, dus kunnen ze vragen wat ze willen.
Maar wij wandelen vanavond wel! Veel gezonder, veel goedkoper.
Even later komen we aan bij Sejuk Cottages. Daar wordt onze naam gevraagd. Die geven we, samen met de voucher die we hebben gekregen na reservering en betaling van het huisje. “Momentje alstublieft”…klinkt niet goed. Er komt een Franse meneer aan, naar later blijkt de eigenaar van het hotel. Sorry sorry sorry, maar er is een fout gemaakt. We hebben een familiebungalow geboekt, met 2 slaapkamers, maar die was helaas al bezet.
Dit gaat niet goed. Inderdaad hebben we een bungalow geboekt, al maanden geleden, ook al lang betaald…
Maar ze hebben een alternatief voor ons. Een huisje met twee 2-persoonsbedden in één kamer. Tja, veel keuze hebben we niet. Het is avond, alles zit vol, de boot is net weggevaren en we hebben 4 slaapplaatsen nodig.
Een beetje chagrijnig volgen we de man naar de alternatieve kamer. Maar dat chagrijnige is snel verdwenen als we het huisje zien. Wauw, super!
Een heel mooi houten huisje, met rieten dak, en op het dak nog een soort beruga, waarboven weer een rieten dak zit. Het huisje staat iets hoger, op pootjes, met een leuk houten terrasje ervoor.
Ook van binnen is het perfect, heel mooi afgewerkt, mooie meubeltjes, kraakwit beddengoed, bloemetjes op het kussen, vers bloemstukje op het kastje. Prachtig.
Airco, ventilator, en een hele mooie grote badkamer met…warm water.
Via de badkamer kun je naar boven waar dus de beruga zit. Met heerlijk dikke zitkussens, een hangmat, en een formidabel uitzicht.
Als de hoteleigenaar dan ook nog zegt dat we een deel van het geld terug krijgen omdat deze kamer kleiner is dan we geboekt hadden, zijn we helemaal tevreden.
Het is een paradijsje voor een nacht, en alles bij elkaar nog veel goedkoper dan de veel eenvoudigere kamertjes vorige week op Gili Meno.
Als we alles bewonderd hebben, komen er 4 grote cocktails aan, ons welkomstdrankje.
Dit doet ons wel erg denken aan de luxere hotels die we in Bali hebben gehad, tijdens vorige vakanties.
Na een lekkere warme douche zitten we op het terrasje voor het huis. De eigenaar van het hotel komt nog een keer zijn excuses aanbieden over de dubbelgeboekte kamer. Tidak apa apa, als hij niets had gezegd, hadden we niet eens gemerkt dat dit niet de kamer was die we hadden gereserveerd. En vergeleken met Bumi Aditya is natuurlijk alles goed…
Dan belt Mohni, hij is nog in Senggigi, maar komt straks met nog 3 anderen naar Gili Air. We kunnen dus nog even rustig luieren. Inmiddels hebben we besloten morgen voor de middag ook rustig aan te doen. Als we de ochtendduik laten zitten, kunnen we een beetje uitslapen, rustig ontbijten en dan Gili Air bekijken. Na de eerste duik kan LombokDive ons dan weer oppikken, zodat de dame en heren ’s middags nog kunnen duiken.
Rond 7 uur wandelen we naar restaurant Panorama. Een hele trip, maar we hebben geen zin in weer zo’n belachelijk duur chidomo-tochtje. En een beetje beweging is goed voor ons, hoewel mijn teen daar nog steeds anders over denkt.
Het valt ons trouwens op dat alle restaurants waar we langslopen vrijwel leeg zijn. Dat ondanks het feit dan het hele eiland volgeboekt is. Eten de mensen dan niet, of heel vroeg, of heel laat? Wel zien we bij elk restaurant een tafel of toonbank met verse (?) vis buiten staan. Eentje met een ober erbij, die zegt “We have fresh fish for 4 people”. Alsof dat indruk op ons maakt, wij hebben verse vis voor wel 10 mensen!
We moeten er alleen een half uurtje voor lopen.
Bij Panorama aangekomen is de boot van Mohni nog niet in zicht. Dus bestellen we maar vast een drankje en gaan lekker op een beruga op het strand zitten.
Wat een rust hier, heerlijk. Een kwartiertje later zien we lichtjes aankomen over zee.
De boot van Lombok Dive. Het aanleggen is lastig, het is laagwater en ze durven de boot niet voor het restaurant te leggen, daar liggen te veel stenen. Dan maar een stukje lopen.
Als Mohni er is, met Krisna, de student die tijdelijk stage loopt op kantoor, en nog 2 jongens, worden de vissen uit het ijs gehaald en op een barbecue gelegd.
Umpuk en Wakdi zijn niet meegekomen, dat hadden we na de drukke dag ook niet meer verwacht. Ze zijn nog een hele tijd bezig geweest in de haven, en zijn daarna naar huis gegaan. Jammer, nu kunnen ze zelf niet van de vis genieten, maar wel begrijpelijk.
Mohni heeft nog een verrassing voor ons. De folders van Impian Anak zijn vandaag terug gekomen van de drukkerij. We zijn benieuwd. Mohni ook. We hebben hem uitgelegd dat het in Nederland gebruikelijk is dat je eerst een proefdruk krijgt. Is het dan niet goed, dan betaal je ook niet. Hier werkt dat niet zo. De drukkerij drukt de hele partij, als het niet goed is, heb je pech gehad. Mohni kijkt heel gespannen als wij de foldertjes (met de zaklamp, het is hier donker) bekijken. Het is geen eersteklas drukwerk, maar wij vinden het heel acceptabel. Tot grote opluchting van Mohni.
De kleuren lopen per foldertje nogal uiteen, maar alles wat erop moet staan staat erop, en de foto’s zijn van redelijke kwaliteit. En in Nederland waren we vast een heel-veelvoud kwijt geweest aan drukkosten.
Intussen ligt de vis lekker te bakken, en wordt de beruga vol gezet met rijst, frietjes, groente, sausjes en fruit. Als de vis er ook nog bijkomt kunnen we aanvallen.
Complimentje voor Wakdi, hij heeft een paar overheerlijke vissen uitgezocht. Dan dit prachtige uitzicht, het leuke gezelschap en de rust van Gili Air erbij, en we hebben een onvergetelijke avond!
Rond 11 uur is het mooi geweest. Mohni en zijn vrienden moeten nog een half uurtje varen, dan nog een uurtje rijden naar Senggigi. Als Mohni dat redt, vaak doet hij in de auto een dutje als hij te moe is om verder te rijden.
We nemen afscheid en wandelen terug naar Sejuk Cottages. Inmiddels is het bij sommige restaurantjes en barretjes iets drukker geworden, maar echt vol…nee, dat niet.
Bij het hotel aangekomen duiken we direct in bed. Heerlijk, een nachtje slapen zonder gestoord te worden door onze huismuis. We wensen hem van hieruit een hele fijne nacht, met veel zeep en schone tanden.

 

 

Dinsdag 11 augustus 2009

Mohni heeft ons de auto aangeboden, dat komt prima uit, want we willen graag nog een keer naar de watervallen gaan, bij Senaru.
Peter zal de klanten ’s ochtends met de auto naar de haven brengen. Daarna gaan we naar Senaru. Als we ’s middags op tijd terug zijn, kan Peter de klanten ophalen, zo niet, dan regelen ze een andere auto. Wat een service!
Als Peter om 8 uur bij Lombok Dive is om te rijden, hoeft dat niet, er is een andere chauffeur.
Die zal rond half 10 terug zijn, dan kunnen we daarna vertrekken.
Half 10 wordt 10 uur, maar dat maakt niet uit, “Lombok tijd”.
Dan vertrekken we naar Senaru. Op de heenweg via Gunungsari en Monkey Forest. Daar stikt het van de wilde aapjes, in alle maten. Veel meer dan we andere jaren hebben gezien.
Dan is het nog een heel eind naar Senaru, waar we rond de middag aankomen. Dan maar eerst wat eten en bedenken naar welke waterval we gaan. We kunnen kiezen uit de ons inmiddels bekende waterval, niet ver, maar wel heel veel trapjes. Of de tweede waterval. Die is een uur langer lopen. Onder het genot van een beker popmie en een flesje TehBotol (goedkope ijsthee), denken we na. Hoewel, veel tijd om te denken krijgen we niet. We zijn niet in het toeristenrestaurantje gaan zitten, maar bij het kraampje waar de chauffeurs en gidsen zitten. Veel gezelliger, vast goedkoper en goed voor mijn Bahasa Indonesia.
Nadat we heel veel nieuwsgierige vragen hebben beantwoord, gaan we op pad. Inmiddels is het erg laat geworden om nog naar de tweede waterval te gaan, zeker als we op tijd in de haven willen zijn en nog even lekker bij de waterval willen zitten.
Dus wandelen we de bekende weg, nu iets rustiger dan vorig jaar, toen alle kinderen met begeleiders van Proyek Kampung Loco erbij waren.
Bij de waterval aangekomen nemen Peter en Anique een frisse duik. Tom gaat aan de slag met het fototoestel, heel professioneel, met een statief erbij. Ik wandel een beetje in de omgeving. Als ik een hoge steen afstap, schiet mijn slipper uit en struikel ik bijna. Ik blijf overeind, maar mijn teen maakt een flinke botsing met een rotsblok. Auw!!!
Het voelt niet goed, maar gelukkig is er heel veel ijskoud water in de buurt.
Ik loop voorzichtig naar het beekje en ga met mijn teen in het water zitten. Dat voelt beter.
Langzaam strompel ik terug naar onze spullen. Gelukkig heb ik een paar sandalen in de tas zitten, want de slipper, waar ik verder prima op loop hier, schiet steeds los.
De teen begint te kloppen en op te zwellen. Dus blijf ik maar rustig zitten, voet omhoog, en geniet van de rust en de waterval. Er zijn nauwelijks toeristen vandaag. We smullen van de spekkoek die we hadden meegebracht. Dan wordt het tijd voor de terugtocht. Niet mijn favoriete onderdeel van de trip, heel veel trapjes op. En al helemaal niet met een pijnlijke teen. Pelan pelan loop ik naar boven, op de zijkant van mijn voet lopend, om de teen niet te belasten. Heel vaak stoppend voor een slokje water. Maar na een tijdje is de weg weer in het zicht. We zijn er.
Op de terugweg mag Tom voorin de auto zitten, kan ik mijn been een beetje omhoog houden op de achterbank. Zo rijden we via de kustweg naar Senggigi. We kijken wel of we op tijd bij Teluk Nare zijn om klanten mee terug te nemen.
Dat lukt, rond kwart voor 4 zijn we er, terwijl Mohni verwacht om 4 uur met de boot aan te komen. Dus wachten we op de klanten. Als we bij de haven aankomen, is het daar een enorme puinhoop. Bij het zitje, waar de klanten kunnen wachten, ligt heel veel troep. Blikjes, flessen, verpakkingen van eten, sigarettenpakjes en peuken. Het ziet er niet uit.
Dus gaan we even opruimen. Eerst alles bij elkaar rapen en vegen. Dan oogt het al wat netter. Peter begint ook de tuin aan te vegen. Bij de haven staat een voormalig hotelgebouw. Een gebouw wat vast ooit heel mooi is geweest. Open hallen, met bijgebouwtjes. Daar huurt Mohni een ruimte voor zijn spullen. Maar de open ruimtes worden door iedereen gebruikt, dus houdt niemand ze netjes. Dat is iets wat ons hier behoorlijk stoort, de troep die overal ligt. Van lege flessen, bouwafval, plastic, papier, verpakkingen, alles wordt overal neergegooid.
En dan blijft het liggen. Op zich begrijpelijk, vuilnisophaaldiensten kennen ze hier niet of nauwelijks, maar het is geen gezicht.
Dus vegen we alles een beetje bij elkaar, met de bedoeling dat het dan opgestookt kan worden. Ook niet de ideale oplossing, maar dan is het in elk geval weg.
Als we bezig zijn, komt er een man aanlopen met een meisje. Dat blijkt Hera te zijn. De man is een bekende van Mohni, die weet dat wij Hera willen ontmoeten.
Hera is heel erg verlegen, geeft op commando met moeite een hand, maar zegt niets, geeft zelfs geen antwoord op eenvoudige vragen over school enzo.
Gelukkig komt Mohni erbij en praat even met haar. We leggen uit dat we nog een cadeautje voor haar hebben, van de sponsor uit Nederland, maar dat ze dat later krijgt.
Dan zeggen we via Mohni dat ze wel weer mag gaan, ze voelt zich overduidelijk niet op haar gemak. Hera is 13 jaar en zit in de hoogste klas van de basisschool. Ze heeft 3 broers en zusjes. Haar vader is gestorven, de kinderen wonen bij de moeder. De moeder van Hera heeft een tentje op het strand waar ze koffie, thee en wat kleine hapjes verkoopt.
Voornamelijk aan lokale mensen. Toeristen komen hier nauwelijks, alleen om vanuit een auto in een boot te stappen en omgekeerd.
Vandaar dat de kinderen hier nog niet zo gewend zijn aan blanke mensen. Heel anders dan in Kampung Loco.
Inmiddels is Tom samen met de bemanning van Lombok Dive begonnen met het schoonmaken van de materialen. Alle duikspullen moeten met zoetwater worden afgespoeld. Peter veegt nog wat in de tuin. Ineens zien we dat Hera ook is gaan vegen. Waarschijnlijk heeft haar begeleider haar dat opgedragen. Dat is nou ook weer niet nodig, maar hoe leggen we haar dat uit? We laten het maar zo, en geven haar daarna wat geld voor het meehelpen. Misschien is het een goed idee om iemand uit het dorpje te vragen, tegen betaling, de omgeving van het gebouw een beetje bij te houden. Dat komt toch veel beter over.
Daar moeten we het eens met Mohni over hebben.
Als iedereen klaar is, rijden we met de bemanning terug naar Senggigi. De klanten zijn al eerder met een andere auto weggebracht. Elke dag zijn er wel een paar auto’s nodig om iedereen van Senggigi naar Teluk Nare te brengen en ’s avonds weer terug.
Als we in Senggigi aankomen, lopen we verder naar Loco. We kijken weer even hoe het gaat met het muurtje langs de beek. Vanuit het nieuwe bruggetje over de beek wordt het muurtje opgehoogd. Dit wordt gedaan door mensen uit Loco, vooral door de Hindoe mensen die op de berg wonen. De vrouwen halen zand uit de droogstaande beek. Waarschijnlijk om het cement mee aan te maken. Mannen metselen de muur, van grote keien. De materialen worden verder door de overheid betaald. Zo kan er elk jaar een stukje opgeknapt worden. Het begint er mooi uit te zien, en lijkt me een stuk veiliger, een muurtje naast de smalle weg.
We brengen onze spullen naar de kamer. Dani vroeg vanochtend de sleutel om de kamers te kunnen poetsen. Er is inderdaad gepoetst, helaas hebben we maar 1 handdoek teruggekregen, en was er niets op slot gedaan na het poetsen. Als we navragen hoe het met de handdoeken zit, blijkt dat de handdoeken op zijn. Helaas. Het hotel zit nog steeds vol, en op=op.
Dan besluiten we eerst even afscheid te gaan nemen van Nick, Elise en Jeffrey die overmorgen vertrekken. Wij gaan morgen voor 2 dagen naar Gili Air, dus zullen we ze verder niet meer zien in Lombok. Elise zit bij Adi en Mariam. Nick ligt nog steeds ziek in bed. Mariam zet thee voor ons, en we kletsen nog wat. We wensen Nick veel beterschap, en hopen dat hij opknapt voor hij aan de reis gaat beginnen. Verder wensen we Elise morgen nog een mooie dag, en sterkte met het afscheid.
Dan lopen we naar Sareah, waar we kijken of de was al klaar is. Ja hoor, en er staat ook een grote zak lekkere banaantjes voor ons! Die gaan morgen mee naar Gili Air.
Vanavond gaan we bij Mohni en Sofie eten.
Als we over het bruggetje naar de andere kant van Loco lopen, ligt er iets voor ons op het pad…een slang! Jasses, blij dat we altijd zaklampen bij ons hebben. Hier zitten dus inderdaad echte slangen, wat eng. Geen idee of ze kwaad kunnen, maar we lopen pas verder als de slang verdwenen is. Als ik Mohni even later vertel dat we een slang hebben gezien, reageert hij daar nauwelijks op. Het zal dus wel niet zoveel kwaad kunnen…hoop ik.
We geven Dita het jasje dat we afgelopen zaterdag hebben gekocht. Zoals gewoonlijk nauwelijks reactie. Een paar dagen later vertelt Mohni dat ze er heel blij mee was, het direct de dag erna naar school aan wilde doen. Mohni had gezegd dat het een jasje voor de zondag was. Maar Dita had daarna zolang gezeurd, dat ze het toch naar school aan mocht doen, als ze het dan maar voor ze op school aankwam uit zou doen… Hoezo, verwende kinderen hier???
Sofie heeft allerlei lekkere dingen klaargemaakt, vis, verschillende soorten vlees, gado gado, rijst. En als toetje een hele schaal vol vers fruit en zo’n lekkere gelatine-toetjes die Kartini gisteren ook had.
Als we het eten op hebben, komt er een verrassing. Fitria, ons Impian Anak sponsorkind uit Mataram, is er ook. Haar familie is bij Santi, het zusje van Sofie, op bezoek.
Ze komt even kennismaken en Peter loopt snel terug naar het hotel om de cadeautjes voor haar op te halen. Voor elk kind hebben we een pak schriftjes, een leuk etui-doosje met wat schrijfmaterialen, en een foto van de sponsor. Fitria (of Fitriani) is gelukkig iets minder verlegen dan Hera. Ze is 12 jaar oud, zit ook in het laatste jaar van de basisschool en woont met haar ouders en 3 broertjes/zusjes in Mataram. Haar vader verdient wat geld als ojek-rijder, een taxi-motor chauffeur. Fitria is elk jaar de beste leerlinge van de klas.
We maken een paar foto’s van het –toch wel verlegen- meisje, en nemen dan afscheid.
Mohni moet even naar een hotel voor een bespreking met een nieuwe klant. Wij lopen zo ook naar Senggigi om onze Lombok-telefoon op te laten laden.
Als we naar Senggigi lopen, komen we Mohni alweer tegen. De klant had zich bedacht, hij was voor niets gegaan. Dan gaan we maar met z’n allen naar Senggigi. Mohni wil ons nog een kantoorpand laten zien wat te huur is.
We hebben het pand vorige week van buiten bekeken, nu heeft Mohni de sleutel. Het ligt aan de doorgaande weg, maar iets lager dan de weg, een stukje ervan af. Het pand zelf is heel erg mooi, net geschilderd. Hij zou er zo in kunnen trekken. Er is een royale winkel/kantoor-ruimte. Daarachter nog een ruime kamer, een nette badkamer/toilet, een buitenkeukentje en nog een hele grote bovenverdieping.
Mohni ziet dit pand wel zitten in combinatie met woonruimte. Hij verwacht dat Dita hier minder last zal hebben van astma, omdat de omgeving veel minder stoffig is. Een nadeel is wel dat de omgeving wat minder kinderrijk en minder kindervriendelijk is.
Het pand is te huur, voor 1 jaar, of voor 3 jaar. Als je voor 3 jaar huurt, krijg je geen korting. Vreemd, maar het heeft natuurlijk wel een voordeel. Je weet dan waar je de komende 3 jaar aan toe bent. Huur je het voor 1 jaar, dan loop je het risico er na dat jaar uit te moeten, of ineens veel meer huur te betalen. Nadeel van 3 jaar is dat je er lange tijd aan vast zit, en of dit de ideale locatie is betwijfelen we een beetje. Maar we raden Mohni aan er eens heel goed over na te denken, en het vooral ook met Sofie te overleggen. Als het dit pand wordt, zal zij er ook in moeten wonen, samen met de kinderen. Voor het gezin is het een ingrijpende wijziging. Of dit nu ook echt in het gezin overlegd gaat worden? Geen idee, maar waarschijnlijk is het hier toch meer een mannenbeslissing.
We lopen terug, drinken nog wat bij Cak Poer, waar we de laatste dagen niet meer zoveel komen. Bu Reni kookt ook zo goed, is heel veel dichterbij en binnen het bereik van draadloos internet, ook niet onbelangrijk!
Dan is het tijd om naar bed te gaan, vannacht slapen we nog bij Bumi Aditya, morgen gaan we naar Gili Air.
De laatste nacht bij Bumi valt tegen. Onze huismuis is weer erg actief. Rotbeest. Na het tandenpoetsen bij het stuk zeep, blijft ze in de kamer rond tippelen, ik hoor steeds plastic zakken ritselen. Maar ook de airco houdt ons wakker. Er komt meer herrie uit dan koude lucht. Waarschijnlijk is het apparaat sowieso veel te klein voor de royale kamer. Dus echt veel kouder maakte hij het al nooit, maar in combinatie met de plafondventilator hadden we er nog een beetje koele lucht van. Maar dat is waarschijnlijk nu helemaal afgelopen. Nu komt er alleen een vreselijk geluid uit. Maar ja, tidak apa apa. We hebben in elk geval een mooie kamer geboekt met airco en warm water, maar dus zonder airco en zonder warm water. Moet kunnen in Lombok! Misschien hebben we de volgende nacht wel een veel mooiere kamer op Gili Air, of natuurlijk niet…
 

Maandag 10 augustus 2009

We wilden het vandaag rustig aan doen, maar Tom heeft andere plannen. Al vroeg is hij uit bed, ja, de Gili’s roepen weer. Hij gaat vandaag toch maar weer mee duiken.
Als hij weg is, gaan wij lekker rustig aan doen. Beetje opruimen, wasje doen, en wat grotere dingen die gestreken moeten brengen we naar Sareah. Naast haar drukke kook-werkzaamheden vindt ze het helemaal niet erg om een extra wasje te doen, zo kan ze wat bijverdienen. Sareah wast, dochter Nur strijkt. Nur stond ingeschreven voor de universiteit, maar is uitgeloot. Nu wacht ze op uitslagen van een toets, misschien kan ze een andere opleiding gaan doen. Lukt dat niet, dan zal ze werk moeten zoeken.
Dat lijkt ons niet gemakkelijk. Ze ziet er nog zo jong uit en spreekt niet zo veel Engels. Maar ze heeft goede hoop dat ze toch nog op de universiteit kan komen.
Als we met een paar resterende ananassen van gisteren bij Boung en Sareah aankomen, worden we direct op de beruga gevraagd. Ook wordt ons gevraagd of familie Van Duren zal willen komen. Sareah wil iets lekkers klaarmaken. Dat klinkt goed! Maar familie Van Duren is nog druk bezig met poetsen van de kamers (dat heb je bij Bumi Aditya…). Sareah begint toch alvast met de voorbereidingen voor de gado-gado met petjel saus.
Ik duik mee de keuken in. Ze heeft zoveel lekkere recepten, maar dan moet ik echt meekijken hoe ze het maakt, haar uitleg alleen brengt me niet verder.
De groente voor de gado gado is al klaar. De inmiddels bekende kangkung, gekookt, en taugé.
De lontong heeft ze al eerder gekookt, in kleine puntzakjes van bananenblad.
De bananenbladen gaan er hier in grote hoeveelheden doorheen; om dingen in te koken of stomen, zoals de lontong, maar ook om kant en klare maaltijden die ze verkoopt in te verpakken.
De lontong wordt in blokjes gesneden. Dan de saus nog. Ik kijk goed mee.
We kunnen kiezen uit een saus met sambal of met pinda’s. De laatste wordt het, klinkt iets minder pittig. Maar ook daar gaat voor 3 personen een half lombokje in, een klein maar heel pittig rood pepertje, dan een paar kleine tomaatjes, twee teentjes knoflook, een handjevol pinda’s, een stukje trassi wat in een vuurtje is aangebakken. Dit wordt allemaal in een grote vijzel fijngemaakt. Dan een beetje warm water erbij voor de smeuigheid. En klaar is de saus. In een paar tellen. Dit gaat over de groente en rijst. Heerlijk, lekker pittig.
We geven de kleren die we in Mataram voor de kinderen hadden gekocht. Ze zijn er blij mee!
Inmiddels zijn ook Peter II (van Duren), Jacqueline, Sjors en Maud gearriveerd op de beruga. Sareah maakt nog snel 4 porties erbij, en Boung maakt heel handig de ananassen schoon. Wat is het eten toch eenvoudig en lekker hier!
Natuurlijk worden er weer de nodige soorten kroepoek voor onze neus neergezet, evenals grote glazen thee en koffie. Peter I is helemaal verzot op de indocappuccino hier. Zakjes oploscappuccino. Aangezien Sareah en Boung deze niet in de winkel hebben, hebben we ze een voorraadje gegeven. Voor als wij komen, maar natuurlijk ook voor henzelf of om te verkopen. Boung vertelde dat hij de koffie ook zo lekker vindt, maar zelf nooit kocht, omdat hij te duur is. Nu hebben ze een hele voorraad staan, maar daar zullen ze zelf niets van pakken; nee, is voor Peter…
Rond de middag stuur ik een korte sms naar Tom; apa kabar? Sudah makan?
Eful, die er ook bij is gekomen, moet lachen als Tom direct een sms terugstuurt, Bagus, sudah. Hij vindt het grappig dat we beter Indonesisch schrijven dan spreken. Tja, dat krijg je als je in Nederland het hele jaar probeert Indonesisch te leren uit boekjes en door te chatten met mensen in Lombok. Spreken kunnen we alleen tijdens de 3 en een halve week vakantie in Lombok leren, en dan hebben we altijd zoveel te vertellen en vragen dat dat veel makkelijker en sneller gaat in het Engels.
Met Eful praten we nog even verder over het project, over zijn nieuwe kantoortje op Pasar Seni II. Ook hebben we het over de kokosolie die Sareah maakt. Die wordt gebruikt als huidolie. We kennen een project op Sumba, die verkopen dit soort olie in Nederland via internet. Zo zitten we een beetje te brainstormen over allerlei dingen. Tot Peter Eful op het idee brengt om in zijn Tourist Office kantoortje echte Lombok/Loco streekproducten te gaan verkopen. Zoals kokosolie, houtsnijwerk, parels,horloges, maar ook bijvoorbeeld sleutelhanger of boekenleggers met Proyek Kampung Loco erop, of T-shirts met opdruk.
Dit levert wat op voor de mensen in het dorp die de producten leveren, heeft net iets meer dan een gewoon Tourist Office, en geeft het proyek wat meer bekendheid, wat misschien extra sponsors op kan leveren. Eful ziet het helemaal zitten. Als er dan toeristen het dorpje willen bezoeken, kan hij ze rondleiden, eventueel een lange rondrit met Boung naar de Hindoe-gezinnen op de berg, en dan de rondleiding beëindigen in zijn kantoor. Waar de mensen dan wat meer info over het proyek kunnen krijgen, spullen kunnen kopen, en direct bij hem nog verdere trips of transport kunnen regelen. Dit is echt iets voor Eful, ideeën uitwerken en regelen. We zijn benieuwd of er iets van komt, maar het zou best kunnen werken als ze het goed aanpakken.
Het is middag geworden, en om toch nog een beetje te bewegen vandaag, lopen we naar Senggigi. Daar zitten we even bij Warung Bu Reny.
Dan lopen we naar Pasar Seni, en via het strand terug. Bij Senggigi Beach Hotel lopen we weer naar de hoofdstraat. Als we langs Anna’s Gift Shop lopen, komt Dianne al vragen of we de folders van Impian Anak niet vergeten af te geven. We hopen van harte dat ze klaar zijn voor we weer naar Nederland gaan, anders kan Mohni ze wel even afgeven.
Voor we terug lopen naar de kampung, kopen we nog een supergroot blik koekjes voor Kartini, waar we vanavond gaan eten ter ere van Gilangs verjaardag. Voor Gilang hadden we al een blits surfshirt gekocht.
Tegen de avond komt Tom terug. Hij heeft vandaag het sponsorkindje van Agnes en Peter ontmoet. Hera, een meisje uit Teluk Nare, de havenplaats waar de boot van Lombok Dive ligt. Maar de ontmoeting was geen succes. Het meisje was zo verlegen en bang voor Tom, dat het Mohni heel veel moeite en tijd heeft gekost om haar ervan te overtuigen dat ze Tom gewoon een hand kon geven.
Als we ons klaarmaken voor het etentje, valt het licht weer eens uit. Ach, het went. Met de zaklamp erbij gaan we verder.
Samen met familie Van Duren, die ook zijn uitgenodigd, lopen we naar het huis van Eful en Kartini. Daar aangekomen feliciteren we eerst Gilang en geven het cadeautje af. Zoals gewoonlijk wordt dat direct opzij gelegd, zonder te kijken wat het is. Het blijft vreemd, dat zijn wij niet gewend in Nederland. Later op de avond vertelt Sareah dat hij direct daarna het shirtje is gaan passen, het paste prima en hij was dolgelukkig, een echt surfshirt!
Van Elise horen we dat Nick ziek is, jammer, nu mist hij het feestje, en de laatste dagen van de vakantie breng je natuurlijk liever ergens anders door dan ziek in bed.
Maar Elise en Jeffrey zijn wel gekomen. Kartini heeft zich helemaal uitgeleefd in de keuken. De hele vloer komt vol te staan met de lekkerste visgerechten, gamba’s, zoetwatervis, garnaaltjes, inktvis en schelpdieren. En een grote pan nasi koening, het traditionele verjaardagsgerecht. Verder nog lekkere groente erbij, witte rijst, kroepoek en natuurlijk weer de overbekende bekertjes water. Die hebben we nodig, want er zitten pittige gerechten bij. Maar wel heel lekker! En dat allemaal bij kaarslicht, want de elektriciteit werkt nog steeds niet. Na het hoofdgerecht komt er nog een toetje; een soort gelatinepudding, met chocolade en kokossmaak. Apart, maar heel lekker.
Dan is het 8 uur, en begint het kinderfeest. We zijn benieuwd hoe dat hier gaat, zeker als we horen dat er maar liefst 120 kinderen worden verwacht!!!
Eful legt uit dat er 2 manieren zijn. Iets wat lijkt op de Nederlandse manier, met ballonnetjes en spellen. Maar voor Gilangs 14e verjaardag hebben ze gekozen voor een traditioneel feest met religieuze tint. We zijn benieuwd.
Buiten, op de open plek naast hun huis, zitten inmiddels alle kinderen op vloerkleden op de grond. Ze zitten in groepjes bij elkaar. Odjong, de vrolijke badmeester van Graha, en naar blijkt de leider van de kinderen uit de kampung, leidt het feest, of eigenlijk de plechtigheid.
Voor ons wordt aan de zijkant een vloerkleed neergelegd waar we kunnen zitten. Dan beginnen de kinderen te lezen, bij het licht van kaarsen en olielampjes. Er worden koranverzen opgelezen, het klinkt meer als zingen en gaat heel lang door. We kunnen er niets van brouwen, het gaat allemaal in Arabisch. Later horen we van Herman, een wel heel groot kind wat ook meezingt, dat hij gewoon alles opleest, wat het precies betekent weet hij ook niet. In elk geval vind ik het heel indrukwekkend klinken. Meer dan honderd kinderen die samen lezen/zingen, zeker in de sfeer van de kampung, donker, sterrenhemel erboven.
Na een hele tijd worden er bekertjes mierzoete limonade uitgedeeld. Dan gaat het gezang nog even door. Daarna krijgen alle kinderen een traktatie, een pakketje met nasi koening, wat fruit en een cakeje. Dan is het feest afgelopen en gaat iedereen naar huis. Tom heeft tijdens de plechtigheid met Adi zitten kletsen. Nu is hij weer aan zijn bed toe, na een lange dag duiken. Ik loop even met hem mee, met de zaklamp, want het is nog steeds donker. Als ik even later terugkom bij Eful en Kartini is het er een stuk rustiger. En een stuk lichter, als de elektriciteit ineens weer werkt! We gaan nog even met Elise, Adi, Eful en Kartini op het stoepje zitten en drinken nog een bekertje water. Nu helemaal zonder te knoeien, we leren het nog wel.
Het is laat als we naar bed gaan, maar dat maakt niet uit. Dan slapen we ook goed.
Kijken of de zeepetende muis me vannacht weer wakker krijgt…
Er zijn de laatste nachten trouwens meer dieren actief in ons huisje. Muurslopende dieren.
’s Nachts horen we allerlei geknaag in de muren. Het huisje is van steen, aan de binnenkant zijn de muren bekleed met platen van gevlochten riet. Daartussenin zit iets, zullen wel mieren of muizen zijn, want elke ochtend ligt er een bergje zand en gruis tegen de plint aan op de vloer.
 

Zondag 9 augustus 2009

We staan vroeg op en lopen naar de grote weg. Daar kopen we een pisang goreng ontbijtje voor onderweg. Mohni staat al klaar, en we vertrekken snel, nog een hele rit voor de boeg. Peter is chauffeur. We rijden nu niet via het noorden, maar nemen de weg midden door Lombok. Het duurt een hele tijd voor we Mataram voorbij zijn. Dan wordt het wat rustiger op de weg. In Masbagik stoppen we om wat fruit te kopen. Mohni stapt uit en vraagt ons te blijven zitten. Als de verkopers ons zien, betalen we de toeristenprijs, vele malen hoger dan de lokale prijs. Even later komt hij terug, met 12 verse ananassen.
Dat is wel erg veel. Maar ze zien er wel heel erg lekker uit. Helaas nog niet schoongemaakt. Als we verder rijden ziet Mohni een kraam met schoongemaakte ananassen. Dat was natuurlijk veel handiger, maar de andere ananassen zijn al gekocht. Ik vraag of de ananassen hier duur zijn. Nee, valt wel mee, voor de 12 ananassen heeft hij ongeveer 70 cent betaald.
Niet duur, vindt Mohni, op het strand in Senggigi betaal je dat misschien wel voor 1 ananas. En dat vinden wij nog een koopje, vergeleken met de prijzen in Nederland.
Na Masbagik wordt de weg weer rustiger. Als we in het oosten komen wordt het ook droger en armoediger. Het lijkt veel op Noord-Oost Bali.
Rond half 10 zijn we in de haven. Hoewel haven, het is een strand waar een paar bootjes liggen, gewone eenvoudige vissersbootjes.
En er is een echt hotel. Het enige hotel hier in de buurt. Toeristen komen er nauwelijks.
We kijken even rond en gaan dan wat drinken in het restaurant van het hotel.
Daar zijn we een echte attractie. Anique heeft binnen een paar minuten al een dikke vriendin erbij. Een meisje van haar leeftijd dat een beetje Engels spreekt.
Ze is helemaal gelukkig dat ze even met Anique kan kletsen. Haar oudere broer is verlegen, en duikt steeds weg als we iets willen zeggen of een foto willen maken.
Als alle spullen in de boot liggen, vertrekken we. Uitgezwaaid door Anique’s vriendin.
Het is wel even proppen in de boot. De flessen en duikspullen liggen op de bodem van het bootje, wij zitten op de rand. Het zit goed vol, met 5 personen en nog een schipper. De motor van het bootje neemt ook veel plaats in. Hij zit op de rand van het bootje, een soort grasmaaiermotor die veel herrie maakt. Maar we hoeven niet zo heel ver, de eilandjes Lampu en Bidara liggen niet ver van de kust.
We varen naar Bidara, waar een soort kampeerplaats van Perama-tours is. Het is een mooi eilandje, zoiets als Gili Sudak in Sekotong. Maar dan nog rustiger. Wit strand, blauwe zee. Er is buiten de kampeerplaats geen toerisme, het is een soort eco-toerisme plek, de overheid wil dat ook zo houden, dus geen massatoerisme. Gelukkig!
We leggen de spullen die we de eerste duik niet nodig hebben op het eiland. Dat levert iets meer ruimte op in het bootje. Dan varen we naar de eerste duikstek. Het is even zoeken om de goede locatie te vinden. Als iedereen er klaar voor is, gaan ze te water. Ik blijf met de schipper aan boord. In gebrekkig Indonesisch praten we wat, intussen blijft hij de luchtbellen van de duikers volgen. Lekker peddelend, zonder motor, zodat het heerlijk rustig is. Ondanks het feit dat ze vrij diep duiken, zijn de duikers met hun felgekleurde uitrusting vanaf de boot goed te zien onder water. Het water is dan ook kraakhelder en rustig.
De schipper woont op Gili Lampu, zijn vrouw komt oorspronkelijk uit Masbagik. Ze zijn in 2006 getrouwd en hebben een kind van bijna 2 jaar. Hij werkt bij een parelkwekerij, maar veel werk is hier in de omgeving niet te krijgen. Daarom trekken steeds meer mensen naar Korea en Maleisië waar ze in plantages kunnen werken. Meestal blijven ze daar 2 jaar, in die tijd mogen ze 1 keer naar huis komen. Dat soort verhalen hebben we de laatste weken vaker gehoord.
Na een uur komen de duikers weer boven. Het was geweldig onder water, wat minder vissen dan in West Lombok, maar veel mooier koraal. En makkelijker duiken, minder stroming. En natuurlijk rustiger. Bij Meno en Trawangan grappen ze wel eens dat ze verkeersborden onder water moeten plaatsen om de duikers niet te laten botsen. Hier is verder niemand.
We varen terug naar Bidara waar we gaan lunchen. Bij gebrek aan een restaurant hebben we brood meegenomen. Niet zo lekker als een bordje nasi, maar je kunt niet alles hebben.
Het uitzicht en de omgeving maakt veel goed.
Als de boterhammetjes op zijn, waagt Mohni zich aan het schoonmaken van een ananas. En dat valt niet mee. Met het zakmes van mij en het duikmes van Tom wordt de ananas ernstig toegetakeld. Het ziet er zielig uit. Op het strand zijn de vrouwen er veel handiger in. In een paar tellen schillen ze de ananas en snijden ze de putjes er op een kunstige manier uit. Je houdt een hele mooie vorm over. Die vorm is nu ver te zoeken, maar de ananas is overheerlijk. Honingzoet en sappig. Twee ananassen en veel geklieder verder, gaan Peter en ik een stukje wandelen. Mohni doet een dutje onder een boom, Tom en Anique hangen lekker onder een rieten parasol.
We lopen over het strand, op zoek naar schelpen. Die liggen hier in alle kleuren en maten. Prachtig. Hier kan ik me helemaal uitleven. Maar ik probeer me een beetje in te houden. Officieel mag je geen schelpen meenemen naar Nederland, dus ik neem alleen de allermooiste exemplaren mee. Er liggen ook honderden zee-egels. Van die mooie paarse-roze bollen, waar de stekels niet meer aanzitten. Ernstig breekbaar, maar ik probeer er toch een paar mee te nemen. We zien wel of ze veilig overkomen.
Anique duikt vanmiddag niet mee. Na de duik komen ze toch weer naar Bidara om de spullen op te halen, dus blijven wij lekker op het eiland. Zwemmen wat, zoeken nog wat schelpen, eten nog een paar ananassen. En genieten van de rust. Lekker, zo’n dagje zonder toeristen.
Als de duikers terugkomen gaan we langzaamaan terug naar het vasteland. Bij het hotelletje is het wat drukker geworden. Maar niet met toeristen. Het is zondag, dus veel lokale mensen gaan dan naar het strand. En nu zijn wij de toeristische attractie. Anique’s vriendinnetje staat ook al weer te wachten. We drinken weer wat in het hotel, Anique krijgt het telefoonnummer van haar nieuwe vriendin. Om te sms-en. Internet hebben ze niet, ook niet op hun (middelbare) school. Voor we gaan komt het meisje nog met een cadeautje voor Anique. Een kralenarmbandje. Anique weet niet goed of ze het wel kan aannemen, maar het wordt met zo’n blij gezicht gegeven… Snel denken we na of we iets hebben wat we haar kunnen geven. Gelukkig hebben we in de auto een hele stapel schriften liggen. Die komen hier altijd van pas, dus Anique haalt ze op. Daar zijn ze inderdaad heel blij mee.
Uitgezwaaid door het hele dorp rijden we een half uurtje later de weg weer op. Voor het donker thuis gaan we niet meer redden, helaas. Dat wordt dus een lange terugreis.
De wegen zijn slecht, nauwelijks verlicht. Maar het ergste is het overige verkeer. Niet iedereen heeft licht. Zelfs vrachtauto’s en auto’s rijden geregeld zonder licht. Motoren heel vaak. En fietsers of chidomo’s hebben slechts bij hoge uitzondering verlichting.
Het is al laat als we weer in Loco aankomen, maar we moeten wel nog wat eten. Als we in onze kamers zijn, valt het licht weer eens uit. Gewapend met zaklampjes gaan we op weg naar Senggigi. Dani komt ons vertellen dat er net vrienden van ons in het hotel zijn aangekomen. Dat blijkt familie van Duren te zijn, die met de boot uit Bali zijn gekomen. We zijn ze net voorbijgelopen, maar in het donker hebben we ze niet herkend. Dan lopen we maar even terug om ze te verwelkomen. Het is voor hun een donker welkom op Lombok.
Ze hebben ook nog niet gegeten, dus samen lopen we naar Senggigi, waar het ook behoorlijk donker is. Maar Warung Bu Reni is open, dus schuiven we daar maar aan.
Kletsen gezellig bij en genieten van het eten. Maar iedereen is moe, dus al te laat maken we het niet. De komende dagen krijgen we nog tijd genoeg om verder te kletsen.
 

Zaterdag 8 augustus 2009

Vandaag zullen we naar Oost Lombok gaan. Maar eerst gaat Tom nog met Lombok Dive mee naar de Gili’s, om te helpen met een groep duikers.
Na de eerste duik komt hij met Mohni terug en kunnen we naar Oost-Lombok.
Maar het begint al goed vandaag. Tom kan maar 1 slipper vinden. Die blijven altijd buiten staan. Waar we ook zoeken, geen tweede slipper. Waarschijnlijk heeft één van de jonge honden die hier altijd rondlopen hem meegenomen.
Dan maar een paar slippers van Peter aan, 3 maten te klein, maar beter dan niets.
In de supermarkt vraag ik naar slippers, maar groter dan maat 41 hebben ze niet. Tja, de gemiddelde Indonesiër leeft op kleine voet. Intussen heeft Peter bij de warung aan de overkant ons ontbijt besteld, thee met pisang goreng en ubi (zoete aardappel) goreng . Netjes in het kantoor bezorgd door de eigenaresse van de warung.
Op het kantoortje van Lombok Dive is het ook stressen. Druk vandaag, op het laatste moment zijn er weer heel veel duikers bijgekomen. Het is dan de vraag of en hoe het gaat lukken met de flessen die we mee moeten nemen naar Oost-Lombok. Waarschijnlijk worden die na de eerste duik opgehaald en ergens anders gevuld, de compressor van Mohni werkte niet goed, de reserve helemaal niet. Maar een jongen op kantoor zal iets regelen. Hij laat de flessen vullen en halverwege de middag kunnen we de auto met flessen oppikken en naar de haven rijden. Daar kunnen we dan Hera ontmoeten, het sponsorkindje van Agnes en Peter. Vanuit Teluk Nare kunnen we dan via het noorden naar Oost Lombok rijden.
Als het meezit kunnen we voor het donker in Oost-Lombok zijn.
Voor de middag kunnen we in elk geval de auto pakken om naar Mataram te gaan. We willen even kijken bij Mataram Mall, het grote moderne winkelcentrum wat afgelopen jaar flink is uitgebreid. Als de eerste lading klanten is afgeleverd, kunnen we de auto ophalen.
Rond 10 uur vertrekken we naar Mataram. Onderweg blijft het altijd genieten van alles wat er op en naast de weg gebeurt. De gekste taferelen. Als je ziet hoe hier alles wordt vervoerd, blijf je je verbazen. “Past niet” of “kan niet” kennen ze hier niet. Hele families op één motor, complete marktkramen in een chidomo, geiten in de chidomo, manden vol kippen op de fiets.
Bemo’s met 20 kinderen erop erin en eraan. Geweldig om te zien.
We parkeren de auto bij Mataram Mall. Dat is inderdaad uitgebreid, maar veel leuks is er niet bijgekomen. Eigenlijk vind ik in dit winkelcentrum alleen de toko buku, de boekenwinkel leuk. De rest is vooral elektronica zoals laptops en pc’s (tegen redelijk westerse prijzen), redelijk westerse kleding, een paar restaurantjes als KFC en Mc Donalds, veel te duur…
Dan een gigantische supermarkt op de begane grond. Wel leuk om een keer door heen te lopen, maar op de groente-fruit afdeling verkopen ze doerian. Voor velen de koningin van de vruchten, maar voor ons een vreselijke stinkvrucht. Je ruikt hem door de hele Mall.
De supermarkt slaan we dus maar over.
In de boekenwinkel kopen we een kamus, woordenboek Engels-Indonesisch, Indonesisch-Engels voor Jen, die bij Warung Bu Reni werkt. Een leuke vrolijke jongen, die helaas een paar jaar geleden gestopt is met school. Hij heeft een tijd in Proyek Kampung Loco gezeten, maar is er uit gegaan omdat hij nooit meer naar school ging. Jammer, maar ook dat komt voor. Zijn Engels is best goed, ook omdat hij in een restaurant werkt, misschien dat dit boekje hem nog iets verder op weg brengt.
Verder kan ik het niet laten nog een paar kleuterboekjes te kopen, mijn niveau Indonesisch…
Op een stapel afgeprijsde schoolboeken zien we een aardrijkskundeboek liggen.
Met een pagina over Nederland. Wat de kinderen hier moeten leren! Plaatsen die vast niet elke Nederlander weet aan te wijzen op de kaart. Zeker niet in deze schrijfwijze; Vaaleserberg,
Geen wonder dat de Indonesiërs zoveel over ons land weten.
Als we een glaasje gedronken hebben, kijken we nog even voor een cadeautje voor de kinderen van Boung. We zitten daar zo vaak op de beruga te eten en drinken, dat we iets terug willen doen. Voor Ani en Nur kopen we een leuk vest. Voor de kleine Anna een schattig spijkerjasje, met veel glittertjes en roze accenten. Vast helemaal haar smaak.
We kunnen het niet nalaten voor Dita, de dochter van Mohni, zo’n soort jasje te kopen, maar dan nog iets schattiger, met kanten randjes en veel frutsels. Past echt bij haar.
Het kopen is hier een hele ervaring.
Bij elk rek staat een aparte juffrouw. Die neemt de kleren aan die je wil kopen en schrijft een briefje. Daarmee ga je naar de kassa, wel de goede kassa, elke afdeling heeft een eigen kassa. Je rekent af, dan terug naar de mevrouw bij de kledingrekken, die in de tussentijd de kleding voor je heeft ingepakt.
Nu moeten we nog een paar slippers voor Tom zien te vinden. We hebben al in een sportzaak gekeken, maar daar hebben ze alleen duurdere merkspullen. Slippers voor een half miljoen roepia (ongeveer 35 euro, kan Tom vast niet waarderen.
Dan maar een gewone schoenwinkel proberen. Dat is beter, wel even zoeken naar een paar hele grote slippers, maar zelfs die hebben ze voor een paar cent.
Daarna gaan we de Mall uit, genoeg luxe gezien voor vandaag. Voor de lunch lopen we naar ons favoriete restaurant hier, net buiten de Mall, waar we ooit met Adi zijn geweest. Mar helaas, het restaurant is gesloten, wegens verbouwing zo te zien.
Dan maar een andere proberen. Een warung achtig restaurantje. We bestellen alle drie een glas sinaasappelsap en een bord nasi goreng. Het duurt even, maar dan komt het drinken. En hoe! 3 Hele grote glazen balanceren gevaarlijk op het dienblad van de jongen. Dan kiept glas 1 om, boven Anique. In de poging het glas te grijpen, komt glas 2 er ook nog overheen.
Anique drijft van het sap, wij kunnen nog net op tijd wegspringen.
De tafel en bankjes zijn nat, de jongen weer niet waar hij moet kijken.
Er komt een lading servetjes aan om alles droog te deppen. Ach, met een beetje zon erbij is alles zo weer droog (en plakkerig). De eigenaar van de warung en de jongen komen nog minstens 5 keer om zich te verontschuldigen. Och, kan gebeuren, tidak apa apa, endek kembe kembe. De nieuwe glazen sap en de nasi smaken prima. Als de eigenaar de rekening komt brengen, heeft hij maar 2 menu’s en drankjes erop gezet, voor Anique is alles gratis. Voor de overlast. Maar dat willen we niet aannemen, het was een ongelukje, ze hebben heel vaak sorry gezegd. Als we gaan geven we maar een fooi die het derde menu weer goedmaakt. Maar in elk geval heel netjes dat ze het hebben aangeboden. Zou in Europa niet overal gebeuren.
Dan lopen we terug naar de auto. We rijden nog even langs de winkel waar we vaker kantoorspullen hebben gekocht. Daar zijn de schriftjes meestal wel goedkoop. We kopen een paar pakken voor onze sponsorkinderen. Dan rijden we terug naar Senggigi, via de toeristische route over Gunungsari. Daar missen we een afslag en zitten bijna in Monkey Forest. Het is een hele mooie weg, maar als we deze weg doorrijden komen we een heel eind verder uit, dus draaien we maar om. We hebben inderdaad een afslag in Gunungsari gemist, bij de markt. Maar daar was het zo druk met bemo’s en chidomo’s, dat de zijweg niet is opgevallen.
Als we even later bij Lombok Dive aankomen, blijkt dat de flessen nog niet gevuld zijn. Communicatiefoutje…
En als ze nu nog moeten vertrekken, zijn ze zeker niet voor half 6 terug. Dan heeft het weinig zin meer om nog helemaal naar het oosten te rijden, want dan rijden we de hele weg in het donker, komen in het donker aan. We kunnen dus net zo goed morgen op tijd vertrekken, dan besparen we ook de overnachting in Oost-Lombok.
Mohni vindt dat ook een goed idee, dus besluiten we pas morgen te vertrekken. Als Tom terug is, eten we wat in Senggigi en gaan op tijd naar bed. Morgen vertrekken we om 7 uur naar Lotim, Lombok Timor (oost).
 

Vrijdag 7 augustus 2009

Peter en Tom zijn door Mohni gevraagd vanochtend mee te helpen met het geven van een introductiecursus duiken in het zwembad aan een groep Nederlanders bij een hotel in Senggigi. Dat komt goed uit, want dan kan Jeffrey, die ook wel eens wilde duiken, direct meedoen. Harfin geeft officieel de les, maar het is handig als Peter en Tom wat kunnen vertalen. Daar zijn ze waarschijnlijk de hele ochtend mee bezig, dus kunnen Anique en ik lekker rustig aan doen.
We wandelen rustig naar Senggigi. Daar komen we al snel een vriend van Khaerul tegen, de jongen die hem een vorige week voor ons heeft opgespoord.
Hij verkoopt zelfgemaakte sleutelhangers, boekenleggers en pennen.
Onze hotelsleutel heeft geen hanger, dus een sleutelhanger kunnen we wel gebruiken.
Helaas heeft hij nu geen sleutelhangers bij zich, maar hij kan ze thuis wel even ophalen. Dat is geen probleem, dus spreken we af over een uurtje bij Angel. We lopen verder en wandelen de mooie winkel van Pak Sudirman binnen. Souvenirs, maar dan net even iets mooier. Op de winkel staat Antiek, maar of het echt allemaal zo oud is betwijfel ik. Maar mooie dingen heeft hij zeker. Als we binnenlopen herkent hij ons nog van voorgaande jaren. We hebben een leuk gesprek, helemaal in het Indonesisch. Als de mensen rustig, duidelijk en zonder Sasak woorden ertussen praten, lukt dat vrij aardig. Zeker omdat je ongeveer weet wat ze gaan vragen. Hoe vaak in Lombok geweest, waar vandaan, hoe lang in Lombok, hoeveel kinderen etc. We krijgen weer een verbaasd gezicht te zien als we vertellen dat we in Kampung Loco logeren. In een eigen huis? Nee, gewoon bij Bumi Aditya. Weer krijgen we het advies dat we beter een huis in Lombok kunnen kopen als we toch elk jaar komen, er zijn mooie buurten waar veel buitenlanders wonen. Weer leggen we uit dat Bumi Aditya zo goedkoop is dat we daar echt niet een huis voor kunnen laten bouwen en onderhouden. En dat we geen zin hebben om in een wijk te zitten met allemaal Europeanen en Australiërs. We zitten dan liever tussen de lokale bevolking. Daar heeft meneer Sudirman dan wel weer waardering voor, maar misschien hoopt hij de inrichting van ons huis op Lombok te kunnen regelen, want hij heeft ook een meubelmakerij.
Als we zijn uitgekeken bij Pak Sudirman, gaan we naar Angel. Te vroeg om te eten, maar dan drinken we alvast wat en schrijven we rustig de kaarten die we naar Nederland willen sturen.
Als we net klaar zijn met de kaarten, komt de verkoper er al aan met zijn sleutelhangers.
Een kwartier te vroeg, dat zijn we hier niet gewend!
We nodigen hem uit bij ons aan tafel te komen zitten, en bestellen een drankje voor hem. De bediening kijkt bedenkelijk, maar de verkoper is onze gast, we betalen voor zijn drinken, dus ze moeten niet moeilijk doen.
We hadden een prijs afgesproken voor 6 sleutelhangers, maar kwamen daarbij niet op een rond bedrag uit. Ik heb alleen een groot briefje van 100.000 rupia. Maar liefst 7 euro. Dat is tevens het grootste briefje wat ze hier hebben, en ik verwacht niet dat de verkoper wisselgeld heeft, dus vragen we hoeveel hangertjes we voor 7 euro kunnen krijgen. Heel wat! Hij kijkt heel gelukkig en we gaan mooie kleuren uit zijn voorraad kiezen, dan kan hij ze verder afwerken, want er moet nog een draadje en ring aan. Hij glundert helemaal en gaat druk aan de slag, nauwlettend in de gaten gehouden door de manager/eigenaar van Angel. Hij blijft bij ons staan en de verkoper op de vingers kijken. Heel vervelend, maar de verkoper stoort zich er niet aan. Als de manager even wegloopt, stop ik de verkoper alvast het geld in zijn handen, niet iedereen hoeft te zien hoeveel hij ervoor krijgt. Het zou me niets verbazen als de jongen dan nog een deel van het geld af moet staan aan de manager, omdat hij in zijn restaurant zaken heeft gedaan. Het klinkt belachelijk, maar we hebben hier vreemdere dingen meegemaakt…
Als alle sleutelhangers klaar zijn, lopen we naar het postkantoor om de kaarten weg te brengen. Daarna naar Art Market, waar het uitgestorven is. Natuurlijk, vrijdagmiddag, grote gebedsdag. Dan maar via het strand terug lopen. Daar komen we al snel Mister Flores tegen. Daar zaten we echt op te wachten…niet dus. We proberen er snel vanaf te komen, maar hij heeft er zin in. Andere verkopers die ons aanspreken worden door hem op afstand gehouden. Hij legt uit waarom; Hij vertelt dat we vaste gasten zijn van Lombok, hier heel veel goed werk doen, en vrienden van hem zijn. En dat we niet lastig gevallen willen worden. Voorzover mijn Indonesisch het toelaat, heb ik het idee dat hij dat inderdaad tegen de andere verkopers zegt, en iedereen laat ons met rust, behalve Mister Flores zelf. Dan komt zijn tas met kaarten tevoorschijn. Ik zeg hem dat we nog een hele tijd hier blijven, en dat ik echt nog wel wat koop voor we vertrekken, dat doe ik altijd, daar kan hij op vertrouwen. Maar hij heeft een probleem, hij heeft nu geld nodig. Kinderen, school, duur, je weet wel. Inderdaad.
En, als we nu iets kopen, hebben we er de rest van de vakantie ook geen last meer van, dus gaan we een stukje verderop zitten en zijn stapel kaarten doorkijken. Een prijs geeft hij natuurlijk weer niet, maar we weten wat de kaarten in de winkel kosten, voor hem doen we er gewoon een extraatje bovenop, dan zal het wel goed zijn. Ik zoek 10 kaarten uit, maar helaas, ook hij kan niet teruggeven van een briefje van ongeveer 7 euro.
Ik loop even naar het restaurant bij Senggigi Beach Hotel en vraag of ze kunnen wisselen. Kunnen waarschijnlijk wel, maar ze doen het niet. Nou, dat weten we dan ook weer. Lekker behulpzaam zijn ze hier.
Dan lossen we het maar op een andere manier op. Ik zoek nog een paar kaarten erbij, en laat hem verder de rest van het wisselgeld maar houden. Hij is dolblij, zegt dat we dan nog wel een paar kaarten erbij kunnen pakken, maar dat hoeft niet. Met deze stapel kunnen we weer een jaar vooruit, en dan komen gewoon weer nieuwe kopen.
Als we afscheid nemen en weglopen besluiten Anique en ik dat we hem de volgende keer een deodorant cadeau doen. Hij heeft eigenlijk altijd dezelfde kleren aan, en zo te ruiken worden die niet echt vaak gewassen. Maar op het strand waaien onze neuzen weer helemaal schoon en fris. Het wordt trouwens weer heel donker. Dat gebeurt vrijwel elke middag. In de ochtend felle zon, rond de middag trekt de lucht dicht, en heel af en toe valt er aan het eind van de middag een verloren regendrup uit de lucht. Maar och, warme regen, hè Joep en Marijke.
We gaan terug naar het hotel, hebben geen idee hoe laat Peter en Tom terug komen, maar we verwachten dat ze ook nog moeten lunchen. Dat klopt, dus lopen we in de middag naar Bu Reni voor weer een lekkere nasi goreng.
Verder doen we de dag een beetje pelan-pelan, beetje kletsen overal, natuurlijk veel thee drinken, beetje lezen. Met Mohni hebben we afgesproken dat we morgen met de auto van Lombok Dive naar het oosten gaan. Voor de gasten die naar de Gili’s gaan huren ze dan een andere auto. We hebben een flinke autonodig voor 5 personen en alle duikspullen. En de auto van Mohni is verzekerd. Ook wel handig als je heel Lombok door gaat rijden.
’s Avonds gaan we bij Cuk en June eten. Ze hebben ons en Nick, Elise en Jeffrey uitgenodigd.
Omdat we niet met lege handen willen gaan, hebben we voor June maar een hele grote trommel met koekjes gekocht. De koekjes vinden ze lekker, maar kopen ze zelf vrijwel nooit. Het blik is heel handig om van alles in op te bergen. Voor hun zoon Judy, die op een soort kostschool zit en die we deze vakantie niet meer zullen ontmeoten, hebben we een mooi T-shirt uit Nederland meegebracht. Als we ’s avonds aankomen, mogen we plaats nemen in hun nieuwe kamer. Die is net klaar, heel vrolijk fris groen-geel geschilderd, en perfect afgewerkt. Zeker naar Lombokse maatstaven. De kamer ordt voor Judy. Er komt nog een verdieping bovenop, maar die groeit als weer geld gespaard is. Pelan-pelan dus.
Op de tegelvloer ligt een groot kleed waar we op gaan zitten. Op het kleed staan al heel wat schalen met heerlijk uitziend eten. Er wordt even extra gewezen op de borden met kentang goreng (frietjes), om Joep jaloers te maken. Ik vind frietjes prima, maar de Indonesische gerechten zien er zeker zo lekker uit! Kip, tempeh goreng, nasi, heerlijke sate ayam, kroepoek (speciaal voor Tom), kangkung, de indonesische waterspinazie, urab-urab en nog veel meer.
Eful is er ook bij, Adi en Boung zijn nog aan het werk, maar zullen later nog langskomen.
Helaas zien we de gastvrouw, June, ook niet. Achteraf horen we dat ze buikpijn heeft, maar de traditie zal het misschien ook niet toelaten dat ze met ons mee-eet. Jammer, dan hadden we haar persoonlijk kunnen bedanken voor de over-overheerlijke maaltijd. Maar dat doen we morgen dan wel.
Gezellig kletsend over van alles en nog wat, eten we lekker door. Uiteraard krijgen we weer ruzie met de bekende bekertjes met water. Je moet een rietje door het plastic dekseltje steken, in één ferme beweging. Doe je het te voorzichtig, dan krijg je een fontein. Vooral Peter is hier altijd heel goed in!
Na het eten komt er nog een schaal lekkere mandarijntjes op tafel. Wat Cuk betreft hoeven we niet op te ruimen, maar we vinden het wel erg bot om June met alle troep te laten zitten, dus zetten we in elk geval de afwas en afval bij elkaar.
De restanten van het eten blijven staan voor Adi en Boung.
De rokers gaan lekker buiten op het stoepje zitten, de niet rokers (dat zijn er niet veel) volgen snel. In de avond is het hier heerlijk buiten. Lekker warm, stralende sterrenhemel. Als Boung en Adi er ook nog bijkomen, wordt het helemaal een gezellige boel.
Geregeld komt er iemand langs, die even blijft staan voor een praatje. Laat inde avond komt er een toerist aanlopen. Het blijkt een Nederlander te zijn, op zoek naar een slaapplaats. Of er nog plek is bij Bumi Aditya. Nee dus. Hij is net aangekomen met 2 dochters. Die zitten nu doodmoe in het toeristenkantoortje. Hij probeert een slaapplaats te vinden voor één nacht. Maar heel Senggigi zit vol. Helaas Kampung Loco ook. Dan oppert Peter dat bij Mandalika Homestay, waar Boung werkt, misschien nog plaats is. Inderdaad, het is iets verder van Senggigi, maar er zijn kamers vrij vannacht. En de Kampung Loco Bemo staat hier te rusten, die kan nog wel een ritje aan. Dus stappen Boung, Cuk en Nick met de man in de bemo, halen zijn dochters op en rijden naar Mandalika Homestay. Weer iemand gelukkig met een slaapplaats, weer iemand gelukkig met een klant.
Als iedereen weer terug is, is het tijd om naar bed te gaan. Morgen weer een dag.
 

Donderdag 6 augustus 2009

Vandaag staan we vroeg op, en zien alle kinderen naar school gaan, deels lopend, deels op de fiets, en een deel met de bemo. Daarna gaan we ontbijten. Voor het gemak helpen we maar weer even mee met het klaarmaken van het ontbijt, want Tom gaat vandaag weer duiken en moet om 8 uur klaar zijn. Dat lukt net, en op tijd leveren we hem af bij Lombok Dive.
Wij beginnen de dag rustig met een kop cappuccino bij Mario’s, waar Nick, Elise en Jeffrey even later komen ontbijten. We werken het verslag bij, plaatsen wat op internet, en bekijken onze e-mails. Vanaf een tafeltje bij de weg hebben we nog net verbinding met het internet café. Vanaf de andere tafels niet meer.
Als we klaar zijn, wandelen we verder, helemaal naar Sheraton Hotel.
Het is een eindje lopen, maar dan heb je wel een heel luxe hotel. Even wat anders dan Bumi Aditya, maar als we hal binnenlopen, staat de luxe me erg tegen. Maar we komen niet voor een hotelkamer, alleen voor een huurauto. In dit hotel zit een vestiging van TRAC autoverhuur, waar we de voorgaande jaren alrijd een auto hebben gehuurd. Het komende weekend hebben we een auto nodig als we naar Oost-Lombok gaan. Daarna willen we de auto nog een paar dagen langer aanhouden, zodat we nog wat andere uitstapjes kunnen maken.
Het duurt even voor de receptie iemand opgetrommeld heeft die ons iets over auto’s kan vertellen. En met wat hij ons vertelt schieten we niet veel op. Alle auto’s zijn bezet. Hoewel, niet alle, er zijn wel nog auto’s beschikbaar, maar alleen auto’s met chauffeur. Daar hebben we geen zin in, zeker niet als we helemaal naar Oost-Lombok gaan en blijven overnachten. We vragen of ze misschien andere verhuurbedrijven kennen, met betrouwbare auto’s. Ja, dat is geen probleem, de auto’s zijn wel goed, maar niet verzekerd. Dan houdt het voor ons op. Met een onverzekerde auto willen we hier niet rondrijden, dus moeten we een andere oplossing zoeken.
Via het strand lopen we terug naar kampung Loco. Onderweg komen we Adi tegen, die heel blij komt vertellen dat hij horloges heeft waar Peter naar op zoek was.
Het zijn inderdaad de goede horloges. Adi heeft ze bij een collega-verkoper gevonden. Dan volgt weer de moeilijke vraag; wat kosten de horloges. We komen niet verder dan de inkoopprijs die Adi ervoor moet betalen. Daar doen we zelf dan nog maar een flinke schep bovenop. Adi heeft financieel een zwaar jaar gehad. Zijn vader heeft lang in het ziekenhuis gelegen, en is een haf jaar geleden overleden. Daarnaast onderhoudt Adi ook nog een deel van zijn familie, zodat zijn neefjes en nichtjes naar school kunnen gaan.
We spreken af het geld straks even langs te brengen, uiteraard krijgen we daar weer de nodige koppen thee. Als we die op hebben, ga ik nog maar een stukje schrijven. Peter en Anique gaan even snorkelen bij Senggigi Beach Hotel.
Als ze terug zijn, komen de dametjes uit de kampung weer even een spelletje spelen.
’s Avonds gaan we weer eten bij Warung Bu Reni. Cak Poer is ook lekker, maar een stuk verder lopen. Daar heeft Tom na een lange duikdag geen zin meer in.
Nadeel van deze warung is de beperkte kaart en het gebrek aan toetjes. Maar dat kan opgelost worden. Als we vragen of ze geen pisang goreng kunnne maken, stellen ze voor om die bij een andere warung te halen. Dus stapt Jen, een jongen van een jaar of 18, die in Kampung Loco woont, op de motor en haalt een zak gebakken banaantjes voor ons.
Goede service hebben ze hier!
 

Woensdag 5 augustus 2009

We staan op tijd op, om 6 uur. We willen de kinderen naar school zien gaan, en wandelen naar het huis van Cuk, waar de bemo klaar staat. Terwijl we van June een kop thee krijgen, komen er al een paar basisschoolkinderen aan en gaan in de bemo zitten. Ze worden zo naar SDN1 Senggigi gebracht, waarna de bemo aan de hoofdweg de middelbare scholieren oppikt die naar Ampenan of Mataram gaan. In de ochtend mag de bemo tot Mataram doorrijden, als hij tussen Ampenan en Mataram maar geen nieuwe passagiers meer oppikt. ’s Middags mag de bemo geen passagiers oppikken in Mataram, dus moeten de kinderen met een gewone bemo terugkomen. Vanaf Ampenan mag de Kampung Loco bemo ze dan weer oppikken, maar dat werkt niet voor alle kinderen, aangezien de lestijden ’s middags uiteen lopen, en de kampung bemo maar één keer terug rijdt.
Als alle kinderen weg zijn, gaan we ontbijten. Voor het gemak helpen we maar weer mee in de keuken, want Peter en Tom gaan om 8 uur duiken met Lombok Dive. Nu rijden ze mee vanaf het pand bij Berry’s Café, veel dichter bij Loco. Daar komen blijkbaar in de ochtend alle mensen van Lombok Dive bij elkaar.
Mohni en Sofie zijn afgelopen nacht met de kinderen in hun geboortedorp geweest. Op weg naar Senggigi hebben ze Dita afgeleverd op school in Montong. Nu komt Mohni met Sofie en Monita, die in november 1 jaar wordt, aan bij de duikschool. Mohni moet met de klanten mee, en Sofie staat een beetje hulpeloos met de baby op de arm en een paar tassen bagage. Anique en ik bieden aan om even mee te lopen naar haar huisje. Dan kunnen we mee helpen met dragen. Dus wandelen we samen terug naar Loco. Ik met een grote pan soep, Anique met een tas kleren, Sofie met Monita. Het is moeilijk om een gesprek op gang te brengen/houden. Sofie is verlegen en spreekt weinig Engels. Ik spreek weinig Indonesisch. Maar met gebarentaal, handen en voetenwerk komen we er ook. Bij haar huisje aangekomen gaan we nog even samen zitten. Als we door de gespreksstof heen zijn, wandelen Anique en ik terug naar Bumi Aditya. Nagekeken door alle nieuwsgierige buren van Mohni en Sofie.
Kampung Loco aan de Senggigi-kant van de rivier is heel anders dan aan de kant waar Bumi Aditya staat. Het is meer een open ruimte. Eenvoudiger. Mohni woont gehuurd in een lange rij “huisjes”. Het huis bestaat uit 1 kamertje, waar het hele gezin woont en slaapt. Dan een klein mandi-kamertje; badkamer-toilet.
Koken en eten doen ze voor het woonkamertje. Het huisje heeft aan de voorkant een afdakje en een stoepje. Voor de privacy zijn er met triplex platen een soort muren omheen gezet, zodat elk huisje een soort afgezet terrasje heeft. Hier wordt gekookt op een oliepitje, er staan een paar kastjes met serviesgoed en wat voorraden. Gegeten wordt op een kleed op de vloer van het terrasje.
Buiten een bed en kastje in de woonkamer zijn er verder geen meubels in huis.
Dit is echt heel eenvoudig leven. Het eten wordt meestal dagelijks gekocht. Bij gebrek aan een koelkast is er weinig op voorraad te kopen. En ik kan me voorstellen dat hier ook wel de nodige muizen op zoek zullen gaan naar een hapje eten.
Mensen in Lombok begrijpen niet dat we in Nederland niet elke dag naar de markt gaan. Wat eten we dan? Mensen die hier niet naar de markt gaan, kopen de spullen meestal van verkopers die aan huis komen. Dit zijn mensen die grotere voorraden op de markt kopen, en dit weer doorverkopen aan anderen. Dichtbij Senggigi/Loco zit ook geen markt, de dichtstbijzijnde marktenn zijn in Ampenan en Gunungsari, ruim 20 minuten met een bemo. Het doorverkopen gebeurt meestal met groente en fruit. Vlees staat waarschijnlijk zelden op het menu, veel te duur. Supermarkten zijn ook veel te duur voor lokale mensen.
Ook wordt er vaak kant en klaar eten gehaald bij de kleine warungs, of bij de karretjes met eten die langs de deur gaan. Koekjes, snoepjes en tussendoortjes zijn hier een luxe die bijna niemand zich kan permitteren. Als er geld voor een snoepje of tussendoortje is, wordt dat vaak gehaald in kleine winkeltjes, zoals dat van Sareah. Daar komen wel eens kinderen die voor een paar centen één snoepje mogen kopen, een heel klein zakje kroepoek, een schijfje meloen of een glaasje ranja. Hoewel, geen glaasje, maar een plastic zakje drinken met een rietje erin.
Wat een immens verschil met Nederland, waar vrijwel iedereen wel een voorraad koek, snoep, chocola en frisdrank in de kast heeft staan! Hier leven de mensen echt van dag tot dag, of van uur tot uur. Geen geld, dan ook geen eten.
Als Anique en ik bij Bumi Aditya aankomen, is het nog vroeg. Dus gaan we even lekker zitten, Anique met een leesboek, ik met de laptop. Ik loop nu al achter met schrijven…
Als we er weer genoeg van hebben, lopen we naar Senggigi. Natuurlijk onderweg overal uitleggend waar Tom en Peter zijn, waarom, hoe lang, etc.
Al snel zien we Mister Flores. Hij zit koffie te drinken bij het warungkje van een oud vrouwtje, vlak bij de supermarkt. We gaan er maar even bij zitten. Ik wil nog kaarten kopen, om naar Nederland te sturen, maar heb nu helemaal geen zin in onderhandelen, uitzoeken en alles wat daarbij komt. Mister Flores vraagt ook niets, dus laten we de kaarten maar even zitten. Dat komt dan nog wel.
We slaan de koffie en thee bij de warung even af en lopen als vreselijk verwende toeristen naar Mario’s, waar we een ijscappuccino bestellen. Veel duurder dan lombok-koffie bij de warung, maar wel erg lekker en veel goedkoper dan in Nederland.
Als we daar zitten komt er een verkoper aan, met een doos ringen. We proberen het even bij een gewoon praatje te houden, maar dat lukt niet, de doos gaat open. En dan zien we natuurlijk weer leuke dingen. En we hebben allebei tien vingers, dus er kan nog wel een ringetje bij. Anique ziet een hele leuke. Die wil ze wel hebben. Prima, ik betaal, als ze zelf gaat onderhandelen. En dat kan Anique heel goed. Ik ben te beleefd, wil niet te ver onder de vraagprijs bieden. Maar Anique biedt gewoon een kwart. De verkopers hebben daar plezier in, anak pintar, een pienter kind. Ja, ze komen inderdaad op een mooie prijs uit, waarschijnlijk nog veel te duur voor het ringetje, maar royaal minder dan de helft van de eerste vraagprijs. Verkoper gelukkig, Anique gelukkig.
Ik sla de ringe nog even over, kijk later nog wel eens bij een andere verkoper. Zo proberen we wat meer verkopers een kans te geven, want het is vast geen vetpot. Er zijn veel toeristen, maar veel Fransen, die niet bekend staan als goede souvenirkopers.
Wij lopen nog even verder, nemen een kijkje bij de grote souvenirwinkel, met prijskaartjes.
Uiteraard zien we weer heel veel leuke dingen. Op een of andere manier komen er elk jaar weer andere dingen bij. Helaas zijn we straks weer gebonden aan onze tasruimte en gewicht. Wat zou ik hier toch graag een containertje naar Nederland ter beschikking krijgen… Meubels, lampjes, kleine souvenirs, allemaal zo mijn smaak, en relatief erg goedkoop.
Maar ja, we kopen nu alleen een klein schaaltje, beschilderd in precies de kleuren van Anique’s kamer, waarvan er nog maar één staat. De rest van de souvenirs komen nog wel.
We hebben nog even de tijd.
Inmiddels is het alweer middag, tijd voor een lunch. We gaan bij Angel zitten en bestellen een gado gado. Lekker, maar het pindasausje mag voor ons wel wat pittiger. We beginnen de toeristensmaak te verliezen.
Daarna gaan we maar in de supermarkt een paar gewone ansichtkaarten kopen. De mooie Mister-Flores-batikkaarten koop ik nog wel, en die gaan dan mee naar Nederland. Nu moet iedereen het maar doen met een standaard “Groeten uit Lombok-kaart”. Veel keuze is er niet, veel kwaliteit ook niet. De meeste kaarten staan al zo lang in het rek dat ze stoffig en verbleekt zijn.
We kiezen een paar acceptabele kaarten uit, twijfelen even of we vorig jaar niet dezelfde hebben uitgezocht, waarschijnlijk wel.
Maar het gaat om het idee, niet om de kaart, besluiten we.
Dan wandelen we terug naar de kampung. Ik schrijf nog snel een beetje, daarna lopen we naar Boung en Sareah. Daar is het altijd gezellig op de beruga. Binnen een paar tellen zitten we achter een groot glas hete thee. Sareah heeft speciaal voor Tom, Mister Kroepoek, een grote bak kroepoek gemaakt. Heeft die lekker pech, nu krijgen wij hem voorgezet. Met watermeloen, cassave-chips, nootjes en nog meer lekkers erbij. We proberen alles in te dammen, maar dat is hier heel moeilijk. Voor de gasten wordt alles uit het “winkeltje” gepakt.
Even later zit de hele beruga vol kinderen.
Deze beruga is echt het middelpunt van het dorp. Iedereen komt er, voor een praatje, kopje koffie of thee, om wat te kopen. Het is er altijd gezellig. Boung is een echte familieman, helpt mee met de koffie en thee, speelt met de kinderen, heel on-Lomboks…
Boung vindt dat iedereen maar stil is vandaag. Inderdaad, er wordt tussen de kinderen weinig gesproken. Ik stel voor dat Anique een spel gaat halen, we hebben een 6 spellen in één bij ons. Schaken, backgammon, mens erger je niet, dat soort dingen.
Het loopt erop uit dat een groepje kinderen meegaat naar ons huisje om het spel te spelen.
Onderweg naar Bumi Aditya komen we een speciaal transport tegen. Een bemo met 2 grote zitbanken op het dak. Als ik het huisje zie waar de banken naar toe gaan, vraag ik me af hoe daar ooit naar binnen gaan. Zo groot zijn de woonkamers hier niet. Voorlopig blijft 1 bank op de beruga staan, de andere hangt ergens tussen de beruga en het huis.
We lopen verder, en even later is het bij ons huisje een gezellige boel. Al spelende moeten de kinderen wel samen praten en overleggen hoe het spel werkt. Als er dan nog snoepjes uit onze kamer tevoorschijn komen, is het feest compleet.
Even later komen Peter en Tom terug. Ook Kartini komt nog even buurten, en ons nog even officieel uitnodigen voor de verjaardag van Gilang, komende maandag.
Dan valt de stroom weer eens uit. Lastig, in het donker de weg vinden in het huisje. Maar ook dat went. Tot nu toe valt het nog mee met de storingen, maar voor de zekerheid hebben we de zaklampen altijd op een vaste plek klaarliggen.
Als we naar Senggigi lopen, bespreken we nog wat project-dingen. Tot nu toe zijn we niet veel aan Impian Anak toegekomen. Mohni is vreselijk druk met zijn duikschool. Samen met zijn team draait hij vele overuren. De werkdag begint rond half 8 als ze verzamelen in het kantoor. Dan tussen 8 en half 9, als de klanten in de omgeving van Senggigi zijn opgehaald, naar de haven in Teluk Nare. Daar moeten voor alle klanten de juiste spullen bij elkaar worden gezocht, zwemvliezen, snorkel, wetsuit, BCD, dit moet samen met alle andere benodigdheden op de boot gelegd, waarna ze naar de Gili’s varen, meestal eerst Trawangan, waar vaak nog wat klanten worden opgepikt. Dan naar de eerste duikstek voor de ochtendduik. Tussen de middag worden de klanten op één van de eilanden afgezet voor de lunch. Als alles meezit, hebben de bemanningen en divemasters dan ook even rust, maar vaak komt dat er niet van, moeten er nog flessen gevuld, klanten op andere eilanden opgehaald, inhaallessen worden gegeven of andere dingen worden geregeld. Dan volgt de middagduik, het afzetten van klanten die op één van de Gili’s blijven overnachten. Daarna terug naar Teluk Nare waar alles weer uit de boot moet geladen, alle spullen moeten schoongespoeld met zoetwater, opgeruimd, en wordt begonnen met het hervullen van de flessen voor de volgende dag. Hiervoor heeft Lombok Dive 2 compressors, maar vaak is één van de 2 kapot. Dan duurt het vullen vaak tot laat in de avond. Terwijl de klanten allang weer in Senggigi zijn, wordt dan nog doorgewerkt. En dan heeft Mohni in de avonduren nog besprekingen met nieuwe klanten, theorietrainingen en het dagelijkse kantoorwerk. Inmiddels heeft Mohni een hecht team om zich heen verzameld. Een vaste kapitein van de boot, Wakdi en zijn broer Umpuk die divemaster is. Daarnaast nog de divemasters Zen en Harfin, en Mahfud op kantoor. Om deze mensen draait Lombok Dive. Mohni is hen erg dankbaar hiervoor, maar heeft soms het gevoel dat hij wel erg veel van zijn personeel vraagt. Deels als extra bedankje voor deze mensen hebben we besloten hun kinderen op te nemen in een nieuw project van Impian Anak. Deze kinderen willen we, familie Geurts, zelf sponsoren met een vast bedrag per jaar, afhankelijk van de school waar ze naar toe gaan. We laten aan Mohni over of hij voor deze kinderen ook alle spullen koopt, of de ouders geld geeft voor de schoolspullen. Hij wil het laatste doen, geld geven, maar wel gedoseerd. Dus aan het begin van het schooljaar voldoende voor de schoolspullen die ze nodig hebben, en verder elke maand een deel, zodat het geld ook echt voor school kan worden gebruikt.
Vanavond eten we weer bij Warung Bu Reni, waar het nog steeds erg rustig is. We vrezen dat ze, als wij terug gaan naar Nederland, helemaal geen klanten meer heeft, hooguit wat verkopers die af en toe een kop koffie komen drinken.
 

Dinsdag 4 augustus 2009

Vandaag zitten we voor 7 uur op ons ontbijt te wachten. Om 8 uur moet Tom bij Lombok Dive zijn. Wij gaan dan door naar de basisschool in Senggigi.
Maar het wil weer niet lukken vandaag. Om half 8 wordt de drank-bestelling opgenomen. In dit tempo redden we het niet, dus gaan we maar meehelpen. Peter duikt de “keuken” in en gaat de spullen bij elkaar zoeken. Wij brengen alles naar de tafel. Zo moeilijk is het toch niet, 8 sneetjes brood verdelen over 4 borden, pakje boter en pakje jam erbij. We bestellen maar thee, het water is al gekookt, dus dat gaat veel sneller dan vers sap maken.
Het verse fruit achteraf laten we maar zitten, dat halen we niet meer.
Dan sprinten we naar Senggigi. Droppen Tom een paar minuten voor 8 bij de duikschool, en lopen snel door naar de basisschool. Deze ligt een eindje van de hoofdstraat. We zijn er ooit geweest, maar dat is alweer 2 jaar geleden. Maar we gaan op het geluid van de joelende kinderen af, en komen zo bij de school uit. Het ligt in een mooi stukje Senggigi. Groener dan Loco, alleen,de huisjes iets meer verspreid. De school ziet er van buiten nog steeds netjes uit, vrolijk blauw-geel geschilderd. We lopen de binnenplaats van de school op en worden direct ingesloten door een hele horde kinderen. Allemaal met hetzelfde rood-witte uniform. Hoe moeten we Khaerul hier ooit vinden? Maar dat lukt wel, hij is op het tumult afgekomen en herkent ons wel. Het is een apart gezicht, hem te zien in het uniform. De ondeugd straalt ervan af! We vragen waar zijn klas is, maar komen niet veel verder. Dan komt zijn juf eraan, een klein mevrouwtje. Ze spreekt nauwelijks engels. Een dame in uniform die aan komt lopen wel, ze informeert in perfect Engels waar we vandaan komen, hoe we Lombok vinden etcetera. We leggen uit wie we zijn, dat we Khaerul sponsoren en graag even zijn school wilden zien. Ze nodigt ons uit even in de lerarenkamer te komen, maar we veroorzaken nu al zoveel tumult op het schoolplein dat we besluiten maar weer weg te gaan, dan kunnen ze hier rustig aan de lessen beginnen. Op het programma staan de voorbereidingen voor 17 augustus; Hari Merdeka, bevrijdingsdag. Dat vindt Khaerul leuk, want dan gaat de hele school marcheren.
Hij heeft ons er al over verteld, maar hij ziet het niet zo zitten. Een paar dagen geleden was hij met de fiets gevallen, nu zit er een dikke korst op zijn knie. Hij vindt dus dat hij echt niet te veel kan marcheren, is niet goed voor zijn knie. Mohni adviseerde hem toen maar om elk jaar een paar dagen voor Hari Merdeka van de fiets te vallen. Hoeft hij nooit meer mee te marcheren. We zien Khaerul er wel voor aan dat hij dat gaat doen.
Als we om half 9 weer weglopen komen er nog steeds kinderen aanlopen. Van de schooltijden hier begrijpen we niet veel, de lessen zouden al om 8 uur beginnen, en in de kampung gaan sommige kinderen om half 7 met de project-bemo naar de basisschool in Senggigi, andere kinderen lopen of fietsen tussen half 7 en kwart voor 8 weg.
Wij lopen naar de hoofdstraat en zien daar de auto van Lombok Dive staan. Maar Tom zit er niet in, die is al met een taxi vooruit gegaan. Nu staan ze hier te wachten op klanten die niet op komen dagen. Blijft vervelend, want hierdoor moet straks iedereen bij de boot ook wachten, en loopt het hele dagprogramma uit.
Wij laten ze lekker wachten en lopen naar Mario’s voor weer zo’n lekkere ice-cappuccino. Als we van hieruit met de laptop en draadloze internetverbinding de mail gecheckt hebben, lopen we naar de nieuwe surfshop een paar deuren verder. We hebben van Eful en Kartini een uitnodiging gekregen. Volgende week maandag is hun zoon Gilang jarig. Hij wordt dan 13. We mogen, samen met Nick, Elise en Jeffrey, om half 7 komen eten. Om 8 uur is er een soort kinderfeest. We weten niet of het hier gebruikelijk is, maar we willen toch een cadeautje voor de jarige meebrengen. Aangezien Gilang de laatste tijd gek is van surfen, kiezen we een echt surfshirtje uit. Het kleinste wat ze hebben. Gilang is voor een Indonesisch kind vrij groot, maar heel erg smal. Dus het zal wel passen.
Daarna lopen we over het weggetje naar Senggigi Beach hotel. We lopen binnen bij Anna’s Gift Shop. Ik kan me van een paar jaar geleden nog herinneren dat de het winkeltje van een Nederlandse vrouw en haar Lombokse man is. Toen was haar man in de winkel, nu treffen we de vrouw, Dianne. Het is een heel leuk winkeltje, vol met verschillende Lombok-souvenirs. Veel mooi handwerk, mooie kleden, mooie sieraden. En alles netjes met een prijskaartje eraan. Dat vind ik lekker winkelen. Je ziet gewoon wat iets kost, hoeft niet eindeloos te onderhandelen. Vind je iets te duur, dan kijk je gewoon verder. Achter in de winkel staat een tafel met allerlei foldertjes en informatie over projecten op Lombok. Daar bladeren we natuurlijk even doorheen. Dan raken we aan de praat met Dianne. Voor haar is het natuurlijk leuk om met Nederlanders te praten, wij vinden het interessant te horen hoe het haar hier bevalt in Lombok. Zeker als lid van een Lombokse familie, dat is toch heel anders dan met een heel Nederlands gezin naar Lombok vertrekken.
Uiteraard hebben we het ook over de verschillende projecten die hier zijn, en zo komen we ook op Impian Anak. Ze stelt voor om wat foldertjes achter te laten, dan kan ze die hier ook neerleggen. Heel graag, maar onze foldertjes zijn nog niet klaar. Hopelijk volgende week…
En nu we hier toch zijn, vragen we ook even hoe het pand hier bevalt. Vorige week hebben we met Mohni hier in de straat ook naar een pand gekeken. Hele nette gebouwen, maar een erg rustige straat. Maar van Dianne horen we nog een ander nadeel. Er zit nu een grote disco/karaoke bar in deze straat. Daar is op zich niets mis mee, maar de service in dit soort gelegenheden gaat verder dan een drankje en muziek. Elke avond bevolken prostituees de straat. Iets wat ons niet eerder is opgevallen, maar waar we vorige week ook een andere Nederlandse toerist, die al jaren op Lombok komt, over hoorden klagen.
Toen we er later op letten, viel het inderdaad op. Niet direct op de hoofdweg in het centrum, maar vooral op de zijwegen en pleintjes en net buiten het centrum. Daar schieten de karaoke bars en “sexy dancer” tenten als paddestoelen uit de grond. Het bederft de sfeer in Senggigi, want het trekt toch een verkeerd soort toeristen. En triest, vooral voor de meest jonge meisjes die in deze zaken werken. We hopen dat het van tijdelijke aard is, maar vrezen van niet. Gezien het aantal nieuwe disco’s en bars is er genoeg geld aan te verdienen.
In elk geval kunnen we nu vol overtuiging tegen Mohni zeggen dat de leegstaande pandjes op deze straat niet echt geschikt zijn voor een duikschool. De mensen die hier ’s avonds rondlopen, zijn waarschijnlijk niet op zoek naar duiktrips, en overdag zie je er zelden toeristen.
Nadat Anique en ik bij Dianne een mooie armband hebben uitgezocht, en de afspraak hebben gemaakt terug te komen met de foldertjes, of desnoods zonder de foldertjes, mocht het niet lukken bij de drukkerij, gaan we weer verder.
We lopen door naar het strand en eten een echte Indonesische popmie op de hoek bij Senggigi Beach, kletsen even met de verkopers.
Daarna lopen we terug naar het hotel. Het is benauwd vandaag, en Peter en ik hebben zin in een lekkere duik in zee. Nou ja, duik…even afkoelen. Anique gaat liever even een boekje lezen in het hotel. Dus gaan Peter en ik maar even samen. Bij het nieuwe winkelstraatje, Pasar Seni 2, is het uitgestorven als altijd. Verder dan de warungs, lokale eettentjes, is er niet veel geopend. Voor de winkels heeft het ook nauwelijks zin om open te gaan, toeristen zie je hier nauwelijks. Zonde, want er zitten leuke winkeltjes bij. Maar tussen de gesloten rolluiken van de andere winkeltjes komt hier niets tot zijn recht. Ook op het strand is het rustig. Zelfs de verkopers zien we niet, dus kunnen we even rustig zwemmen en op het strand zitten.
Rustig, maar ook een beetje saai. Soms verwens je de verkopers, maar als ze er niet zijn, voelt het ook vreemd. Als we door de zon gedroogd zijn, wandelen we weer terug, doen even snel wat inkopen bij de winkel naast Berry’s Café, die dag en nacht geopend is. Het leek me een vreemde plek om hier een winkel te beginnen. Ook Mohni heeft hier een klein kantoortje, samen met Lombok Smile, een Tourists Office. Maar alle bussen die van het vliegveld of vanuit de haven komen, stoppen hier. Er komt dus een paar keer per dag een lading nieuwe toeristen. Dit is de eerste supermarkt en het eerste toeristenkantoortje wat ze hier in Senggigi tegenkomen. Op zich dus geen slechte plek, ook niet voor Mohni, maar dit pand is van een Australiër, niet van hemzelf. Hij zit hier tijdelijk, maar verwacht dat hij hier snel uit zal moeten.
Als we even later bij het hotel terugkomen, wordt er door Dani en een andere vrouw uit de kamer weer driftig gepoetst. Bij de kamer van Tom en Anique worden zelfs de spinnenwebben op het terras weggehaald.
En om dan zelf op het andere terrras te gaan zitten met een lekker drankje vinden we gemeen. Ik besluit de dames dus maar te trakteren op een glaasje koel drinken wat we net hebben gekocht. Ze kijken verbaasd, maar nemen het dankbaar aan. Het is hier een vreselijke puinhoop, alles loopt mis, maar Dani doet vreselijk haar best. Vergelijkbare hotels zouden zeker 10 mensen in dienst hebben. Zij doet, wegens geldgebrek van haar baas, vrijwel alles alleen, de tuin (al wordt daar vaak in de namiddag door de moeder van Daan het gras gesneden voor de koeien), de keuken, receptie, kamers, inkopen, was. Haar man loopt veel rond, maar doet weinig. Verder helpt er af en toe een vrouw uit de kampung mee.
Toch is er blijkbaar weer een beetje geld verdiend de afgelopen weken, nu het hotel wat voller zit. Vanochtend bij het ontbijt kregen we messen waar het prijskaartje van de winkel nog op zat. Nu krijgen we handdoeken waar nog een prijslabeltje aan hangt. Heel mooi, alleen jammer dat nieuwe, ongewassen handdoeken helemaal geen vocht opnemen… Maar ze kunnen natuurlijk niet overal rekening mee houden.
Gisteravond hebben we van van Mohni een grote watermeloen gekregen. Heel lekker, maar die eten we niet met ons viertjes op, en een opengesneden meloen in de kamer laten liggen heeft geen zin. Als de mieren hem nog niet opeten, zal onze huismuis dat vannacht wel doen. Dus besluiten we hem maar mee te nemen naar Adi. Als bedankje voor alle koekjes, kroepoek en kopjes thee die we daar altijd krijgen.
Adi is net terug uit Masbagik, waar hij bij zijn moeder en familie is geweest. Nick en Elise zitten er ook. We gaan er gezellig bij zitten. Adi heeft een grote zak met Salak vruchten liggen. Normaal gesproken niet mijn favoriete vrucht, maar deze zijn overheerlijk. Waarschijnlijk heb ik ze nog nooit goed rijp gegeten. De watermeloen eten ze dan maar een andere keer op. Mariam zet nog een lekkere kop thee, doos koekjes erbij. Zo kletsen we een uurtje weg.
Als Tom tegen de avond terug komt is hij, als gewoonlijk weer heel moe. Vanavond maken we het dus maar niet te laat. We eten een hapje bij Warung Bu Reny, en lopen terug naar Loco. Bij Graha geven we Herman, die vannacht dienst heeft, nog even wat Nederlandse les. Vandaag staat de letter “P” centraal. Een probleemletter voor Indonesiërs.
De p en de f worden hier willekeurig door elkaar gegooid, vooral aan het begin van een woord. Een “kamer met een ventilator” is hier in het Engels vaak “A room with a pen”. Het duurde even voor we die pen begrepen, maar dat is dus een “Fan”, ventilator.
Een Poto is een Foto, en aan het eind van een woord wordt een p vaak uitgesproken als een f.
Joep is dus Joef.
Maar na een tijdje hebben we Herman zover dat hij, bijna zonder problemen, maar met de nodige lachbuien, Joep kan zeggen.
Mooi, dan kunnen wij weer rustig gaan slapen, en kan Herman de hele nacht verder oefenen.
 

Maandag 3 augustus 2009

We staan op tijd op, denken we. Als we bij de ontbijtzaal komen, zitten er al wat mensen te wachten en eten. Met nog een half uur te gaan tot Tom en Anique met de bemo naar Monkey Forest vertrekken, zijn we bang dat het ontbijt niet meer gaat lukken. Een efficiënte keuken hebben ze hier niet. Na 10 minuten wachten, geven we het op. Dan maar iets te eten kopen in het winkeltje van Cuk en June. Daar kopen we een paar flesjes Teh Botol, ijsthee, en een paar voorverpakte broodjes, met een of andere chocoladevulling. Beter iets dan niets.
Ook nog een paar flesjes water voor onderweg. Die zullen ze nodig hebben.
Monkey Forest, het apenbos, ligt een heel eind de bergen in. Het hoort bij één van de beroemde/beruchte uitstapjes van Boung. Maar we komen er niet echt achter hoe ver het lopen is van Monkey Forest naar Kampung Loco. Volgens Boung een uur of 3, volgens Adi wel 5 uur, Eful zegt 2 uur. Ik kan me van een paar jaar geleden nog een “korte” bergwandeling herinneren. Prachtig, geweldige uitzichten, maar wel heel erg vermoeiend en warm, zeker met een hele groep fanatieke Lombokkers die op blote voeten de berg op en af huppelen alsof het niets is.
Ik sla dus over vandaag. Peter heeft nog getwijfeld, maar we willen eigenlijk even een opzet maken voor Mohni’s boekhouding. Als Tom en Anique met vrolijke begeleiding op weg gaan, kunnen wij rustig aan de boekhouding beginnen.
Als we de wandelaars hebben uitgezwaaid, gaan we eerst maar eens ontbijten. Nu is het wat rustiger, maar dan nog duurt het heel lang voor je iets op tafel hebt. Alles gaat om de beurt.
Eerst het drinken bestellen, dan drinken bereiden en serveren. Dan eten bestellen. Eten bereiden en serveren. Daarna nog een bordje vers fruit snijden en serveren. Daarmee, ben je toch al gauw een half uur kwijt. Al helemaal als er meer tafels bezet zijn.
Maar dat maakt nu niet uit, we hebben tijd zat en ruimen tijdens het wachten even mee de borden op die overal staan van de vorige gasten. Dani heeft het er zo druk mee, en met een baas die bijna bankrupt is, zoals ze hier zeggen, zit een extra betaalde kracht er vast niet aan. Maar dat maakt niet uit, we hebben altijd al eens een echte hotelkeuken van binnen willen zien, dit is onze kans.
We grappen dat we Bumi Aditya wel op kunnen geven voor Herman den Blijkers Red je Hotel of zoiets. Wat een chaos en puinhoop.
Van een keuken is geen sprake. De receptiebalie wordt gebruikt voor alles. Borden worden buiten afgespoeld, daar staat ook een kookpitje om pannenkoeken en eieren te bakken.
Kokend water zit in een thermosfles. Op de balie staat een antieke shaker om fruitsap mee te maken. Als er brood geroosterd moet worden, moet, met gevaar voor elektrocutie de stekker van de shaker uitgetrokken, de broodrooster ingestoken. Verder overal gebruikte borden, glazen, bestek. Er staat wel een echte (oude) koelkast. Buiten staat een krakkemikkig rekje met de voorraad serviesgoed. Dat rekje is nu leeg, dus moet er afgewassen worden voor we kunnen eten. De laatste weken is het hier ongekend druk. Helemaal vol zelfs, wat soms tot grote problemen leidt. Tot overmaat van ramp zijn de zwerfhondjes die hier rondlopen er vanochtend met een heel, pas gekocht brood vandoor gegaan.
Je zou er een heel boek over kunnen schrijven.
En dan hebben wij op onze kamer nog steeds die muis die elke nacht even zijn tanden komt poetsen en adem komt verfrissen met ons stuk zeep, wat ik maar laat liggen, zodat de muis van onze andere spullen afblijft.      
Na het ontbijt storten we ons eerst op de boekhouding van Lombok Dive. Daar zijn we een paar uurtjes mee bezig. Er wordt wel handmatig een kasboek bijgehouden, maar dit willen we in Excel verwerken.
Na wat oefening kunnen ze dat dan in Lombok zelf doen en doorsturen naar Nederland, waar ik dan de boekhouding in een boekhoudpakket kan stoppen. Aangezien hier eigenlijk alles contant wordt afgerekend, is het kasboek het voornaamste deel van de boekhouding. Vanaf begin 2009 is dit op papier netjes bijgehouden, dus het kost nu gewoon even tijd om dit op de computer over te brengen. Als we zelf de eerste 2 maanden verwerken, kunnen ze de komende weken deze taak langzaam overnemen. We hebben er alle vertrouwen in dat dit gaat lukken.
Als we bezig zijn, komt Mohni nog even langs, hij komt net van de drukkerij af waar hij de bestanden af ging leveren met de nieuwe folders voor Lombok Dive en Impian Anak.
Helaas konden ze daar de door Tom gemaakte paint-bestanden niet inlezen op de computer.
Maar als we de gebruikte foto’s apart op zouden sturen of op memory stick zouden aanleveren, maken ze de folder wel na met hun eigen programma.
Dat zien we niet zitten. Tom is een hele tijd bezig geweest om de folders perfect te maken, met mooie kleuren, aparte kleurovergangen, logo’s, mooie lettertypen, landkaartjes etcetera. Dat kun je nooit precies zo namaken met een ander programma. Volgens Mohni doen ze dat hier meestal zo. Vandaar dus die belabberde foldertjes die hij tot nu toe heeft gehad…
We overleggen via de mobiele telefoon even met Tom, die er inmiddels al een paar uurtjes wandelen op heeft zitten.
Het programma waarmee Tom de folders heeft ontworpen is te downloaden via internet, en is hartstikke gratis. Als ze dat bij de drukkerij dan even op hun pc zetten, kunnen ze bestanden ook inlezen. Met dat verhaal gaat Mohni terug naar de drukkerij.
Even later belt hij, het komt allemaal in orde, over een week zijn de spullen klaar.
Het zal ons benieuwen.
Dan hebben we het wel even gehad, we hebben ook nog vakantie…we wandelen lekker naar Senggigi, naar het strand en drinken een kop koffie bij de warung op de punt bij Senggigi Beach. Kletsen wat met de verkopers, en genieten van de nietsvermoedende toeristen die hier de hoek om komen en bijna worden aangevallen door de verkopers. De meeste kennen ons inmiddels, en laten ons met rust, wat betreft de verkopen. Natuurlijk willen ze wel allemaal weten waar Tom en Anique zijn, met wie, waarom, wanneer vertrokken, wanneer terug etc.
Zoals ik al eens eerder heb geschreven, de mensen hier zijn niet nieuwsgierig, ze willen gewoon alles van je weten. Maar ook dat went.
Halverwege de middag komen Tom en Anique terug. Ze zijn moe, maar het was zeker de moeite waard geweest. En terwijl ze weg waren had lieve Sareah de hele ochtend in de keuken gestaan, straks worden we allemaal verwacht voor een lekkere kom Sop Sareah, een hele gevulde bouillon, met lontong, groente, vlees en noedels erin.
Als we even later gaan, nemen we zelf ook maar wat lekkere dingen mee, nootjes, snoepjes. Ze maken altijd zo veel voor ons. Maar de beruga staat al weer vol lekkers. De soep staat te pruttelen. Glaasje thee erbij. Smullen.
Even later komen Nick, Elise en Jeffrey er ook bij zitten en eten. Zo vliegt de tijd, en is het ineens donker.
We bedanken Sareah en Boung en lopen nog even naar Senggigi. Even mail checken, kijken of Mohni nog nieuws heeft en Tom wil weten of hij morgen mee kan duiken.
In Senggigi komen we Adi tegen, Hij staat bij internetcafé te wachten op klanten. Tegenwoordig zien we hem vaker met de DVD’s lopen dan met de horloges. Probleem van de horloges is de hoge inkoopwaarde. Je bent een kapitaal kwijt aan inkopen, tenzij je voor iemand anders verkoopt, maar dan verdien je er niet veel aan. DVD’s zijn wat dat betreft wat eenvoudiger. Misschien heeft hij vanavond geluk. Voor de gezelligheid is Jeffrey met hem meegegaan. Heeft hij in elk geval wat te kletsen.
Wij gaan op het terras bij Warung Bu Reny zitten. Vandaar uit hebben we goede verbinding met internet. Als we net aan tafel zitten, komt Khaerul eraan. Daar ben ik niet blij mee, zal hij nu alweer terugvallen naar de straatverkoop? Hij beweert van niet, hij is op zoek naar Mohni.
Ik vraag waarvoor hij Mohni nodig heeft. Hij zegt dat hij geld nodig heeft om boeken voor school te kopen, die moet hij morgen hebben. Vreemd, normaal gesproken hoeven basisschool leerlingen zelf niet voor boeken te zorgen, die krijgen ze gewoon op school. Dus ik vraag hem wat voor boek hij dan moet hebben, en waar hij dat dan vanavond in Senggigi nog moet kopen. Hij begint uit te leggen; ja, u weet wel, zoiets als ik gisteren heb gekregen, dat hebben ze in de supermarkt. Oh, dan snap ik het al, schriften bedoelt hij. Dat kan kloppen.
En vanmiddag kon hij Mohni nergens vinden. Kan ook kloppen, die was erg druk vandaag.
We twijfelen even of we hem geld zullen geven of met hem schriften zullen gaan kopen, maar vinden dat Mohni dat het beste met hem kan regelen. We weten niet wat hij tot nu toe precies heeft gekregen. Daarover hebben we het met Mohni nog niet gehad. Dus moet Khaerul maar even wachten tot Mohni er is.
In de tussentijd heeft Tom de computer opgestart en zie ik dat Joep en Marijke net online zijn geweest. Redelijke kans dus dat ze nu thuis zijn.
En Adi staat een paar meter verderop, nietsvermoedend. We proberen hem al een hele tijd mee te krijgen naar het internetcafé om met Joep en Marijke te chatten, maar daar begint hij niet aan. Nu, op een terras van een gewone warung, is het misschien wel te regelen. Zeker als Jeffrrey er ook nog bij is.
Ik sms snel naar Nederland. En inderdaad, ze zijn thuis en gaan snel vol verwachting achter de pc zitten.
De kinderen halen Adi op, die zonder al te veel tegensputteren meekomt.
We leggen hem het principe van chatten uit, maar dat is moeilijk. Een computer bekijken, oké, maar er aan zitten, dat is echt te veel gevraagd voor een gewone verkoper, vindt Adi.
We proberen via de webcam beeld te krijgen, maar komen erachter dat Joep en Marijke geen webcam hebben. Wat jammer nou!
Wij hebben wel een webcam ingebouwd zitten in de laptop, maar daarop krijgen we heel donker beeld, en in Nederland zien ze zelfs helemaal niets.
Dan maar een spraakverbinding opzetten. Adi zit er een beetje wanhopig en zenuwachtig  bij te kijken. Tot hij ineens Marijke’s stem uit de laptop hoort komen.
Hij is er even helemaal beduusd van. Helaas is het geluid heel slecht. Net zo slecht als de harde muziek die bij het naastgelegen Papaya Café uit de luidsprekers schalt. We pakken de pc en Adi op, en gaan binnen zitten bij de warung. Daar is iets meer rust.
Adi is over de eerste schrik heen, en begint een gesprek met Joep en Marijke. Heel moeizaam, want we krijgen hier het geluid in flarden door. Maar dat maakt niet uit, Adi vindt het geweldig. Wij ook, de lach op zijn gezicht zegt genoeg. Inmiddels is Mohni er ook bijgekomen. We bestellen voor iedereen nog wat te drinken. Jeffrey kletst ook nog even bij met Joep en Marijke, dan Mohni ook nog. Dan valt het geluid steeds vaker weg en schakelen we over op schriftelijk chatten. Dat is wel erg lastig voor Adi, nu moet hij zelf alles intypen. Ik verwacht dat hij het opgeeft, maar hij neemt plaats achter het toetsenbord en begint langzaam, heeeeeeeeeel langzaam, een zinnetje te typen. Zijn vreugde is groot als hij even later antwoord terug krijgt. Maar dan is het ook mooi geweest.
In de tussentijd heeft Mohni Khaerul geld gegeven om zijn schriftjes te kopen. Hij komt netjes terug om de schriften te laten zien, het bonnetje te geven en het wisselgeld te brengen.
Dan sturen we hem naar huis, kinderbedtijd. Maar niet voordat we hem hebben beloofd morgen om 8 uur naar zijn school te komen kijken. Ja, Khaerul in schooluniform willen we niet missen.
Als alle chat sessies via internet zijn afgesloten en de rekening bij de warung is betaald, nemen we afscheid van iedereen. Morgen gaat Tom met Lombok Dive duiken, dus maar niet te laat naar bed!
 

Zondag 2 augustus 2009

Rond 7 uur in de ochtend hoor ik Tom terugkomen. Als ik even later kijk, is hij in diepe rust. Het enige wat Anique heeft gehoord is dat de hele groep de hele nacht nog niet één vis heeft gevangen. Dat wordt dus geen verse vis eten vandaag.
Dan gaan we maar ontbijten. Op Tom wachten we niet, want die had de hele nacht aan zee gestaan en gezeten, en niet geslapen. Die laten we nu maar lekker liggen.
Na het ontbijt lopen we, Tom slaapt nog steeds, naar Senggigi. Mohni zou proberen vandaag Hamdun, ons Senggigi-sponsorkind van Impian Anak, te bereiken. Vandaag hoeft hij niet naar school, en is hij waarschijnlijk wel ergens te vinden met zijn verkoopwaar.
Als we bij Mario’s aan een kop cappuccino zitten en even de mails en internet bekijken (handig zo’n draadloze verbinding met internet, je hoeft niet perse in een internetcafé te zitten) komt Mohni aanrijden. Hij is gisteren bij Hamdun thuis geweest, volgens zijn moeder zal hij rond de middag thuis zijn. Nu dus ongeveer. Mohni wil even gaan kijken, en Anique rijdt met hem mee. Even later belt Mohni om te zeggen dat ze bij moeder aan een kop hete thee zitten, maar dat Hamdun alweer weg is. Afspraken maken hier is best lastig.
Maar Hamdun loopt ergens in Senggigi rond, dus komen we hem zo vast wel tegen. Als Anique en Mohni terug zijn zie ik ineens de oudere broer van Hamdun. Als Mohni het navraagt, blijkt het geen broer te zijn, maar een goede vriend, die in de buurt woont. Tja, als Hamdun mij mam noemt, kan hij een buurjongen best wel broer noemen.  In elk geval weet de broer-vriend wel waar Hamdun uithangt, hij kan hem wel even ophalen. Mohni geeft zijn motorsleuteltjes aan de jongen, dat gaat hier heel gemakkelijk, en hij gaat op weg om Hamdun te halen. Even later komen ze samen terug. Volgens mij is Hamdun eerder gekrompen dan gegroeid het afgelopen jaar. De ondeugd straalt nog steeds van hem af. We krijgen allemaal netjes een hand (nadat Mohni hem dat heeft ingefluisterd). Hamdun en zijn vriend komen erbij zitten en kijken heel gelukkig als ze een glas drinken mogen bestellen.
Hamdun, waarvan blijkt dat hij nu Khaerul Amin heet, vraag me niet waarom, is nog even grappig als altijd. Zijn Engels is goed, zeker voor een Indonesiër van 13 jaar, hij is heel blij dat hij nu naar school kan gaan (zegt hij). Minder blij is hij met het feit dat de juf vond dat hij naar de 4e klas (in NL. groep 6) moest gaan, hij had zelf gerekend op een groep hoger.
Maar na een paar jaren spijbelen zat er echt niet meer in. We praten nog even met hem en Mohni over de mogelijkheden om speciale cursussen te volgen. Er zijn deelopleidingen in Montong, een paar kilometer te zuiden van Senggigi. Dit zijn cursussen van 3 maanden, volgens mij 3 dagdelen per week, waarin een bepaald vak wordt gegeven, bijvoorbeeld Engels of computerkunde. De lessen zijn ’s middags vanaf 4 uur, dus makkelijk te combineren met de basisschool, die om 1 uur is afgelopen. Maar we besluiten dan Khaerul eerst maar weer moet wennen aan het schoolritme, en na school tijd genoeg moet hebben voor zijn huiswerk. Als hij daarnaast nog een andere opleiding gaat doen, wordt het misschien te veel.
Als we Khaerul zijn cadeautjes uit Nederland geven, begint hij te stralen. 2 Schriftjes, een paar blitse glitter-gelpennen, wat gewone pennen en een mooi T-shirtje. Alle pennen worden direct uitgeprobeerd en uitgebreid geshowd aan zijn vriend. Die zit er een beetje sneu bij te kijken. Als ik Khaerul vraag of hij ook echte broers of zussen heeft, krijg ik een ingewikkeld verhaal te horen. Mohni vertaalt; zijn broer, die een stuk ouder is, is een tijd geleden gearresteerd omdat hij voor een vriend een laptop had verkocht. Die laptop was gestolen, maar dat wist de broer niet. In verband met deze zaak zijn 3 jongens opgepakt, die nu al 2 maanden in de gevangenis zitten, en nog 3 maanden te gaan hebben. Dat is dus geen erg goed voorbeeld voor zijn jongere broertje.
We hopen dat Khaerul het verder schopt…
Als we afscheid nemen, stoppen we zijn vriend nog een bedankje toe voor het zoeken van Khaerul. Dan wandelen we terug naar de kampung, waar Tom inmiddels bij Boung en Sareah op de beruga is beland. Sareah zou iets te eten voor hem maken, maar er is een grote catering-bestelling binnengekomen. Ze is in de keuken druk bezig. Boung, die straks moet werken, zorgt voor de koffie en thee. Een unicum in de kampung, dat is echt vrouwenwerk, maar Boung is een geweldige familieman, helpt vrouw en kinderen waar mogelijk. Dus ook in de huishouding. Tussendoor weet Sareah nog een paar flinke porties pisang-goreng en een schaal watermeloen voor ons te maken.
Als Boung even later gaat werken, laten we Sareah ook maar verder met rust en gaan terug naar Bumi Aditya.
Anique had met de meiden uit de kampung afgesproken dat ze aan het einde van de middag naar het strand zouden gaan. We gaan nu alvast, kunnen Peter en Tom nog even snorkelen.
Ik neem de laptop weer mee, maar kom niet ver. Och, tidak apa apa, maakt niet uit.
Kletsen is ook gezellig. Als de meiden uit de kampung komen, moet er zwemles worden gegeven. Ondanks het feit dat ze aan zee wonen, kan hier bijna niemand zwemmen. Maar Daan wil het heel graag leren. Helaas bakt ze er niet zo veel van, en schieten de lessen niet echt op. De meeste dagen komt ze pas na 5 uur thuis, rond 6 uur wordt het donker.
De vrije vrijdagmiddag en zaterdagmiddag heeft ze nodig voor PR (pekerjaan rumah, huiswerk). Dan blijft de zondag over. Veel les kunnen we haar dus niet geven, en zonder ons komen de meisjes eigenlijk nooit buiten de kampung. Onvoorstelbaar. Alleen de meisjes van Boung, de familieman, leren behoorlijk zwemmen.
Als het donker wordt, lopen we met onze groep kinderen terug naar Loco. Pasar Seni 2 is weer helemaal leeg. Als het nu in het toeristenseizoen al niet loopt, zal het de rest van het jaar ook geen succes worden.
Voor het avondeten gaan we naar Angels, Cak Poer is zondag gesloten. Maar bij Angels is het ook altijd lekker eten en gezellig. Als we het eten op hebben, zien we een bekend gezicht langslopen. Khaerul. Leuk hem te zien, maar eigenlijk helemaal niet. Als hij morgen naar school gaat, vind ik niet dat hij hier in de avond op straat rond moet hangen. Toch hebben we hem de hele afgelopen week niet gezien, dus misschien gebeurt dit alleen op zondag, ik hoop het maar.
Nu hij er toch is, roepen we hem even bij ons. De jongen van het restaurant, die bij de ingang staat, kijkt bedenkelijk, maar dat is zijn probleem. De verkopers mogen hier vast niet binnenkomen…. Als Tom gaat staan, valt Khaerul bijna om van verbazing. Die is groot geworden. Ja, klopt. Tom is 2 jaar ouder dan hem, maar heeeeeeeel veel groter.
We waren net klaar met eten en lopen met Khaerul naar het internetcafé waar Mohni ook zit.
Weer een plek waar de verkopers alleen nooit binnengaan. Maar Khaerul kijkt zijn ogen uit. Veel computers! Hij gaat op de lege stoel zitten van het bureatje naast dat van Mohni. Daar zit een toeristeninformatie-bureautje, maar er is nu niermand aanwezig.
Hij zit in de mooie “directeursstoel”, ik ga tegenover hem zitten en vraag of hij ook nog leuke tours in de aanbieding heeft. Even snapt hij er niets van, dan komt hij in zijn rol.
Hij is een keer bij de watervallen geweest, daar kan ik wel naar toe gaan. Ik vraag of ik ook naar Oost-Lombok kan. Nee, kan ik beter niet doen, Senggigi is veel mooier.
Zo spelen we even toneel, Khaerul helemaal in de rol van vlotte verkoper. Als hij een kleine wereldbol ziet, wil hij die wel even verder bekijken.
We wijzen hem aan waar Nederland ligt. Klein landje, vindt hij. Indonesië is veel groter.
Hij wil van alle landen waaruit hier toeristen komen weten waar ze liggen; Frankrijk, Duitsland, Australië.
Vanochtend hebben we hem gevraagd of hij misschien het volgende weekend met ons en Mohni mee wil naar Gili Lampu. Dat leek hem heel leuk, maar hij moest het wel eerst thuis vragen. Ik vraag nu wat zijn ouders hebben gezegd. Helaas, het mocht niet.
Maar Mohni kan heel lief kijken, hij gaat nog wel een keer bij zijn ouders langs om te vragen of het echt niet mag. Zo te zien kan Mohni wel goed met Khaerul overweg. Het is ook een geweldig grappig jochie.
Als we hem even later de website van Impian Anak laten zien, is hij helemaal verbaasd dat er ook een foto van hemzelf opstaat. Hij wordt er bijna stil van.
Even later begint Mohni hartelijk te lachen. Khaerul heeft hem gevraagd wat Tom toch altijd eet, waardoor hij zo groot kan worden…
Inmiddels is het half 10 geworden. We vragen Khaerul of hij nog niet naar huis moet.
Nee, maakt niet uit. Blijkbaar is er bij hem thuis niemand die het uitmaakt of hij wel of niet thuis is. Jammer, dat zou het een stuk gemakkelijker maken.
We zeggen dat hij nu toch maar naar huis moet gaan, morgen moet hij weer vroeg naar school.
Hij fiets inderdaad richting huis, maar of hij ook rechtstreeks naar huis gaat?
Wij gaan wel naar huis, rechtstreeks.
Morgen gaan Tom en Anique met Boung, Adi, Nick, Elise en Jeffrey naar Monkey Forest, en moeten op tijd uit bed.
 

Zaterdag 1 augustus 2009

Als we wakker zijn gaan we eerst maar eens informeren hoe het met het water zit. Blijkbaar hebben ze gisteren het water afgesloten om hier de kraan te vervangen, maar zijn ze vergeten het daarna weer aan te zetten. Kan gebeuren. Na wat testen, welke kraan was het ook al weer, stroomt er weer (koud) water uit de kraan.

We gaan even op onderzoek uit, we willen toch weten waar dat warm water nu vanaf komt, of eigenlijk niet vanaf komt.

Een stukje verderop hangt een grote ketel, daaronder zit één of andere brander. De brander wordt gevoed door een dunne leiding. Die komt uit bij een jerrycan brandstof die in een boom een stukje verderop hangt. Als de ketel wordt gevuld met water, en de brander wordt aangestoken, hebben we dus 10 minuten later warm water. Tegen de tijd dat het water onze kamer heeft bereikt, is het vast weer een heel eind afgekoeld. En om nu steeds als we willen douchen te vragen of ze de ketel vullen en brander aansteken vinden we ook een beetje overdreven.

Dus houden we het voorlopig maar bij koud (of geen) water.

In de ontbijtzaal is het druk. Eén tafeltje is bezet, wij gaan aan het tweede tafeltje zitten. De mensen die later komen mogen aan het lage tafeltje met krukjes gaan zitten. Wie nog later komt moet maar wachten. Onze buren eten pannenkoeken. Dat zier er lekker uit.

De man van Dani heeft vanochtend een jackfruit geplukt, Dani staat hem schoon te maken. We krijgen een stukje om te proeven, en weten eigenlijk niet wat we er van moeten vinden. Heel veel smaak zit er niet aan. Dani biedt aan om er een mix-drankje van te maken. Gepureerde jackfruit met melk en ijsklontjes. Vreemde combinatie, maar we kunnen het moeilijk weigeren.

Erbij bestellen we dan maar een pannenkoek met stroop. De pannenkoek is lekkerder dan het drankje. Morgen maar weer gewoon sinaasappelsap. Dewa heeft inmiddels vriendschap gesloten met Bayu, het zoontje van Dani. Wij krijgen hem met geen mogelijkheid aan de praat. Alleen als we op enige afstand zijn roept hij steeds Hallo naar ons. Ook Dewa krijgt geen contact, en we vermoeden dat hij misschien alleen Sasak spreekt. Als we dat later navragen, blijkt dat hij voornamelijk Balinees spreekt, zijn ouders komen oorspronkelijk uit Bali en zijn Hindoe. Als Dewa dat had geweten…

Bayu heeft trouwens veel last van astma, iets wat we hier heel veel horen. Het is moeilijk om erachter te komen welk soort medicijn ze krijgen. Veel verstand heb ik er niet van, maar in Nederland zijn veel mensen volgens mij heel veel geholpen met een inhalator.

Van Sareah begrijp ik dat ze, nu ze de gratis proyek kampung Loco medicijnen kan krijgen, heel gelukkig is. Nu hoeft ze niet meer zo vaak hals over kop midden in de nacht naar het ziekenhuis als ze het erg benauwd krijgt. Maar toch klaagt ze nog veel dat ze moeilijk adem kan halen.

Ook Dita, de oudste dochter van Mohni en Sofie, heeft veel last van astma en is heel vaak verkouden en koortsig. Als ze naar het ziekenhuis gaat krijgt ze medicijnen, maar ik heb niet het idee dat dat heel veel helpt.

Hier wijten de meeste mensen de astma aan de kou, denken dat verhuizen naar een beter huis de problemen wel op zal lossen. Helaas zit verhuizen er meestal niet in, en ik vraag me af of dat veel uit zou maken.

Ook ijsjes en snoepjes krijgen vaak de schuld van astma aanvallen, hoesten en allergische reacties. Maar als je ziet hoeveel stof en rook de mensen dagelijks inademen lijkt me dat ook niet echt gezond als je problemen met ademhaling hebt.

Dit zijn allemaal dingen waarvoor misschien een eenvoudige oplossing zou zijn, helaas hebben we niet de medische kennis en taalkennis om hier meer over te weten te komen.

Maar het is wel iets waar we in Nederland toch eens achteraan willen gaan. Het zou toch geweldig zijn als de mensen hier ook geholpen kunnen worden.

Hi

Na het eten wil Dewa graag het huis van Joep en Marijke zien, ja, hij krijgt de complete kampung-tour aangeboden, inclusief Rumah Joep dan Marijke dari Belanda.

Als Mariam, de vrouw van Adi en buurvrouw van Joep en Marijke ons ziet, worden we uitgenodigd voor een kop thee met koekjes. Lekkere maar keiharde koekjes op basis van rijstmeel die vooral in Bali veel worden gegeten bij Hindoe-ceremonies.

Adi is niet thuis. Als we gezellig aan de thee zitten, komen Nick, Jeffrey en Elise terug van de Gili’s. Blij dat ze weer "thuis" zijn.

Ze komen er even bij zitten, we kletsen wat, en dan stappen wij weer op.

Heel veel kunnen we vandaag niet meer doen, om half 4 moet Dewa bij de boot zijn. Mohni heeft beloofd dat hij zorgt voor transport naar de haven. Rond half drie zal de auto van Lombok Dive komen, Tom gaat dan mee naar de haven waar de GiliCat komt, en kan daarna in de haven van Teluk Nare, dichtbij, de boot met duikers opwachten en even helpen met leegmaken en opruimen.

Nu gaan we maar een hapje eten. In een echt hotel. We wandelen naar Graha, waar we altijd heerlijk hebben gegeten. Leuk om hier ook weer eens te komen, en iedereen weer even te spreken.

Na het lekkere eten gaan we nog even bij het zwembad kijken, waar Odjong, de vrolijke badmeester uit Loco, dienst heeft.

Dan wandelen we nog even naar het strand. Maken een praatje met de verkopers. Dewa zoekt een mooi armbandje uit voor Kadek, een souvenir voor haar uit Lombok.

Dan is het tijd om terug te gaan naar het hotel. We drinken nog wat bij de receptie, tot de auto komt en Dewa en Tom vertrekken. Dewa heeft genoten, maar ziet nu toch weer een beetje op tegen de terugreis met de boot. Maar ja, vliegen vindt hij ook niets.

Wij vonden het geweldig om Dewa een keer echt als gast te ontmoeten. In Bali blijft hij voor ons toch altijd een beetje gids.

Aangezien Tom voorlopig niet terug zal komen, besluiten we maar naar het strand te gaan. Op de punt bij Senggigi Beach Hotel schijn je goed te kunnen snorkelen.

Ik ben niet zo’n watermens, dus neem ik mijn leesboek en laptop mee. Kan ik het verslag verder uitwerken, of lekker een boekje lezen.

Als we over het strand lopen, komt er weer een bekende verkoper aan, Achim, of Kim. De vrolijke houtsnijwerk-schalen verkoper. Hij spreekt prima Nederlands. Maar nu kunnen we ook een beetje in zijn taal spreken.

Hij haalt direct de foto tevoorschijn die we vorig jaar van hem, Peter en Anique hebben gemaakt. Die draagt hij als kostbaar sieraad bij zich in zijn verkoopkoffer.

Afgelopen november, toen Peter naar Lombok is geweest, had hij de foto meegenomen, maar toen heeft hij Kim niet ontmoet. Adi heeft hem later de foto gegeven.

Onvoorstelbaar hoe blij ze hier kunnen zijn met een simpele foto.

Ook Mister Flores, de batik-kaartenverkoper, kwam een paar dagen geleden al vertellen dat hij de foto van hem en Tom mooi had ingelijst en thuis heeft opgehangen. Zijn dochter kijkt er elke dag naar, en zou Tom heel graag een keer ontmoeten. We houden het er maar even op dat we deze vakantie nog heel veel te doen hebben. Als we op alle uitnodigingen voor een huisbezoek en kennismaking met de familie meten ingaan, hebben we een paar maanden extra vakantie nodig (zou ook niet gek zijn). Mister Flores is trouwens een stuk gemakkelijker geworden. Ik heb jarenlang altijd een beetje moeite met hem gehad. Hij was vriendelijk, maar op een zielige, hardnekkige manier. Nu weet hij inmiddels dat ik altijd wel kaarten bij hem koop, voor we weer terug gaan naar Nederland, maar dat het geen zin heeft om me elke dag de hele verzameling kaarten onder mijn neus te duwen.

Dat maakt het leven voor hem –en voor mij- een stuk eenvoudiger, en kunnen we ook gewoon een praatje maken zonder constant om zijn verkopen heen te draaien.

En dat heb ik nu met Kim ook, zeg dat we zeker iets zullen kopen, voor we terug gaan, maar dat we tijd genoeg hebben, we blijven nog bijna 3 weken.

Kim had trouwens al van zijn vriend, de jongen waarbij we een paar dagen geleden amulet-kettingen hadden gekocht, gehoord dat wij er waren. Ik had toen naar Kim gevraagd. Kim had de foto van Peter, Anique en hem laten zien, om te controleren of wij het wel echt waren die naar hem hadden gevraagd. Toch handig, zo’n foto-archief van de klanten.

Nu houden we het praatje een beetje kort, leggen uit waar Tom is, en wandelen verder naar de snorkelplek.

Daar verdwijnen Peter en Anique in het water. Ik pak mijn laptop uit de tas.

Na een paar minuten zit er iemand achter me mee te kijken. Ik doe alsof ik niets in de gaten heb, en typ vrolijk verder. Maar dat werkt niet.

De verkoper begint tegen me te praten. Dan wordt het lastig om niet te reageren. Als Kim er dan ook nog bij komt zitten om de ‘nieuwe’ verkoper uit te leggen wie wij zijn en dat hij ons al lang kent, leg ik mijn laptop maar opzij. Verder schrijven heeft geen zin.

Zo gaat dat hier, mensen hebben geen privacy, en hebben daar geen moeite mee. Ook in de kampung zie je dat mensen altijd bij elkaar zitten, iedereen weet alles over iedereen. Het leven speelt zich vooral al af buiten het huis, dus alle buren krijgen alles mee wat er gebeurt.

Iemand die alleen zit is zielig, dus gaan ze maar een praatje maken. En misschien nog wat verkopen. Als je even rustig een boekje zit te lezen, heb je daar niet altijd behoefte aan, maar och, een beetje meegaan in de Lombok-cultuur kan geen kwaad.

Dus kletsen we verder tot ineens Tom achter me staat. Dat is snel! Ze zijn na Dewa afgeleverd te hebben toch maar eerst teruggekomen naar Senggigi, de boot met klanten was nog niet op weg naar de haven. Tom had gebeld, maar de telefoon lag naast me in de tas, ik heb niets gehoord. Maar, lang leve het gebrek aan privacy en lang leve de nieuwsgierigheid van de Lombokkers, iedereen wist dat wij naar het strand gingen om te snorkelen. Op weg van BumiAditya naar het strand is ons minstens 20 keer gevraagd "Mau ke mana?" Waar naar toe? Ke pantai, naar het strand, dus kon iedereen Tom vertellen waar wij te vinden zijn. Handig systeem hier!

Als Peter en Anique terugkomen zijn ze enthousiast over de snorkelplek. Geen indrukwekkende vissen, maar het koraal is mooier dan ze verwacht hadden. We besluiten nog even wat te drinken bij een gezin uit de kampung dat hier een mini-warung heeft, met koffie, thee, frisdrank, noedelsoepjes, eenvoudige snacks etcetera.

Peter en ik lusten wel een indo-oplos cappuccino. De kinderen een Teh Botol, ijsthee in een flesje, lekker koud uit een koelbox. Als we met de man zitten te drinken en kletsen over hun en onze kinderen, komt de vrouw nog een bord met pisang goreng brengen. Smullen!

Het is een gezellige plek, meer lokale mensen en verkopers dan toeristen. Een engelse mevrouw staat van een afstandje toe te kijken en vraagt later wat ik drink. Ik leg uit dat het hele lekkere cappuccino is. Ze vraagt of het duur is. Ik heb geen idee, maar leg uit dat het vast heel veel goedkoper is dan in een gewoon restaurant. Ze kijkt even heel bedenkelijk, maar loopt dan toch verder. Waarschijnlijk bang gemaakt door alle standaard waarschuwingen voor eten in niet-officiële toeristen restaurants. Maar volgens mij kan er niet zoveel misgaan met flessenwater en een zakje oploscappuccino. Zelf worden we steeds gemakkelijker met eten en drinken. Ik heb ook het idee dat we er misschien een beetje aan wennen. Een paar jaar geleden was er altijd wel iemand van ons een dag of wat niet lekker, "iets verkeerds gegeten", waarschijnlijk in combinatie met warmte. Afkloppen, maar de laatste jaren is dat niet meer voorgekomen, terwijl we veel gemakkelijker omgaan met eten en drinken.

Als we (belachelijk weinig) hebben afgerekend, en een tijdje hebben gepraat met een Nederlandse man die hier ook dagelijks even langskomt voor een praatje en een kop koffie, lopen we over het strand verder richting art market, Pasar Seni in Noord Senggigi.

Vandaag wordt ook Pasar Seni 2 geopend. Een nieuwe project tegenover het pad naar kampung Loco. Er zijn een stuk of 10winkeltjes gebouwd. Die stonden er vorig jaar al, maar moeten vandaag officieel open gaan. Daartegenover staan een stuk of 10 partytenten. De winkeltjes moeten souvenirs gaan verkopen, onder de partytenten kunnen mensen eten en drinken verkopen. Oorspronkelijk was het de bedoeling om de tentjes aan de hoofdweg hiernaartoe te verplaatsen, zodat het straatbeeld minder rommelig zou worden. Dat is (gelukkig) mislukt. Het hoort er hier gewoon bij, en we vinden het een gezellige afwisseling als we ’s avonds teruglopen van Senggigi naar de kampung.

We zijn bang dat Pasar Seni 2 al een mislukking is voordat het wordt geopend. De gebouwen zien er leuk uit, vrolijk geschilderd, de winkeltjes waar de rolluiken omhoog waren zagen er leuk uit, wat 2e hands boeken, kleding, houtsnijwerk. Helaas geen toeristen. Een paar lokale mensen die hier nooit iets zullen kopen. Hooguit bij één van de twee eettentjes die er nu zitten.
Pasar Seni 1, die er al langer is, ziet er ook leuk uit, ligt wat gezelliger bij restaurantjes waar toeristen komen, maar klanten komen er bij nde souvenirkraampjes ook nauwelijks. Waarom er nu dan een tweede bijkomt, op een veel ongunstigere plek begrijpen we dan ook niet.

Als we bij Pasar Seni 1 aankomen, drinken we wat bij een restaurant. Daarna lopen we over de verder lege toeristenmarkt naar het centrum van Senggigi. Het is inmiddels donker geworden, en wordt nog donkerder als de elektriciteit uitvalt. Alleen de restaurants, winkels en hotels met generator blijven licht. De eerste stroomstoring sinds we hier zijn. Valt dus mee.

Cak Poer draait altijd op een generator, dus daar gaan we maar weer eens eten. De ober vraagt als enthousiast of we vanavond weer vis willen eten. Nee, nu weer gewone nasi goreng. Vis krijgen we morgen…..misschien. Tom gaat vannacht in zee vissen. Samen met Boung, Eful, Cuk, Adi, Jeffrey en nog wat mannen uit de kampung. Ze gaan vissen en blijven op het strand slapen. Dat wordt dus morgen heel veel vis eten, of niet.

Als we een hele tijd later teruglopen richting Loco, is er weer elektriciteit. Bij de beruga van Boung verzamelen de vissers. Allemaal met dikke jassen, mutsen. Voor Tom wordt nog een vishengel geregeld. Iedereen kijkt bezorgd als Tom in een korte broek en T-shirt meegaat. Hij heeft niet eens een trui of jas bij zich, en verwacht ook niet dat hij het heel koud zal krijgen. En als dat wel het geval is, is hij zo terug in de kampung. Hij slaat dan ook alle aangeboden jassen, truien en vesten af en gaat met de mannen op pad. Wij lopen even terug naar het hotel en beloven straks even te komen kijken.

Als we rond 12 uur op het strand komen is het een gezellige boel.\De hengels staan aan zee, de vissen zwemmen vrolijk en ongestoord in zee. Er brandt een kampvuurtje, waar de Lombokkers met dikke kleding omheen zitten te kleumen. Tom en Jeffrey lopen in een shirtje rond. De rest snapt daar niets van.

Ze hebben zelfs een klein tentje opgezet waar de vissers om de beurt een dutje kunnen doen.

Tussendoor halen ze geregeld een warme kop koffie of thee bij het tentje op Pasar Seni 2.

Na een uurtje, waarin de enige vis die we zien de stukjes aas zijn waarmee ze vissen, gaan we terug naar het hotel en kruipen, op de veel te warme kamer, in ons bed. Een nachtje strand is zo gek nog niet
 

 

Vrijdag 31 juli 2009

Als we wakker worden neem ik eerst een frisse zoute douche. Ook hier geen warm water, en hier geen zoetwater. Al het zoete water moet met boten vanuit Lombok worden gebracht, dus dat wordt heel spaarzaam gebruikt. Maar dat maakt niet uit, zo kan het ook.
Ons is gisteren beloofd dat we, als we terugkomen uit Meno, warm water hebben in Bumi Aditya. Dan was ik dan mijn haren wel weer, met zout water schiet dat ook niet echt op, zeker niet als we daarna nog een dag op zee  zitten. 
Als iedereen wakker is, gaan we naar het strand om te ontbijten. Het duurt even voor iedereen de bestelling heeft, maar dat maakt niet uit, we worden pas rond half 10 opgehaald, maar dat kan natuurlijk wat later worden.
Voor de zekerheid pakken we na het ontbijt onze spullen alvast en checken uit. De rekening van het eten en drinken vallen reuze mee. Het voordeel van een vakantie in Indonesië!
Het duurt inderdaad iets langer voor we de boot zien aankomen. Maar Mohni heeft nog even gebeld; er waren erg veel gasten, en veel duikers, dus ook veel spullen mee te nemen.
Als de boot eraan komt, zit hij inderdaad behoorlijk vol. Maar vanuit Meno varen we eerst naar Gili Trawangan. Daar stappen een paar mensen uit, en een paar anderen in.
Ook ik stap uit.
Als alles goed gaat, komt Dewa om half 11 aan met de GiliCat, de snelle boot van Bali naar Lombok en de Gili eilandjes. De Lombok Dive boot vaart weg en ik wandel naar de aanlegpier voor de GiliCat. Het is erg druk op Trawangan. Een heel ander leven dan op Lombok. Veel jonge toeristen, duikscholen, het modernere strandleven, maar dan toch een beetje Lombok-sfeer. Rommelig, stoffig, geen gemotoriseerd verkeer. Alle toeristen die aankomen met hun bagage worden aan het strand opgewacht door chidomo’s. De karretjes met een klein paardje ervoor. Dat levert leuke taferelen op. Overvolle karretjes, bezorgd kijkende toeristen die er ook nog bij worden gepropt.
Tegen kwart voor 11 komt de GiliCat snel in zicht. Er staan een paar mensen te wachten die straks met de boot meegaan.
Als de boot is aangelegd, loopt hij langzaam leeg. Ik kijk uit naar Dewa, maar zie hem nog niet. Maar de toeristen blijven eruit stromen. Ongelooflijk hoeveel mensen er uit het niet al te grote bootje komen. Even later lijkt de boot leeg te zijn, de nieuwe toeristen stappen nu in. Alleen heb ik nog geen Dewa gezien. Heel vreemd!.
Ik probeer hem te bellen, maar hij neemt niet op. Vervelend. Wij hebben een Indonesisch telefoonnummer, dat nummer kent Dewa niet, dus hij kan mij ook niet bereiken.
Dan maar uitkijken of ik hem al ergens zie, misschien is hij met een eerdere boot gekomen. Als ik over het strand loop, zie ik nog een boot aankomen. Die gaat aanleggen zij de pier. De GiliCat II. In verband met de drukte varen er 2 boten heen en weer. Dus loop ik maar weer de pier op, in de hoop dat hij hieruit stapt.
En ja hoor, even later komt hij de loopplank aflopen. Grote zonnebril, pet, zwarte broek, en een zwarte jas. Ik zie iets vreemds aan hem, kan alleen niet direct thuisbrengen wat.
Hij kijkt zijn ogen uit. In 2003 was hij de laatste keer op Trawangan geweest, maar toen zag het er heel anders uit. Veel minder volgebouwd, minder druk. Nu lijkt het bijna op Kuta-Bali.
Als we even later op de weg langs het strand lopen, vraag ik of hij het niet bloedheet heeft, met zijn zwarte jas hooggesloten dicht.
Ja, maar hij durft hem nog niet uit te doen; hij heeft een zwemvest eronder aan. Dewa heeft het niet zo op boten en op de zee. Vandaar heeft hij gisteren een zwemvest gekocht, en maar een ruime jas erover gedaan, zodat niet iedereen het zwemvest ziet. Nu weet ik ook wat er zo vreemd uitziet aan hem. Hij lijkt veel dikker!
Ik haal hem toch maar over de jas en het zwemvest uit te doen. Dat lucht op!
Hij heeft redelijke doodsangsten uitgestaan op de boot, maar is toch heel blij dat hij nu Trawangan weer ziet. Om een beetje bij te komen gaan we in een restaurantje een glas drinken. Lekker sapje.
Als we gezellig zitten te kletsen, voel ik ineens iemand op mijn schouder tikken. Elise!
Nick, Jeffrey en zij zijn gisteren ook naar Trawangan vertrokken, met het idee om 2 nachten te blijven, maar toen ze vertrokken hadden ze nog geen plek gevonden om te overnachten. Ze gingen er dus vanuit dat ze ’s avonds weer terug moesten naar Lombok. Maar het was toch nog gelukt, een kamer voor 2 nachten. Dus zijn ze nog hier.
Ze komen er gezellig bij zitten, en ik moet hartelijk lachen als ik hoor dat ze eigenlijk wel weer heimwee hebben naar de rust en gezelligheid van kampung Loco. Hier is het zo druk!
Ik herken het gevoel.
Iets na 12 uur belt Peter, ze zijn weer aangekomen op het strand. Dan nemen we afscheid van Nick en Elise en gaan naar het strand. Helemaal achteraan ligt de boot van Lombok Dive. Daar aangekomen horen we dat we nog even op Trawangan blijven. In de middagpauze gaat een groepje nog duiken, die vanochtend te laat waren. Elke dag hetzelfde liedje.
Dewa blijft naar Tom kijken; wat is die groot geworden! Groter dan Peter.
We lopen achter Mohni aan naar een warung waar we gaan eten.
Een klein restaurantje met terrasje, propvol. Een oud omaatje staat eten op te scheppen. Voor haar een tafel vol schalen met eten, je kunt zelf aanwijzen wat je wil eten.
Flesjes drinken kan iedereen zelf uit de koelkast pakken. Afrekenen gebeurt ook bij het omaatje. Er zitten vooral groepen duikers, ik vraag me af hoe ze bijhoudt wie bij wie hoort en voor wie wordt betaald. Waarschijnlijk een kwestie van vertrouwen. Och, en het eten kost voor toeristen echt bijna niets, dus waarschijnlijk zal niemand er misbruik van maken.
We hebben een heerlijke lunch. Lekkere rendang, sate, urab en kangkung, de beroemde waterspinazie met een kokosmelk sausje. Heerlijk.
Onder het eten praten we lekker bij. De duik vanochtend was mooi, alleen had Anique wat last van de oren en is ze tussendoor met Mohni naar boven gegaan.
Na het eten gaan we nog even lekker op het strand zitten, en eten de lekkere appels en peren op die Mohni ons gisteren heeft gegeven. Een gezond toetje gaat er altijd in.
Als de boot met duikers terugkomt, gaan we weer aan boord.
Dewa met zijn zwemvest aan, maar nu zonder jas erover. Tussen Meno en Trawangan worden de duikers en snorkelaars in het water gelaten. Anique, Dewa en ik blijven met de bemanning aan boord, en genieten van de rust en een lekker stukwatermeloen. Service van Lombok Dive.
Intussen wordt de boot een beetje opgeruimd. Als straks iedereen weer met natte spullen aan boord komt is het wel zo handig als er een beetje ruimte is.
Het is hier trouwens erg druk met duikers. We lachen dat er onder water wel duikersfiles zullen ontstaan. Sommige duikscholen droppen hier groepen van wel 20 toeristen met één begeleider. Lombok Dive werkt altijd met kleinere groepjes.
Na een half uur komen de eerste groepen weer boven water. Dan is het goed kijken bij welke boot de groep hoort. “Onze” groepen hebben een soort lange ballon bij zich, die ze met de perslucht opblazen, zodat het opvalt dat er een groep duikers bovenkomt en dat de kapitein kan zien welke groep hij op moet halen.
Als na een uurtje iedereen weer is opgepikt, varen we eerst naar Trawangan om wat mensen op te halen en af te leveren. Dan naar Meno, waar één van de divemasters van Lombok Dive woont.
Daarna vol gas naar Lombok. Dewa geniet ervan, met zijn zwemvest nog steeds aan. We gaan lekker op het dak zitten, onderin de boot spettert het nu flink, de golven worden hier tegen het einde van de middag altijd flink hoger.
Als we in Teluk Nare, de haven in Lombok aankomen, gaan de toeristen al snel weg met een auto. Peter en Tom helpen nog even mee met spullen van de boot halen en opruimen. Voor de duikpakken en uitrusting worden opgeborgen,  moet alles eerst met zoetwater worden afgespoeld. Daarna moeten nog alle flessen worden gevuld. Daar is de kapitein nog wel een paar uur mee bezig.
Wij stappen bij Mohni in de auto en rijden naar Senggigi.
Ook hier kijkt Dewa weer zijn ogen uit. Veel dingen verdwenen, veel nieuwe dingen bijgekomen. Als we bij het hotel aankomen is het bijna donker. Voor Dewa hadden we al een kamer gereserveerd, gelukkig maar, want het hotel zit weer behoorlijk vol. Voor we vertrokken was ons warm water beloofd. We zijn benieuwd. Maar, warm of koud, ik ga nu eerst douchen en haren wassen.
We hebben in elk geval een nieuwe kraan in de badkamer, ziet er indrukwekkend uit. Heel creatief aangelegd, met een stelsel van pvc-buizen.
Als ik de kraan aanzet, komt er een heel zielig straaltje ijskoud water uit. De douchekop zit boven de wc gemonteerd. Heel handig. Maar niet echt, dus zet ik de oude douchekop maar weer aan, die netjes in een hoek zit. Dan maar geen warm water. Maar daar komt geen druppel water uit. Ik heb net mijn haren ingezeept, zal dus toch uitgespoeld moeten worden met de koude druppels die uit de nieuwe douche komen. Och, dit is Lombok.
Als Peter een paar minuten later gaat douchen, wordt het water wel warm. Alleen de druk blijft zielig, en als hij de kraan iets verder open wil zetten, heeft hij ineens de knop in zijn handen, en spuit het water aan alle kanten eruit. De knop is er niet meer op te krijgen.
Humor! Snel afdrogen, aankleden en hulp halen. Die kan even niets anders doen dan weer al  het water afsluiten. Nu zit, voor de variatie, weer iedereen zonder water. Gelukkig zijn wij inmiddels zo slim om ervoor te zorgen dat de mandibak altijd vol water zit, kunnen we in elk geval met een emmertje het toilet doorspoelen.
Inmiddels is Dewa ook opgefrist, en kunnen we even rustig zitten. Hij heeft leuke kadootjes meegebracht uit Bali. Een vrolijk fleurig spaarvarkentje van papier maché voor Tom en Anique. Voor Peter een mooie fotolijst, en voor mij mooie rieten placemats en onderzetters, met mooie servetten erbij. Wij hebben ook iets voor hem, een pak lekkere zoete stroopwafels, een paar echte Nederlandse legpuzzels, van de Edammer kaasmarkt, tulpenvelden en molens. En voor zijn vriendin Kadek, die helaas niet mee kon komen, een leuk horloge ban houten kralen en kokosnoot (volgens mij made in Indonesia, maar gekocht in Nederland). Dewa wil even snel iets van kampung Loco zien, dus maken we in het donker een kort rondje door het dorp. De kamersleutel laten we maar achter bij de receptie, zou handig zijn als de kraan wordt gerepareerd. Geen water is ook zo lastig.
Als we door de kampung lopen worden we bij Daan uitgenodigd op de beruga. Er wordt direct thee gemaakt, en koekjes voor ons gehaald in een winkeltje. De gastvrijheid van mensen is hier hartverwarmend. Het is handig met Dewa erbij, de communicatie verloopt veel beter, als hij wat dingen voor ons kan vertalen. Zo begrijpen we nu eindelijk wat de vader van Daan doet; hij werkt bij een meubelmakerij. Eful, die ons ziet zitten, komt ook even kennismaken met zijn collega uit Bali.
Dan beginnen onze magen weer te knorren. Tijd om naar Senggigi te lopen. Dewa mag kiezen waar we gaan eten. Het wordt Cak Poer, daar heeft hij in een ver verleden vaker gegeten.
Wij vinden het een prima keuze! Onderweg maakt Dewa nog kennis met verschillende van onze Lombok-vrienden, onder andere Adi.
Bij Cak Poer bestellen we lekkere vis, maar geen van allen krijgen we ons bord leeg.
We willen daarna nog ergens wat drinken, en misschien nog een toetje nemen. We gaan zitten bij Wira, een nieuw restaurantje tegenover het internet café. Als je daar iets besteld, krijg je, als je wil, een laptop op tafel met internet verbinding. Leuk, maar we hebben zelf een laptop bij ons, waarmee we van hieruit ook internet verbinding hebben.
We bestellen een Ice Cappuccino. De rest ook nog een pannenkoek als toetje, maar dat wordt mij iets te veel. De koffie valt erg tegen. Het is een scheutje koffie, veel water en veel waterijs. Totaal geen smaak. Ook de pannenkoeken zijn niet om over naar huis te schrijven.
Wat een tegenvaller. Als we de rekening krijgen valt het nog meer tegen, bijna net zoveel als de diners met vis en lekkere fruitsapjes die we net bij Cak Poer hebben gegeten. Hier zien ze ons niet meer terug!
Inmiddels is het laat geworden, en wandelen we terug naar Senggigi.
Tom en Anique gaan naar bed, wij nodigen Dewa uit om nog wat te drinken op ons terrasje. Helaas komen we niet verder dan een half flesje water.
Peter en Dewa besluiten even naar de dag-nachtwinkel aan de hoofdweg in Senggigi te lopen.
Maar onderweg komen ze Dani van Bumi Aditya tegen. Zij kan ook wat te drinken komen brengen. Dat is ook prima. Een hele tijd later (in die tijd waren Peter en Dewa wel 4 keer op en neer geweest naar de winkel) komt ze 3 glazen lekker koel sap brengen.
We kletsen nog een tijdje over van alles en nog wat, tot we erg moe zijn. Dan kruipen we lekker in bed. Morgen weer een dag.
Als we goed en wel in bed liggen, hoor ik van allerlei gerommel op onze kamer. Ik maak een lampje aan en zie net het stuk zeep dat op de wastafel lag, in de wastafel glijden. Vreemd. Ik blijf van alles horen, en even later zie ik een muis uit de wastafel klimmen. De ochtend erna zitten er allemaal muizetandjes in het stuk zeep, niet de tandjes zelf, maar de afdrukken.
Leuk hotel, koud water, geen water, kapotte kranen, zeepetende muizen.
Helaas kunnen we de muis geen bakje water geven om de zeep weg te spoelem, na terugkomst in het hotel hadden we wel een nieuwe (andere) kraan in de badkamer, maar wederom geen druppel water. Alles went, zelfs het kampungleven!
 

Donderdag 30 juli 209

We worden vandaag rond kwart over 8 opgehaald door iemand van Lombok Dive, dus gaan we maar om 7 uur ontbijten. Het klaarmaken van het ontbijt neemt veel tijd in beslag, dus moeten we een beetje speling hebben.
Maar het zit allemaal mee, we zijn op tijd klaar voor de reis naar de gili’s.
Om 10 over 8 rijdt het busje van Lombok Dive de plaats op. Bayu, Het zoontje van de beheerders van het hotel staat alweer vrolijk klaar om het verkeer te regelen. Hij is altijd present, of er nu planten water moeten hebben, opgeruimd moet worden of parkeeraanwijzingen moeten gegeven. Hij rent druk gebarend rondjes om de auto. Heel gevaarlijk!
Maar alles gaat goed.
We rijden naar Graha Hotel waar familie Mantel instapt. Ze gaan ook een dag duiken.
Een half uur later zijn we, na veel bochten en  bergen, in Teluk Nara, waar de boot van Lombok Dive ligt. De spullen van de duikschool liggen in een voormalig hotel, daar heeft Mohni een ruimte voor de opslag gehuurd, zodat niet alles elke dag mee terug hoeft naar Senggigi. Daar staat ook de kompressor voor het vullen van de duikflessen.
Voorheen heeft die in Senggigi gestaan, maar dat leverde te veel geluidsoverlast voor de buurtbewoners, want vaak zijn ze tot middernacht of langer bezig om alle flessen weer te vullen voor de volgende dag.
We worden weer van harte verwelkomd door de inmiddels aanwezige divemasters, helpers en bemanning van de boot. Goed om te zien dat we de meeste gezichten nog herkennen van vorig jaar, veel personeelswisselingen zijn er blijkbaar niet geweest. De boot heeft een paar weken geleden een verfbeurt gehad. Het geel is een beetje fletser geworden, maar alles zit weer netjes in de verf. Een boot hier vergt wel veel onderhoud, hij wordt intensief gebruikt, en het klimaat doet er ook geen goed aan. Maar het grootste probleem is om een geschikt moment te vinden om de boot uit het water te halen. Dat moet op een rustig moment gebeuren, als er weinig klanten zijn. Maar dat is (gelukkig) het afgelopen jaar niet echt voorgekomen. Als alle spullen in de boot liggen, varen we richting Gili’s.
Eerst naar Trawangan.
Daar moeten we nog een paar mensen ophalen die gaan duiken. De mensen die gisteren bij de verkeerde plek stonden te wachten en zodoende een duik hadden gemist. Nu schiet het weer niet op. Ze zijn er niet… Van de wachttijd wordt door de kapitein gebruik gemaakt om een grote watermeloen te halen. Lekker voor na de duik. Nu maar wachten op de klanten. De telefoon wordt niet opgenomen. Vervelend. Mohni wil ze niet weer mislopen. Maar de andere klanten zitten in de boot te wachten. Blijft een moeilijke beslissing.
Even later komen 2 van de 3 klanten rustig aanwandelen. Nummer 3 komt ook, zeggen ze. Dat zou tijd worden. En ja, na een hele tijd komt nummer 3 inderdaad ook rustig aanwandelen. Leuk zo’n gasten.
Maar dan kunnen we eindelijk op naar de eerste duikplek. Anique gaat het ook proberen.
Spannend, de eerste keer echt in zee duiken. Maar het gaat prima. Na een klein uurtje komen ze allemaal tevreden weer boven.
Na de duik varen we naar Gili Meno, waar we vannacht blijven slapen. We worden bij het hotel op het strand afgeleverd. Handig met zo’n boot.
De hele groep kan lunchen bij het hotel. Wij gaan eerst maar eens kijken of onze kamers goed  gereserveerd zijn, dit hebben we van Nederland uit via een reisbureautje in Bali gedaan. De mensen bij de receptie kijken heel bedenkelijk.
Hoeveel we vooruit voor de kamers hebben betaald? Ongeveer 50 euro. We hebben alle papieren gelukkig  bij ons. Er schijnt een probleem te zijn. Maar als ze alles goed doorlezen, blijkt het mee te vallen. Ze dachten dat we 2 nachten zouden blijven. 50 Euro voor 2 kamers voor 2 nachten was niet genoeg, maar we blijven maar 1 nacht. Dat is geen probleem. We worden naar onze kamers gebracht. Het ziet er leuk uit. Kleine hoge bamboe/rieten huisjes. Met op de benedenverdieping een stenen badkamertje, daarboven de slaapkamer, met een leuk balkon ervoor. Niet direct op het strand, maar wel met uitzicht op zee.
We laten onze bagage achter en lopen naar het restaurant, gezellige tafeltjes en beruga’s op het strand. En niet zomaar een strand, prachtig wit, blauwe zee erbij. Paradijselijk.
Ik bestel een lekkere gado-gado. Tja, even geduld hebben, maar dan komt er een heerlijke maaltijd. Wel erg pittig, maar dat maakt niet uit.
Mohni heeft weer de goedheid om de andere klanten in de middagpauze de gisteren gemiste duik in te laten halen. Hierdoor moeten we langer wachten, maar we zitten hier heel lekker, dus dat maakt niet uit. Als de duikers weer vertrekken, blijf ik lekker zitten, samen met Nanda. Zo komen we de tijd gezellig kletsend over reizen door. Ruim een uur later worden de Peter, Tom en Anique weer afgeleverd. Ze frissen even op en dan gaan we een stuk wandelen. Over het strand naar de andere kant van het eiland, dat niet zo groot is. Veel leven is er hier niet. In de buurt van de vaste aanlegplaats van de bootjes, liggen wat hotels, winkeltjes en huisjes. Verder naar het binnenland nog een echt vogelpark, een moskee en een puskesmas, een gezondheidscentrum. Bij de haven drinken we een lekker sapje. Daarna sprinten we bijna dwars over het eiland naar de andere kant. De zon gaat zo onder, en dat willen we graag op de foto hebben. Met nog een millimeter zon te gaan, zijn we net op tijd. Snel één foto, dan is de zon weg.
Dan wordt het ook heel snel donker. We lopen verder naar het hotel en gaan eerst naar de keuken om ons avondeten uit te zoeken. Een lekkere grote vis die ze voor ons op de barbecue gaan leggen. We bestellen frietjes erbij, verse groente en als voorgerecht  4 kleine loempia’s.
Al snel komen er 2 loempia’s. Dan de frietjes, een half uurtje later de vis en de groente. Het wordt lastig eten, de vis heeft nogal wat graten, en het is behoorlijk donker. Gelukkig hebben we 2 kleine zaklampjes in de tas zitten, die we in de parasol kunnen hangen, zo zien we nog een beetje wat we op ons bord hebben liggen. Als we bijna zijn uitgegeten, komen de laatste 2 loempia’s van het voorgerecht eraan. Lekker op tijd!
Na het eten hebben we nog geen zin om naar bed te gaan. We kiezen een beruga uit en gaan er lekker op hangen/zitten/liggen. Lekker drankje erbij, boekje, laptop. Muziekje, wat om de paar minuten wegvalt door stroomstoringen, evenals het licht. Gelukkig kunnen we onze knijpkat zaklampjes zelf bijladen.
Als iedereen om ons heen naar bed gaat, doen wij dat ook maar, dan kan het personeel ook lekker gaan slapen.
Op onze kamer aangekomen zien we weer een leuk huisdier; een grote gekko zit op de muur. Ik maak snel een foto voor hij weer verdwijnt.
Dan kruipen we onder de klamboe, en gaan slapen.
 

Woensdag 29 juli 2009

Na een nachtje lekker slapen worden we weer op tijd wakker. Bij het ontbijt weet Dani nog wat we gisteren hadden besteld, dat krijgen we nu dus weer. Handig, daar komen we deze vakantie vast niet meer vanaf. Sapje, toast, de kinderen met omelet, Peter en ik met jam, en een bordje fruit.

Na het ontbijt wandelen we naar Senggigi, niet over het paadje naast de beek, maar via de andere kant, over het nieuwe bruggetje. De huisjes zijn armoediger in dat deel van Kampung Loco. Veel waterputten, we weten ook niet of deze mensen wel gebruik maken van de watertank in het andere deel van de kampung.

We gaan vandaag met Mohni kijken naar een paar leegstaande panden in Senggigi. Hij zit nu met de duikschool bij een internetcafé. Maar een eigen ruimte zou mooier zijn.

Mohni is niet in het kantoor, hij heeft in een hotel een afspraak met mensen die een duikcursus willen volgen.

Wel komen we Adi tegen, ook gezellig. Al lijkt hij niet veel te verkopen. Naast horloges verkoopt hij tegenwoordig ook dvd’s. Volgens hem wel goede handel, goedkoper, maar verkoopt makkelijker dan horloges. We nodigen hem uit voor een kop koffie, maar als hij ziet dat Warung Bu Reny niet open is, slaat hij de uitnodiging af. De andere restaurantjes bezoekt hij niet zo graag. Op veel plaatsen zijn ze ook niet bepaald verkoper-vriendelijk.

Dan gaan we maar met ons 4-tjes wat drinken. Bij Mario’s hebben ze hele lekkere iced cappuccino. Dat wordt het dus.

We zien Mohni voorbijflitsen op de motor. Even later komt hij terug, en schuift bij aan tafel.

Zijn klanten in het hotel kwamen niet opdagen. We bestellen nog wat te drinken en bespreken de mogelijkheden wat betreft panden. Er staat altijd veel leeg, maar niet alles is te koop of te huur.

Intussen blijft Mohni’s telefoon rinkelen, klanten uit Maleisië die in Gili Trawangan staan te wachten op de boot. Helaas kan Mohni de bemanning van de boot niet bereiken. Heel vervelend. Na veel over en weer gebel, blijkt dat de klanten niet op de afgesproken plaats staan. In plaats van bij de gewone aanlegplaats, het strand naast de pier, staan de mensen bij de aanlegsteiger van de snelboot uit Bali. Daar kan en mag de boot van Lombok Dive vast niet aanleggen. Als Mohni later contact krijgt met de bemanning op de boot, blijkt dat die lang gewacht hebben op Trawangan, maar toen hebben besloten de overige klanten niet te laten wachten. Dus zijn ze maar gaan duiken met de andere klanten.

Als we het drinken op hebben, gaan we eerst naar de pand vlak voor Pasar Seni, in het noorden van Senggigi. Een rijtje van een stuk of 10 ruimtes. Van 2 ruimtes is de tussenwand eruit, dit staat nu als één pand te huur. Een flinke ruimte. Een vriend van Mohni huurt een smalle ruimte. Ziet er aardig uit, maar als duikschool-kantoor erg smal, dus de dubbele ruimte zou beter voor Mohni zijn . Iemand heeft de sleutel en opent de (vast al lang) leegstaande ruimte. Er heeft een fotozaak ingezeten. De hele ruimte heeft een fikse opknapbeurt nodig; scheuren in de wand, lekkages in het plafond, loshangende plafondplaten. Een airco die niet werkt, en een hele glazen voorpui, met een kleine deur. In de zomer vast bloedheet. En eigenlijk wel erg groot. Daarbij is het de bedoeling dat de huur voor 3 jaar vooruit wordt betaald en dat de huurder opdraait voor alle kosten van opknappen en onderhoud. Niet ideaal dus. We drinken nog een glaasje bij de vriend van Mohni, een ex-divemaster die nu een soort VVV-kantoortje runt.

Dan gaan we een stukje terug naar het centrum. Allerlei kleine winkelruimtes die al jaren leeg hebben gelegen. Wel aan de hoofdweg, maar ietsje ervan af gelegen; het trottoir ligt hier lager dan de weg, dus echt goed vallen de panden niet op. Maar nu er in verschillende panden winkeltjes zijn geopend, ziet het er wel leuk uit, en krijg je natuurlijk vanzelf wat meer mogelijke klanten die langs lopen. Mohni belt één van de nummers van de verkoopkantoren die op de ramen zijn geplakt. Maar de prijs is wel erg hoog.

Als we teruglopen maakt Mohni een praatje met klanten van een paar dagen geleden. Het is een Nederlands echtpaar, het blijkt familie Mantel te zijn. Nanda is directrice van basisschool de Koempoelan. Ze hebben een actie op school gehouden, waarvan een deel van de opbrengst naar Proyek Kampung Loco is gegaan. Familie Mantel komt nu zelf naar Lombok om het project te bekijken.

We gaan nog even verder op pandenjacht. Nog één optie, een pand aan een zijweggetje, van de hoofdweg naar het strand, waar Hotel Senggigi Beach ligt. Ook weer een rij leuke winkeltjes, die lang geleden neergezet zijn, maar die nu pas langzaam een beetje bevolkt worden.

Nadeel is hier toch dat je weinig toevallig passerende klanten krijgt. Op zondag is het hier erg druk, maar voornamelijk door de lokale bevolking die op weg is naar het strand.

Niet de klantenkring van Mohni, toeristen zie je er niet zo veel.

Echt succesvol is de pandenjacht dus niet. Daarbij weet Mohni ook niet of hij nu al iets anders moet nemen, of beter nog even kan wachten. Wij willen hem graag helpen, maar alleen als het een pand is waar we zelf vertrouwen in hebben, en waar Mohni zelf ook 100% achter staat.

Intussen is het middag geworden en tijd voor de lunch.

Mohni slaat af, hij heeft net een telefoontje gekregen van de klanten uit het hotel die vanochtend niet kwamen opdagen; of hij nog een keer kan komen. Ja, de klant blijft koning, dus racet Mohni er nu snel naar toe, even vriendelijk als altijd.

Inmiddels is Bu Reny weer geopend, dus gaan we daar maar lunchen, kunnen we direct even de mails bekijken en nog wat verslagen doorsturen.

Bu (mevrouw) Reny, een jong meisje, kookt heel lekker, maar heeft nauwelijks klanten. Jammer, ze doet erg haar best, goede kwaliteit, lage prijs, enige mogelijke minpuntje is de beperkte keuze op de kaart, maar nasi of mie goreng mag je mij elke dag voorschotelen, zeker met zoveel verse groenten als hier. Op de website zien we dat Nick ook reisverslagen heeft doorgestuurd, maar dat het Marijke niet lukte om ze te plaatsen. Maar Tom rommelt wat op de site en krijgt de verslagen op de goede plek. Ja, zelfs webmaster in zijn vakantie…

Als we even later teruglopen naar de kampung, worden we aangesproken door de chauffeur van Graha Hotel. Een man waar we elk jaar gezellig mee ketsen (en die zo af en toe onze huurauto, waar hij verder niets mee te maken had, we huurden hem bij een ander bedrijf, en Peter was altijd onze vaste chauffeur, een grondige wasbeurt gaf). Hij is verbaasd ons weer te zien, er staat toch geen auto van ons… We leggen uit dat we niet bij Graha logeren, maar in de kampung. Ja, dat begrijpt hij wel. In Graha lijkt het verder niet erg druk, toevallig vandaag een heel reisgezelschap. Maar voor hem is er niet zoveel werk. Er is nog een Nederlands echtpaar, maar die hebben ook zelf een huurauto. Klopt, dat is dus familie Mantel die we net hebben ontmoet.

We wandelen verder naar de kampung en belanden bij Boung en Sareah op de beruga.

Daar is het gezellig als altijd. Kpje thee erbij, uiteraard wat kroepoek en een stuk lekkere watermeloen.

We willen nog naar het strand gaan en vragen of Nurul mee wil. Even aan papa en mama vragen, dan mag het. Boung zou natuurlijk ook mee willen, maar moet zo gaan werken, maar als wij zijn jongste dochtertje Anna mee willen nemen zou dat leuk zijn. Tuurlijk, hoe meer zielen hoe meer vreugd. We lopen even terug naar onze kamers en pakken wat spullen. Als we terug komen staan er 7 kindjes te wachten om mee te gaan.

Nurul heeft van Sareah een zak verse doppinda’s gekregen om op het strand op te eten.

Dit is wel ideaal, de kinderen spreken geen Engels, alleen Nurul een paar woordjes, dus kan ik Indonesisch oefenen. Het worden korte eenvoudige gesprekjes, maar dat maakt niet uit, met handen en voeten komen we een heel eind.

We zoeken een lekker plekje in de schaduw onder de boom (di bawah pohon).

Peter, Anique en onze Lombok-kindjes rennen vrolijk naar zee. Tom gaat een vlieger uittesten, ik heb mijn laptop meegebracht om aan het reisverslag te gaan werken. Voor de laptop goed en wel is opgestart, zit er een verkoper naast me, met de beroemde "kettingen met dooie koeien", veters met een soort amulet van koeienbotten.

We hebben er helemaal geen nodig, maar de verkoper ziet er wel aardig uit, en ik neem me voor alleen maar Indonesisch te spreken. Dat valt helemaal niet tegen. De verkoper, een jonge man die ik hier nooit eerder heb gezien, doet erg zijn best om langzaam en duidelijk te spreken. Zo krijgen we een heel gesprek, over de kinderen, natuurlijk Tom en Anique, maar ook over alle Lombok kinderen, waar we ze van kennen, hoe lang we ze kennen, waar we vandaan komen etc. Van hem kom ik te weten dat hij in Ampenan (of was het Mataram?) woont, maar nu hier in Senggigi een kamer heeft. Hij heeft een zoontje van een jaar of 8 en over een paar weken gaat zijn vrouw bevallen van hun tweede kind. Zo kletsen we een heel eind weg, gezellig en heel leerzaam. Tom komt er ook bij zitten en vertelt dat hij in Nederland een hele verzameling gekko’s heeft, van allerlei materialen en formaten. Dat komt goed uit. Bij de kettingen zitten er ook met een hanger in gekko-vorm.

Die heeft Tom al erbij zitten, maar nog niet in donkere kleur. En na zo’n gezellig gesprek kunnen we natuurlijk niet afsluiten zonder iets te kopen. Dat wordt dus weer tawarren, onderhandelen. Ik haat het, maar het hoort hier erbij. Niets (behalve auto’s en spullen uit de supermarkt heeft een vaste prijs. Dus beginnen we maar, eerst bekijken hoeveel kettingen we willen. Maar ik wil de prijs weten. Kan niet, want die wordt goedkoper naarmate we meer kopen, dus begint hij maar met de veronderstelling dat we 10 kettingen gaan kopen. Ik dacht het niet. Maximaal 3. Na wat heen en weer gepingel, komen we op een aardig prijsje uit. Helaas heb ik geen kleingeld, hij geen wisselgeld. Maar, endek kembe kembe, (dat maakt niet uit in het Sasak). Hij kan wel ergens gaan wisselen. Als zekerheid dat hij terugkomt laat hij zijn voorraad handel bij mij liggen, netjes, zelfs zonder dat ik erom vraag. Even later komt hij terug. Hij telt heel langzaam het wisselgeld af. Als hij er bijna is, kijkt hij heel vragend. Ja, laat dat laatste briefje maar zitten hoor, 3 kettingen en een half uur Indonesische les is me wel een eurotje of 3 waard.

De verkoper heeft net heel geïnteresseerd naar Tom’s vlieger zitten kijken. Een model wat bij de C1000 ooit kado werd gedaan bij een aanbieding. Laatst zagen we een heel rek liggen voor 60 cent per stuk. We hebben toen maar een voorraadje ingeslagen met het oog op onze naderende vakantie.

We besluiten deze vlieger maar kado te doen aan de verkoper, hij kan zijn zoontje er vast heel blij mee maken. Nou, niet alleen zijn zoontje, ook hemzelf. Hij gaat de vlieger eerst verbeteren, de touwtjes zitten danig in de knoop, maar dat maakt niet uit. Tijd om dingetjes uit elkaar te peuteren hebben ze hier meer dan voldoende.

Als alles weer uit elkaar is, gaat hij de vlieger even testen. Heel grondig. De vlieger heeft een afwijking naar links, dus na de testvlucht wordt hij weer bijgesteld.

Een andere verkoper komt er even bij helpen, en met z’n tweeën hebben ze alle plezier.

Wij wandelen weer terug naar de kampung, met onze uitgebreide verzameling kinderen. Allemaal nat, ze zwemmen hier met kleren aan, en lekker vol zand, want wat is er nou leuker dan met natte kleren aan over het zand te rollen?

In de kampung aangekomen gaan we even spullen inpakken voor morgen, dan gaan we naar Gili Meno.

’s Avonds eten we weer bij Warung Bu Reny. Lekker en goedkoop, en we zijn inmiddels de trouwste (en enige) klanten, wat ons bij de nasi goreng een extra stuk kip oplevert! Helaas hebben ze geen toetjes, dus kijken we even verder. Maar het is overal vreselijk druk. Dan lopen we maar naar Berry Café, dicht bij kampung Loco. We hebben er veel verhalen over gehoord, maar zijn er nog nooit geweest. Het is ook niet ons favoriete soort restaurantje. Beetje aparte types, veel harde muziek. Helaas geen pisang goreng op de kaart. Maar als ik vraag of ze die echt niet hebben, zegt de eigenaar dat het wel geregeld kan worden. Met geraspte kaas erop? Nee, doe maar zonder, dat schijnt hier gebruikelijk te zijn, maar ik vind het een vreemde combinatie.

Na de koffie en pisang komt de eigenaar nog even een praatje maken, waarvandaan, wanneer, hoe lang, waar logeren etc. Nederland, maandagavond, 25 dagen, Bumi Aditya.

Dat weet hij dan ook weer. Hij noemt wat namen van hem bekende Nederlanders, die wij echter niet kennen. Dan noemen wij Joep en Marijke. Ja, die kent hij wel, van de koffie Himalaya of zoiets, koffie met een fikse laag room. Maar die kunnen we niet bestellen, want die koffiemachine is kapot.

Wij vinden het wel mooi geweest voor vandaag, morgen weer een lange dag op de gili’s.

Nog een nachtje lekker slapen in Loco!

 

Dinsdag 28 juli 2009

Om 8 uur wordt ik wakker. Lekker uitgeslapen.
Ik besluit maar een frisse douche te nemen. Letterlijk fris, de warmwaterinstallatie schijnt niet echt te werken. Volgens Eful zijn er nog meer problemen met het water.
Op het moment zitten alle kamers van Bumi Aditya vol, maar er zijn maanden met nauwelijks gasten geweest. Na wat betalingsachterstand is de waterleiding afgesloten.
Nu wordt er water via een andere aansluiting gehaald, of grondwater opgepompt.
Terwijl ik onder de koude douche sta, bedenk ik dat het eigenlijk wel meevalt. Je frist er echt van op. In Nederland is warm water wel lekker, zeker als het koud is, maar dat komt hier niet zo veel voor…
Als Peter na mij wil douchen, heeft hij pech. Er komt geen druppel water meer uit de kraan. Misschien heb ik te lang eronder gestaan.
Dan gaan we maar eerst ontbijten.
Bij de receptie/eetzaaltje zijn een paar tafeltjes neergezet, moet ook wel als er meerdere klanten zijn.
We kunnen kiezen uit sap, koffie en thee. En toast met ei of met jam.
Daarbij krijgen we nog een bordje met fruit. Niks mis mee.
Na het ontbijt, het is dan al 10 uur, wandelen we weer de kampung in. Bij Boung en Sareah is het winkeltje dicht. Niemand thuis. We lopen verder en komen de moeder van Nurul, ons eerste sponsorkind van Kampung Loco tegen. Ze spreekt alleen Indonesisch, maar ik kom  erachter dat Nurul om 1 uur thuis komt uit school. We lopen verder en ontmoeten dan de moeder van Daan, ons 2e sponsorkind. Ze is met haar jongste dochtertje, Zarah van 14 maanden, de koe op het veld aan het zetten. Ook nu moeten we ons weer behelpen in het Indonesisch. Zarah is een schattig meisje geworden. Grote nieuwsgierige ogen, een lekker mollig kindje, af, zoals Daan haar een paar weken geleden omschreef; “a big fat baby”.
Mariam, de vrouw van Adi komt er ook nog even bij staan. Heerlijk om al die vertrouwde gezichten weer te zien.
Dan zien we nog 2 bekende gezichten, hoewel niet bekend van Lombok.
Nick en Elise, die we kennen uit Nederland, die nu met zoon Jeffrey in het huis van Joep en Marijke op vakantie zijn.
Sorry Joep en Marijke, ik weet dat dit pijn doet, maar ik moest toch alles schrijven…
We gaan gezellig bij hen op het terrasje zitten. Lekker in de schaduw van de nieuwe zonneschermen. Lekker windje erbij. En ervaringen en leuke verhalen uitwisselen.
We genieten van een verhaal over Sareah.
Boung, Jeffrey en Eful hadden na een gezellig avondje besloten buiten op de beruga te slapen.
Boung en Eful waren op tijd op. Jeffrey lag nog onder een sarong te slapen, hoofd eronder, voeten erbuiten.
Toen Sareah buiten kwam, dacht ze dat Boung daar lag, en gaf hem een fikse klap op de voeten, waarschijnlijk met de mededeling “Opstaan slaapkop” (of iets dergelijks) in het Sasak erbij. Over wie het meest schrok, Jeffrey of Sareah, die ontdekte dat ze niet Boung maar iemand anders die klap had gegeven, lopen de meningen nog uiteen.
Dat verhaal krijgt Sareah waarschijnlijk de rest van haar leven nog te horen!
Als we even later weer terug lopen, staan Mansur en zijn vrouw, de vader en moeder van Nurul, ons op te wachten. We moeten even iets komen drinken. We nemen plaats op de beruga.
Voor we zitten, komen Sareah en dochter Nur, die nog vrij is, ons ook verwelkomen.
De moeder van Nur zorgt voor de thee, Sareah komt aan met een schaal kroepoek, speciaal voor Tom, die er altijd zo heerlijk van kan genieten. Dat was ze nog niet vergeten.
In half engels (Mansur heeft een chidomo (paardenkarretje) en vervoert vaak toeristen) half Indonesisch kletsen we weer gezellig bij. Sareah zit er nog vol van dat ze een tijdje geleden mij kon zien via internet, toen zij in hun huisje zaten, ik thuis in Nederland. De kinderen hadden via de telefoon en laptop van Mohni contact gemaakt. Soms is de wereld heel klein.
Maar nu zitten we gezellig bij elkaar, veel leuker dan via de computer.
Odjong, de vrolijke badmeester komt ook nog even langs. Dan komt Suherman er ook aan. Met hem hebben we het afgelopen jaar heel veel gekletst. Hij is het eerste Kampung Loco “grote kind” dat na sponsoring via het project een baan heeft gevonden. We zijn blij te horen dat hij nog steeds als beveiliger bij Hotel Graha werkt.
Hij kan nog steeds vlekkeloos “welterusten” zeggen. Vorig jaar hebben we hem Nederlandse les gegeven, hij ons Sasak-les.
Na een tijdje wandelen we terug naar ons hotel. We pakken onze spullen en gaan naar Senggigi, even kijken of Mohni aanwezig is en alvast wat spullen afleveren. De PPPK, verbanddoos, en nog wat duik-spullen.
Mohni zelf is er niet, dus laten we de spullen in het kantoor achter. We komen Adi weer tegen, en vragen of hij zin en tijd heeft om mee te gaan lunchen. Eten hoeft niet, maar hij gaat wel mee wat drinken. We proberen op zijn aanraden een nieuw restaurantje, Warung Reny, naast het internetcafé.
De nasi goreng smaakt er voortreffelijk,en heeft Cak Poer prijzen. Hier zullen we de komende weken dus wel vaker binnenwandelen. Nu we hier toch met Adi zitten, laten we hem wat foto’s van Nederland en Singapore zien. Hij vindt de kleine laptop wel grappig. We vertellen hem dat hij hiermee contact kan hebben met Joep en Marijke in Nederland.
Misschien krijgen we hem nog wel zover dat hij dat echt probeert. We gaan proberen om bij internetcafé een manier te regelen dat we met onze eigen laptop draadloos op internet kunnen, zonder de pc’s daar te gebruiken. De eerste keer dat Tom een USB-stick gebruikt om een bestand van onze laptop over te zetten op een pc daar, zit er al een virus op de stick. Net als vorig jaar.
Als Peter het later vraagt, is het geen probleem, we krijgen een inlogcode, en kunnen van hun draadloos netwerk gebruik maken. Afrekenen komt later wel. Handig, want dan kunnen we ook vanuit de naastliggende warung internetten. Dat zal voor Adi niet zo’n grote hindernis zijn om achter de pc te zitten dan wanneer hij een internetcafé binnen moet gaan. Daar voelt hij zich, als verkoper, niet op zijn  gemak.
Dus Joep, Marijke, we hebben goede hoop dat dit deze vakantie gaat lukken.
Na het eten lopen we verder Senggigi in. Veel is er niet veranderd, hier een restaurantje erbij, daar één weg.
We wandelen door naar Pasar Seni, waar we een lekker vers fruitsapje bestellen.
Hiervoor betalen we bijna net zoveel als voor de lunch een uurtje geleden, maar nog steeds heel weinig naar Nederlandse begrippen.
Dan gaan we naar de winkel, w moeten nog wat inkopen doen. We willen de huisjes even een beetje opfrissen. Echt schoon was ons huisje niet, dus kopen we een emmer, wat sop, spons enzo, altijd handig, en als we terug gaan kunnen we er vast iemand blij mee maken.
We slaan wat popmie in, lekker voor tussendoor, koffie, thee, en zoeken nog iets om water in te koken. Een kookspiraal hebben we, nu nog iets om het water in te doen, en wat bekers.
Dat is lastig. Verder dan plastic bekers komen we niet.
En een plastic maatbeker om het water in te koken. We zien wel of het werkt.
Dan gaan we terug naar het hotel. Daar frissen we de boel een beetje op. De kamer waar Tom en Anique inkomen, is nog niet vrij. Even later zien we dat de kamer voor Tom en Anique ook driftig gesopt wordt. Waarschijnlijk hebben we het goede voorbeeld gegeven.
We hebben onze sponsorkinderen nog steeds niet ontmoet. Inmiddels moeten ze allemaal uit school zijn, dus verzamelen we onze cadeautjes en lopen de kampung in.
Daar komt Nurul ons al tegemoet. Met een brede glimlach. Nauwelijks gegroeid het afgelopen jaar, klein, hoewel ze al naar de eerste klas van de middelbare school gaat.
We hebben voor haar een Jip en Janneke boek in het Engels gekocht. Vast nog erg moeilijk
Voor haar, maar er is vast wel iemand die haar kan helpen. Anique heeft nog een leuk kralenarmbandje gemaakt en we hebben nog een grappig roze kralenhorloge. Ze is dolblij en gaat stralend naast Anique op de beruga zitten.
Dan kom Nur in zicht, ons nieuwste Proyek Kampung Loco kind. Hij heeft geen ouders, wel 3  halfbroers in de kampung die veel ouder zijn, Cuk, Boung en de vader van Daan. Nur woont afwisselend bij zijn 3 broers in huis. We geven hem een Engels boek van Roald Dahl en een T-shirt. Hij is te verlegen om te tonen of hij er blij mee is. Daan, die daarna aan komt lopen, is niet verlegen. Wel heel erg blij ons weer te zien, en dat is geheel wederzijds. Zij krijgt een ander boek van Roald Dahl, kunnen ze nog een keer uitwisselen, en dezelfde sieraden als Nurul, maar dan in het groen. Roze past niet bij de stoere meid!
Intussen zet Sareah de beruga weer vol lekkere hapjes, ondanks onze bezwaren.
Het wordt een gezellige boel, zeker als het zusje van Daan erbij komt.
Wat een leuk kind! Lacht vrolijk, doet gek, en gaat niet direct krijsen als ze ons ziet. En met oom Boung erbij, die zelf net een groot kind is, wordt ze nog veel vrolijker.
Zo vliegt de tijd weer voorbij. Tegen de avond gaan we naar Senggigi om een hapje te eten.
Cak Poer maar weer.
Na het eten wandelen we bij Mohni voorbij. 
Mohni is druk geweest, hij komt net terug van het ziekenhuis. Zijn dochtertje Dita heeft snel last van verkoudheid, waarschijnlijk heeft ze astma. Iets wat we hier vaak horen.
Het gaat nu weer wat beter met haar. We hebben nog wat spulletjes voor Mohni’s familie en samen lopen we naar zijn huis in Kampung Loco. De kinderen slapen inmiddels, zijn vrouw Sofie maakt thee, en Santi brengt wat koekjes. Santi is het zusje van Sofie. Ze woont nu ook in Kampung Loco. Ze studeert voor onderwijzeres en helpt mee met Impian Anak.
We delen de meegebrachte cadeautjes uit, en moeten weer even wennen aan de manier van accepteren. Niet even kijken wat het is, nee, gewoon opzij leggen. We hebben al ooit verbaasd gereageerd toen kinderen hun cadeautje niet uitpakken zolang wij erbij waren. Dat is om te voorkomen dat  hun gezicht mogelijk teleurstelling toont als ze het cadeautje niet leuk vinden.
Ook nu worden de cadeautjes, kleren voor iedereen en wat knutselspulletjes voor Dita, zonder te bekijken opzij gelegd. Alleen de stroopwafels toveren een grote glimlach op Mohni’s gezicht. Die waren zó lekker vorig jaar!
We bespreken met Mohni wat dingen voor de duikschool. Hij heeft ons gevraagd wat te helpen met de boekhouding. Van duiken heeft hij veel verstand, van de financiële zaken en de boekhouding houdt hij niet zo, maar het hoort er toch bij. We hebben al vaker aangeboden hem hierbij te helpen, maar dat wilde hij tot nu toe niet aannemen. De komende weken gaan we proberen hem een beetje op weg te helpen hiermee. Tevens hebben we het over de locatie van de duikschool. Hij zit nu bij het internetcafé. Op zich niet slecht, maar een eigen ruimte zou beter zijn. Maar is moeilijk te vinden, zeker een betaalbare ruimte op een goede locatie.
We spreken af morgen met hem mee te gaan kijken naar mogelijke panden.
Dan nemen we afscheid van Sofie. Mohni moet nog even op en neer naar de haven om wat spullen voor morgen klaar te leggen.
Wij wandelen over de brug naar de andere kant van de rivier, het deel van Kampung Loco waar ons hotel ligt. Een hele verbetering de nieuwe brug, vorig jaar moesten we nog door de droogstaande rivier lopen.
Bij Cuk brandt nog licht. Hij is bezig met schilderwerk in het nieuwe deel dat aan zijn huis wordt aangebouwd. Het is al bijna middernacht, maar dat is een mooi tijdstip voor dat soort werk, niet meer zo heel erg warm. Wij vinden het welletjes voor vandaag en wensen hem veel succes met zijn schilderwerk.
In het hotel wil Peter nog even snel afspoelen. Helaas, nu komt er geen druppel water meer uit de kraan, geen warm, geen koud.
Een paar Duitse toeristen lopen rond, maar hebben geen idee waar ze dat moeten gaan melden. Peter loopt even mee, om aan Cuk te vragen waar de beheerders van het hotel wonen, die liggen vast al in bed. Onderweg komt hij Suherman tegen, die net van zijn werk bij Graha komt. Die trommelt iemand van Bumi Aditya op, en samen proberen ze de waterpomp weer aan de praat te krijgen. Het duurt even, maar het lukt, en dan kan iedereen weer lekker mandiën.
En dan lekker naar bed, nadat we bij Tom en Anique nog even een mierennest naar buiten hebben gewerkt. Ja, het kampungleven valt soms niet mee… 
 

Maandag 27 juli 2009

We zitten nu, 14.00 uur Singapore tijd, op Changi Airport in Singapore. Afgelopen nacht heb ik nog een paar keer even een heel kort dutje gedaan. Toch viel de vlucht niet tegen. Het was rustig in het vliegtuig, prima service, lekker eten. Zelfs een fris appeltje midden in de nacht. De nacht hebben we dus min of meer overgeslagen. Half 7 in de ochtend (half 1 ‘s nachts Nederlandse tijd) stapten we hier uit het vliegtuig. We zijn daarna door de douane gegaan, en hebben om acht uur een bus naar het centrum genomen. Daar hebben we lekker rondgewandeld en in een paar uur heel veel gezien. Een aparte stad. Erg modern, heel netjes, schoon, bijna steriel. We zijn in Chinatown geweest, zelfs daar was het erg netjes. We hebben een mooie Chinese tempel bezocht en een Hindoe-tempel. Heel verschillend, allebei indrukwekkend. Deed ons weer erg terugdenken aan en verlangen naar Maleisië, met name Georgetown op het eiland Penang, waar je ook alle gebedshuizen van alle verschillende geloven bij elkaar ziet.
Daarna wilden we naar de koloniale wijk lopen. Maar…nu niet allemaal gaan lachen in Nederland, waar het volgens mij prachtig weer zou worden…het begon te regenen. En niet zo’n beetje. We hebben maar een taxi naar Raffles Hotel genomen, toppunt van kolonialisme. Mooi om te zien, apart om doorheen te lopen. Daar hebben we ook maar een lekker broodje gegeten. Het regende nog steeds pijpenstelen. Wel warme regen, maar je wordt er zo nat van! Na de lunch hebben we maar de metro terug genomen naar het vliegveld. Daar even bij een of andere businesslounge lekker een douche genomen en opgefrist. Hadden we wel nodig. Nu zitten we dus te wachten op de vlucht naar Lombok. Over een kleine anderhalf uur vertrekken we. Nog even wakker blijven dus, in het vliegtuig hopen we te slapen. Zo’n 27 uur nadat we thuis uit bed zijn gestapt, worden we toch wel moe….En als we vanavond rond half 7 in Mataram landen, zal het ook nog wel een tijdje duren voor we inons bed liggen. Mohni zal ons komen ophalen, en in de kampung zit Daan volgens mij uren af te tellen tot we komen. En nu we een hotel midden in de kampung hebben, kunnen we natuurlijk niet ongemerkt naar binnen sluipen. Maar dat hoeft ook niet, wedden als we straks Lombok zien dat we allemaal weer helemaal wakker zijn! Ik ga het hier weer even bij laten. Misschien dat Peter en Tom de verslagen tot nu toe nog even op internet kunnen plaatsen,volgens mij zitten er in Nederland een paar mensen op te wachten. Nog even geduld Joep en Marijke, het volgende deel gaat vast over Lombok…

De vlucht van Singapore naar Lombok verliep voorspoedig. Netjes op tijd de lucht in, het toestel net half vol. Onderweg een maaltijd gekregen, beetje gedut, en 2 en een half uur later kwam Lombok in zicht. Een heel mooi moment! Perfect uitzicht, de vulkaan op Bali aan de ene kant, de Rinjani op Lombok aan de andere kant, met de 3 gili’s mooi ervoor. En dan is het nog een paar minuten tot het toestel geland is. In de schemering lopen we naar de aankomsthal. Daar krijgen we nog wat administratieve rompslomp. Eerst een visum kopen, dan verder in de rij om het visum af te laten stempelen. Daarna, heel apart, naar de “gezondheidsafdeling”. Onder een poortje staan, waarna er een soort stoomwolkje wordt gespoten, vast tegen de Mexicaanse griep waar men hier heel bang voor is. We hebben bij alle inreisformulieren al een heel formulier in moeten vullen met gegevens over de gezondheid, plaatsen waar we afgelopen dagen zijn geweest, en waar we in Indonesië gaan verblijven. Alles wordt geregistreerd. Als we deze formaliteiten hebben gehad, kunnen we onze koffers pakken en naar buiten. Mohni staat ons op te wachten. Hij verwelkomt ons en we lopen naar zijn autobusje. Na een half jaar nog steeds als nieuw, mooie reclame voor Lombok Dive op de zijkanten. Onze bagage wordt ingeladen en we rijden naar Senggigi. Jammer dat het nu helemaal donker is. Zo missen we alles onderweg. Onderweg praat Mohni ons een beetje bij over van alles en nog wat.  Een kwartiertje later rijden we Senggigi binnen, en dan op het pad naar Kampung Loco. Doodeng, dat veel te smalle pad, met aan één kant de droogstaande (maar wel diep liggende) rivier. Maar Mohni brengt ons veilig in de kampung. Vreemd om hier met de auto aan te komen, in het donker. Een ander gevoel dan overdag binnen te wandelen. Zonder bekenden te zien rijden we het terrein van Bumi Aditya op. Daar komt de beheerster ons naar de kamers brengen. Tom en Anique krijgen voor één nacht een kamer iets verder bij ons vandaan, morgen is de kamer naast ons vrij, dan kunnen ze daar in. We leggen onze spullen weg en denken wat we verder doen. We willen nog wel een hapje eten. Als we eerst de kampung inlopen, komen we de eerste uren niet meer weg. Dus besluiten we maar met Mohni terug te rijden naar Senggigi in de hoop dat niemand ons heeft gezien. We rijden direct door naar Cak Poer, ons favoriete eettentje in Senggigi. Letterlijk een tentje. Overdag is er niets, ’s avonds wordt er een tentzeil over het brede trottoir gespannen, tafels en plastic krukjes neergezet en een primitieve mobiele keuken ingericht. Dan kunnen we het niet laten, een sms naar Joep en Marijke; net aangekomen, zitten nu met Mohni bij Cak Poer. Snel komt een sms terug; wij zijn ook net thuis. Wat bedoelen ze daar toch mee; ook? Het eten is eenvoudig,maar heel lekker, de prijzen zijn naar Nederlandse maatstaven belachelijk laag. Voor een diner voor 4 personen, 2 frisdrank en 3 verse sapjes (Mohni wil wel iets drinken, maar niets eten), betalen we ongeveer 4 euro. Niks van te zeggen dus. Na het eten rijden we nog even met Mohni naar het kantoor van zijn duikschool, dat nu bij een internetcafé zit. Voor we naar binnen gaan zien we een bekend gezicht. Adi! Wat heerlijk om hem weer te zien. We kletsen even over koetjes en kalfjes, zijn broer komt ons ook even een handje geven, en veel andere verkopers kennen ons ook nog. Adi kan er maar niet over uit dat Tom zo groot is geworden. Hij steekt nu wel erg royaal boven Adi uit. We beloven morgen verder te praten en volgen Mohni het internetcafé in. Ook daar natuurlijk eerst weer iedereen even een handje geven. In de paar keren dat we op Lombok zijn geweest, hebben we er een hoop bekenden bij gekregen. Even later wandelen we terug naar kampung Loco. Mohni werkt nog even door. Hij heeft het ’s avonds nog vrij druk, omdat dan veel afspraken met nieuwe klanten worden gemaakt. Op het pad naar de kampung komen de volgende bekende gezichten. Wel lastig in het donker. Iedereen herkent ons, wij moeten steeds goed nadenken en naar de stem luisteren om erachter te komen wie we voor ons hebben. Odjong herkennen we direct, de vrolijke badmeester van Graha Hotel. Hij kijkt op als hij hoort dat we nu in Bumi Aditya logeren. Toch een hotel van veel “lagere stand”. Maar wel gezellig in de kampung, dat begrijpt hij dan wel weer. Als we dan in de kampung aankomen, wordt het ouderwets gezellig. Op het stoepje bij Cuk treffen we Cuk, Eful en June aan. Dan kunnen we natuurlijk niet doorlopen. We gaan er gezellig bijzitten en krijgen een lekkere kop thee. Er zullen er nog vele volgen de komende weken. Alsof we nooit weg zijn geweest, gezellig kletsen over de kinderen, Lombok, Nederland, het weer, het project. Genieten. Even later komt de vrolijkste van het stel, Boung er ook nog bij. Zo vliegt de tijd. We zijn vreselijk moe, maar komen niet weg. Als we bijna om dreigen te vallen, gaan we toch maar naar onze kamers. Er komen nog genoeg dagen. Als we in bed liggen, ben ik zo vertrokken. Rond half 3 word ik wakker, en ben helemaal over de slaap heen. Lig dan wakker tot de oproep voor het eerste gebed, hier perfect te volgen, een paar meter van de moskee af. Daarna, waarschijnlijk rond 5 uur, val ik weer in slaap.

 

zondag 26 juli 2009

Eindelijk we zijn onderweg. Na een paar drukke dagen van inpakken en opruimen, zitten we nu een paar uurtjes in het vliegtuig naar Singapore. Handig zo’n kleine laptop! Vrijdag begon met een paar hele leuke berichten. ’s Ochtends een mailtje van Dewa; hij komt ons volgende week vrijdag opzoeken in Lombok. Hij wilde met de langzame boot naar Lombok komen. Nu zitten we zelf donderdag en vrijdag op Gili Meno/Trawangan/Air.
Dus vonden we het veel handiger als hij in de ochtend met een snelle boot komt, die leggen aan op Gili Trawangan. Dan kunnen we samen een dag doorbrengen op de eilandjes, en tegen de avond met de boot van Mohni naar Lombok gaan. Zaterdag kan Dewa dan laat in de middag terug naar Bali, weer met de snelle boot. Dewa vond het ook een prima idee, zo is hij minder lang onderweg, en hebben we veel meer tijd samen. Wij betalen zijn overtocht, dus dat maakt dan niet uit. Heel leuk dat we hem gaan ontmoeten, alleen jammer dat zijn vriendin niet mee kon komen,.
Daarna nog een leuk bericht. Agnes en Peter, die al een kind sponsoren voor Impian Anak, hebben besloten nog een kind te sponsoren. Geweldig. Kunnen we nog iemand blij maken in Lombok! Daarna maar eens kijken of we onze vlucht in kunnen checken via internet. Dat zou kunnen vanaf 48 uur voor aanvang van de vlucht, vrijdag rond de middag dus. Pas zaterdagochtend kregen we de mogelijkheid om in te checken. Aangezien ik na het boeken van de vlucht een nieuw paspoort heb gekregen, leek het me handig om dat direct aan te passen in het incheckprogramma, aangezien die optie erin zat. Vliegen op een verkeerd paspoortnummer zal niet kunnen. Maar toen we gingen kijken of de plaatsen die we bij het boeken hadden vastgezet nog goed stonden, bleek dat ik er niet meer in zat. Vreemd, terug naar het incheckprogramma. Lukte niet, plaatsen wijzigen dan maar. Helaas kon ik mezelf op geen enkele plaats vastzetten. Na veel heen en weer geklik lukte het wel. Maar we hadden er geen goed gevoel bij. Bij het printen van de boardingpassen, wat je ook thuis kunt doen, bleek Anique 2 plaatsen te krijgen, ik geen. De vervolgvlucht Singapore Mataram was ook spoorloos verdwenen. Blijkbaar was er iets heel goed fout.
We hebben maar van alles geprint, en gingen ervan uit dat ze op het vliegveld alles in een paar klikken recht zouden zetten. De rest van de zaterdag ging voorbij met inpakken. Tjonge, wat een spullen hadden we verzameld. Heel royaal over de toegestane 80 kilo. Dus maar wat dingen eruit gegooid, andere dingen over de handbagage verdeeld. Na een laatste weging van 4 keer ruim 20 kilo vonden we het welletjes. Hopelijk kijken ze bij Singapore Air niet al te secuur. Halverwege de middag gingen we even afscheid nemen bij de buren, en de sleutel afleveren. Hoewel even…na een paar drankjes, gezellige uurtjes en een lekkere afhaalmaaltijd Chinees (om alvast in de Oosterse sferen te komen) kwamen we ’s avonds veel te laat weer thuis. Toen maar even snel met ons viertjes aan de slag. Nog even met de grasmaaier door de berm,  snel opruimen, dweilen, poetsen, laatste was draaien, douchen etc. Tussendoor nog een paar telefoontjes gekregen van goede-reis wensers. Rond half één lagen we in bed, voor een kort nachtje. In verband met de mogelijke vakantiedrukte onderweg en het feit dat we nog niet helemaal goed waren ingecheckt, wilden we zondag uiterlijk om 6 uur in de ochtend vertrekken. Nou, dat lukte perfect. Na een laatste knuffel met Beppie, die het nu 3 en een halve week zonder ons moet doen, reden we klokslag 6 uur de oprit af. Uitgezwaaid door Jacqueline, die wel heel vroeg uit bed was! De drukte onderweg viel reuze mee, en zonder oponthoud waren we ruim op tijd in Frankfurt. Daar wilden we, zoals gewoonlijk, de auto parkeren op de Holiday Parkplatz. Volgens internet was die er nog steeds, en  nog steeds erg goedkoop. En aangezien we ruim de tijd hadden, konden we best wat verder van de terminal  parkeren. Bij de parkeerplaats aangekomen, misten we iets. De parkeerplaats. Die was dus helemaal verdwenen. Ook geen verwijzing naar een andere locatie te vinden, alleen een groot kruis over het bord Holiday Parkplatz. Tja, en nu….dan maar naar de terminal, en de auto daar neerzetten. Dichterbij, maar uiteraard ook een stuk duurder. Zonde en irritant, je volgt de aanwijzingen van de website, en de parkeerplaats is verdwenen.
Maar ja. Nu hebben we in elk geval ruim de tijd om goed in te checken. Dachten we. De incheckbalie op de terminal was nog niet geopend, maar er stond al een rijtje mensen te wachten, dus zijn we maar aangesloten. Het ging tergend langzaam. Blijkbaar waren er meer mensen met problemen. Toen we eindelijk aan de beurt waren, kwamen we niet veel verder. We hebben zeker een half  uur aan de balie gestaan. Alle inckeckbalie-dames en heren hebben zich over onze gegevens gebogen. Maar ze kwamen er niet uit. Ik stond in het systeem, had een plaats, maar als mijn boardingpas werd geprint, stond die op naam van Tom. Na inmenging van een paar opper-Singapore air-medewerksters, kregen we eindelijk de kaarten voor de eerste vlucht. Ook voor de tweede, helaas niet voor mij. Dat zou nog wat meer tijd gaan kosten, want volgens de dame had ik mijn paspoortnummer bij Peter ingevuld. Vreemd, Peter en ik hebben samen alle gegevens ingevuld, en een paar keer gecontroleerd. Maar ja, als het zo opgelost wordt is het prima. Tijd voor een hapje of drankje zat er niet meer in. Snel door naar de gate, waar het boarden wel bijna zal starten. Maar eerst door de veiligheidscontrole, waar weer een lange rij stond, en de tassen van Anique en mij niet klakkeloos door de scan kwamen. Dus weer wachten op de extra controle. Geen gevaarlijke zaken gevonden, dus mochten we verder. Naar gate B42. Daar stond al weer een hele lange rij met “probleemgevallen”, en wij mochten achteraan aansluiten. Maar dat viel mee, alles was opgelost en aangepast, en mijn boardingkaarten waren uitgedraaid. Nogmaals voor de vlucht naar Singapore, en een voor de vlucht naar Mataram. Eind goed al goed. Tot we door de boardingpascontrole liepen. Grappig, Tom en ik hadden hetzelfde stoelnummer. Na wat moeilijke gezichten van de medewerkers en controle van computerlijsten worden de stoelnummers met pen aangepast. Hèhè. Nog net tijd om een klein half uurtje rustig te zitten. Maar toen kwam er weer een mevrouw, ze hadden onze paspoorten nog even nodig…in onze groep van 4 zaten 2 mensen met hetzelfde paspoortnummer. Heel vreemd, een kwartier geleden was alles in orde. Nadat weer heel veel mensen zich over onze paspoorten hadden gebogen, kwamen ze terug. Probleem opgelost; Tom en Anique hadden hetzelfde paspoortnummer in het systeem staan. Gelukkig was er toen geen tijd meer om nog meer problemen tegen te komen, we konden eindelijk aan boord van het vliegtuig gaan, een half uurtje te laat, maar dat maakt niet uit. Straks mogen we 9 uur doorbrengen op de luchthaven van Singapore, dus dan kan een half uurtje er nog wel van af. Verder alleen maar goeds over Singapore Air (tot nu toe tenminste), we hebben net een heerlijke lunch gehad, met een lekker ijsje als toetje. Ik ben alleen benieuwd hoe lang de paspoortperikelen ons nu nog gaan achtervolgen. Als we maar tot Mataram komen, de terugweg hoeft niet zo snel, laat ons dan maar verplicht een paar weekjes extra op Lombok zitten, doen we niet moeilijk over. Nu ga ik even de Disembarkation Forms voor Singapore invullen, met zo veel tijd kunnen we wel een rondje Singapore doen straks, en daarna proberen een dutje te doen. Het wordt nog een heeeeeeeeele lange dag.

 

Woensdag 15 juli 2009

We zijn nog niet op reis, maar hier is toch al deel 1 van ons reisverslag. Zo kunnen we even rustig van huis uit kijken hoe we het verslag het gemakkelijkst gepubliceerd krijgen op de diverse websites, en kan Marijke alvast oefenen met vertalen en publiceren van de Engelstalige versie op de site van Proyek Kampung Loco. Vanuit Lombok is het straks belangrijk om de verslagen met zo min mogelijk handelingen op een site te krijgen, aangezien de internetsnelheid er nogal eens te wensen overlaat.

Nog een kleine 2 weken, dan gaan we weer naar Lombok.
Ik verheug me er elk jaar weer meer op. Aan één kant is het net of we pas uit Lombok zijn vertrokken, aan de andere kant lijkt het een eeuwigheid geleden dat we daar waren. Maar het is inderdaad alweer bijna een jaar geleden dat we gezellig in Kampung Loco en Senggigi rondliepen.
Met uitzondering van Peter, die er in november ook nog een paar dagen is geweest. Hij moest voor een cursus naar India, en dat was al ruim halverwege Lombok, dat kleine stukje extra reizen had hij wel over voor een paar dagen Lombok.

Het afgelopen jaar zijn we vanuit Nederland ook veel meer met Lombok bezig geweest. Door contact met andere projecten, maar ook door het intensievere contact met Lombok (en Bali) zelf.
Tom beheert de websites van de Nederlandstalige gids Dewa uit Bali en van Mohni’s duikschool.
Zodoende hebben we met de beide heren veel contact via mail, chat en sms. Ook met Daan en haar vriendinnen uit Kampung Loco, hebben we geregeld contact via chat of sms.
Zo blijf je iets meer betrokken bij het leven daar, krijg je de belangrijkste nieuwtjes mee. 

Dit jaar concentreren we ons helemaal op Lombok en de omliggende eilandjes. Bali is prachtig, eigenlijk mooier dan Lombok, maar Lombok trekt ons op de één of andere manier toch meer. Wel zullen we Dewa  missen, de gezelligste Nederlandstalige gids van Bali. Maar hij gaat proberen ons in Lombok op te zoeken als we daar zijn. Of hij dat gaat redden is nog niet zeker, hij heeft het erg druk met Nederlandse toeristen de komende maanden.

Tja, in Lombok voelen we ons inmiddels zo’n beetje kind aan huis.
We hebben er in de voorgaande jaren heel wat mensen leren kennen, natuurlijk in Kampung Loco, waar we 3 kinderen sponsoren via Proyek Kampung Loco, maar ook door Mohni Haliman van Lombok Dive, die we hebben geholpen met het opzetten van zijn eigen duikschool, de eerste duikschool in Lombok die volledig wordt gerund door lokale mensen. 
Zijn duikschool is nu ruim een jaar oud, en hij heeft het razend druk. Het gaat super.
En ondanks dat hij altijd druk aan het werk is, heeft hij aangeboden ons te helpen met een nieuw project in Lombok. Ja, we waren (en zijn) zo onder de indruk van de geweldige dingen die Proyek Kampung Loco (het project van Joep en Marijke uit Nederland, en Boung, Cuk, Adi en Eful uit Lombok) doet voor de bevolking van Kampung Loco op Lombok, dat we hebben besloten zelf een soortgelijk project op te zetten.
Niet helemaal hetzelfde, maar het doel komt overeen; kinderen een kans geven goed onderwijs te volgen.
Het grote verschil zit in de locatie van het project. Kampung Loco richt zich op de inwoners van het dorpje Loco. Ons project, Impian Anak (Kinderdroom), is niet plaatsgebonden. In overleg met Mohni hebben we gekozen voor het helpen van kansarme kinderen op Lombok, ongeacht hun woonplaats. Onze voorkeur gaat uit naar kinderen uit minder toeristische gebieden, aangezien het daar vaak moeilijker is om hulp te krijgen. Je ziet en hoort geregeld dat ouders die in het toerisme werken (verkopers, obers etc.) van toeristen geld krijgen voor de opleiding van hun kinderen. Voor de gezinnen die ver van het toerisme wonen, is deze mogelijkheid er meestal niet. Daar willen wij dus proberen hulp te bieden.
Inmiddels heeft Mohni, samen met zijn schoonzus Santi en vriend/collega Hamdi een paar kinderen geselecteerd voor het project.

Wij hebben in Nederland al 1 sponsor gevonden die een kind wil gaan sponsoren, en hebben zelf al wat geld bij elkaar gespaard/gekregen voor het project. We zijn nu begonnen met 5 kinderen in het project. Eén van de kinderen, Hamdun, hebben we vorig jaar al ontmoet.
Hij is een speciaal geval. Hij werkt zelf in het toerisme, Hamdun is straatverkoper in Senggigi. Hij verkoopt eenvoudige sieraden aan toeristen. De basisschool heeft hij nooit afgemaakt. Zonde, want het lijkt een heel pienter jochie. Met zijn 14 jaar ratelt hij er vrolijk op los in het Engels. We willen hem proberen weer in de schoolbanken te krijgen. Een lastig project. Om terug te gaan naar de basisschool is hij eigenlijk te oud, en daarvoor mist hij waarschijnlijk ook de discipline. Maar hij moet wel een goede basis hebben.
Mohni heeft zijn mogelijkheden bekeken en met Hamdun en zijn ouders overlegd. Hij kan speciale lessen volgen om de benodigde basisschoolstof in te halen. Daarna kan hij een gerichte vakopleiding doen. Inmiddels staat hij ingeschreven voor de lessen, maar die beginnen zodra er voldoende leerlingen zijn. Mohni heeft vorige week nog geïnformeerd; waarschijnlijk kan hij in juli, deze maand dus, beginnen met de opleiding. Dat zou mooi zijn, dan kunnen we hem misschien naar school zien gaan.

Wat de andere kinderen betreft zal het eenvoudiger zijn, dat zijn allemaal kinderen die naar de basisschool gaan. Maar heel veel weten we er nog niet over te vertellen. Communicatie met Lombok loopt niet altijd perfect. Maar dat maakt niet uit, komende vakantie gaan we alle kinderen bezoeken, daarna komt er over elk kind een verslagje op onze site (http://www.impian-anak.com/) te staan.

De vakantie wordt dus deels vakantie, deels project-werk. Maar dat maakt niet uit, we genieten van allebei even veel. En in 3 en een halve week krijgen we natuurlijk veel gedaan. Natuurlijk gaan we ook lekker vakantie vieren. We hebben een “hotel” geregeld in Kampung Loco, Bumi Aditya.
Graha Hotel is ons altijd prima bevallen, maar nadat we vorig jaar
onverwacht een nachtje in Bumi Aditya hebben doorgebracht, vonden we dat ook wel heel apart.
Het hotel is niet te vergelijken met Graha. Heel eenvoudig, geen luxe, wel een mooi zwembad, maar dat staat al jaren droog. Een beetje vergane glorie. Voor het toerisme in Lombok instortte was Bumi Aditya een drukbezocht hotel. Nu niet meer. Maar het heeft voor ons wel grote voordelen. Graha ligt dicht bij Loco, maar voor de bewoners van de kampung is Graha een andere wereld. Daar lopen ze niet zomaar naar binnen. Bij Bumi Aditya kan dat wel. Vooral met het oog op de kinderen uit Loco vinden we dat wel gezellig. Dan kunnen de vriendinnen van Anique ook een keer gewoon bij ons langs komen in plaats van wij altijd bij hun.
Daarnaast is Bumi Aditya ook nog eens heel veel goedkoper. En voor dat verschil kunnen we heel veel andere dingen doen, al helemaal op Lombok.
Na een paar “luxe” vakanties in Indonesië besef je eigenlijk dat je die luxe daar helemaal niet nodig hebt. TV hebben we er nog nooit gekeken. Een zwembad is leuk, maar zwemmen in zee is net zo lekker. En meer dan een bed, douche en toilet hebben we in het hotel eigenlijk niet nodig. De enige luxe die we krijgen is een kamer met warm water en airco. Airco vonden we eigenlijk niet echt nodig, maar warm water vind ik eigenlijk wel lekker, vooral met haren wassen.

Verder gaan we nog wat eilandjes rond Lombok bezoeken. Omdat het hele leuke “Bounty”-eilandjes zijn, witte stranden, blauwe zee, palmbomen… Maar ook omdat je er geweldig kunt duiken. Als je daar zin in hebt tenminste. Peter en Tom hebben vast zin, Anique gaat het dit jaar misschien ook proberen. Mohni is helemaal enthousiast.
Vorig jaar heeft Anique in Lombok een zwembadduik gedaan met Mohni. Het duiken zelf, de techniek was geen probleem, dat had ze in Nederland in het zwembad al vaak geoefend. Wat Mohni betrof mocht ze mee de zee in, maar dat vond Anique nog een beetje te eng. Maar nu gaat het dan misschien toch gebeuren. Mohni verheugt zich erop.

We hebben al een paar nachtjes op de gili’s ten noordwesten van Lombok gereserveerd. Eén nacht op Gili Meno, één nacht op Gili Air.
Ook willen we nog een nacht logeren op Gili Lampu of Gili Bidara in Oost-Lombok. Daar is het duiken nog mooier, komen nauwelijks toeristen en schijnen geweldige schelpen te liggen, zo op het strand. En dat vind ik weer heel leuk! Alleen jammer dat we die (eigenlijk) niet mee mogen nemen naar Nederland….
Waar we in Oost Lombok precies gaan slapen weet ik nog niet, er is volgens Mohni geen echt hotel, maar je kunt er wel overnachten. Slaapzak op het strand of zo? We zien wel!

Inmiddels ligt de logeerkamer weer vol met allerlei spullen die mee moeten naar Lombok. Tot nu toe vooral cadeautjes voor onze vrienden daar. Lastig, het worden er steeds meer, vrienden en cadeautjes. Dan nog 3 duikpakken, snorkels, zwemvliezen. Een mooie PKKK (eerste-hulp-verbanddoos) voor Mohni, die hij op de boot kan hangen. Ik vond vorig jaar dat dat toch bij de standaard uitrusting van een ”duik-boot” hoorde. Dus zijn we in Mataram op zoek gegaan naar een PKKK. Dat viel niet mee, we kwamen niet verder dan een zielig tasje met vreemde inhoud. Misschien hele goede spullen, maar voor onze begrippen een beetje raar. Levertraan, allerlei poedertjes, gaasjes die verpakt waren in krantenpapier (dus vast niet steriel). Nu zagen we een paar weken geleden een mooi kunststof koffertje, met ophangbeugel. De inhoud heb ik een beetje aangepast aan wat ze mogelijk aan boord nodig kunnen hebben.

Verder hebben we zelf natuurlijk ook weer een hele medicijnen-EHBO voorraad bij ons. En van de Egyptereis ìn mei kwam ik nog wat mondkapjes tegen, die we daar uit voorzorg tegen de Mexicaanse griep kregen. We hebben ze niet gebruikt, misschien wel handig in Lombok. Kan me alleen niet voorstellen dat ze daar gebruikt worden. Ik hoorde dat de Indonesische regering het voorstel had alle toeristen die Indonesië binnenkomen een mondkapje te geven, met het verzoek dit 3 dagen te dragen. Maar ze wilden niets verplichten, want dat zou lastig te controleren zijn, en lastig zijn met zwemmen. Lijkt me ook!

Als we een beetje geluk hebben (en goed proppen) passen onze kleren ook nog wel in de tassen, verder natuurlijk stapels boeken, een mini laptop, fotocamera, en nog veel meer. En wat dan niet meer mee kan, blijft gewoon thuis. Winkels hebben ze in Lombok ook, alleen heb ik de vervelende gewoonte dat ik overal op voorbereid wil zijn, en dus heel veel spullen bij me wil hebben.

Andere dingen gaan we bewust in Lombok regelen. Zo wilden we wat foldertjes laten drukken van Impian Anak. Die kunnen we zelf in Nederland verspreiden, maar ook handig voor Mohni om bijvoorbeeld aan klanten van zijn duikschool uit te delen. Maar het drukken van deze folders is in Indonesië veel goedkoper dan in Nederland, dus dat laten we daar doen, kunnen we vervolgens de foldertjes meenemen naar Nederland. Met het geld wat we daardoor besparen, kunnen we in Lombok veel nuttige dingen doen.

In Lombok kijken ze ook al uit naar onze komst. Sponsordochter Daan stuurt ongeveer elke week een sms met de vraag wanneer we komen. Sareah, de vrouw van Boung, verheugt zich er al op met mij te gaan koken. Ze is momenteel helemaal gespecialiseerd in kangkung, een soort waterspinazie. Ik ben benieuwd wat ze er allemaal van brouwt.
Mohni zit ook met smart op ons te wachten. Dan kunnen we eindelijk weer wat gemakkelijker communiceren. Nu hebben we veel contact via Yahoo Messenger. Dat werkt op zich niet slecht, maar mijn Indonesisch is niet geweldig, zijn schriftelijk-Engels ook niet.
Gesprekjes over koetjes en kalfjes, de kinderen, het weer, de duikschool etc. gaan inmiddels prima. Maar als er echt serieuze dingen beslist moeten worden, is de taal nog wel eens een probleem.

En terwijl ik dit zat te schrijven, komt Mohni ertussendoor chatten.
Met zijn standaard openingszin; Apakhbar bu?
Hij heeft goed nieuws; Hari Senin, maandag dus, gaat Hamdun naar school.
Dat wordt spannend, zeker als we horen dat hij maar liefst 6 dagen per week naar school gaat. Zal hij het volhouden? Volgens Mohni wil hij nu echt iets leren, en Mohni gaat hem goed in de gaten houden de komende tijd. Als we straks ruim 3 weken in Senggigi rondlopen, hebben we snel genoeg in de gaten of hij weer op straat rondzwerft of naar school gaat.
Daarna mag Mohni het weer controleren.

Over 2 weken kom ik er ook achter of de trouwe lessen Bahasa Indonesia met Marijke nut hebben gehad. Aan de chat-gesprekken met Mohni en de sponsorkinderen in Loco te merken heb ik al heel wat Indonesisch geleerd. Maar ik ben bang dat het spreken en verstaan me slechter af gaan dan lezen en schrijven. Maar misschien als ze heel langzaam spreken…(en niet te veel Sasak, het Lombokse dialect, gebruiken).

Over 2 weken weten we het, voor die tijd hebben we nog heel wat te doen. Ons jaarlijkse schilderwerk aan huis is weer in volle gang, de tuin heeft na alle regen van de afgelopen weken weer een fikse schoffelbeurt nodig, en zo zijn er nog heel veel andere dingen.
Maar dat maakt niet uit, dan zijn we straks ook echt aan vakantie toe.

Als het een beetje meezit, kom ik dan ook nog af en toe aan schrijven toe, en kunnen we tussendoor wat berichtjes op internet plaatsen.
Nu tellen we vrolijk verder af, en waarschijnlijk komt het volgende bericht over een kleine 2 weken uit Lombok.